Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Anti-Roomsche propaganda 2

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Anti-Roomsche propaganda 2

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het blijft mij en velen met mij een onverklaarbaar iets, dat er op politiek terrein, een zoo nauwe samenwerking tusschen de Roomschen en Antirevolutionairen is tot stand gekomen, als wij in de laatste 30 jaar hebben aanschouwd. Begrijpelijk dat ons christenvolk, dat in Dr. Kuyper op politiek terrein zijn genialen leider bezat, er nieuw van op hoorde dat een samen gaan met de Roomschen noodzakelijk was. Temeer bevreemde dat omdat de zelfde man die deze samenwerking zoo nauw gebracht had, te voren verklaard had, dat, tegen zulk een samengaan zich onze historische traditiën met hand en tand verzetten. Vandaar dat men dit samengaan dan ook een monsterverbond heeft genoemd, omdat daarin twee beginselen met elkander verbonden werden, die bij krachtige ontplooiing lijnrecht tegenover elkander kwamen staan. Men heeft wel gezegd dat die beiden op eenen wortel stoelden en voor denzelfden God knielden, men heeft zich ingespannen om dat gene wat scheidde weg te doezelen achter dat gene wat vereenigde, maar het komt mij voor dat de mannen die dit gedaan hebben, toch onmogelijk de principiëele geschillen tusschen Rome en ons konden voorbijzien. Zij kunnen zoo naief niet zijn geweest, dat zij zouden uitgegaan zijn van de gedachte dat het Antirevolutionair beginsel zich op staatkundig gebied zou kunnen ontwikkelen ten koste van het Roomsche.
Samengaan zooals Rome en Dordt samengingen moest de ontwikkeling van beide beginselen tengevolge hebben, totdat in de toekomst de principiëele tegenstelling tusschen beiden onafwendbaar aan het licht treden zou. Want omdat Rome ook op staatkundig gebied van een geheel ander beginsel uitgaat als de Antirevolutionair, heeft het ook een geheel ander doel. Wij kunnen dus tijdelijk wel samengaan, maar wij kunnen niet samenblijven, tenzij dat het Antirevolutionaire beginsel dat het echte Protestantsche beginsel is, zichzelf opheft. Want zoodra zich het doel van Rome op staatkundig terrein gaat afteekenen, schrikt de protestant terug, omdat hij protestant is, Want dan ziet hij dat Rome's weg op staatkundig terrein, onverbiddelijk consequent terugleidt naar dat diensthuis waaruit God ons eenmaal heeft uitgeleid. Dat kan niet anders omdat bij Rome de Kerk staat boven den Staat, en niet het welzijn van de gemeenschap, maar de uitbreiding en vermeerdering der kerk, het einddoel van de Roomsche politiek is. Rome moet zijn politiek aan zijn kerk dienstbaar maken, zoodra het zich daarvoor sterk genoeg gevoelt. En thans gevoelt het zich daarvoor sterk genoeg, vandaar dat het een poging in die richting zal wagen. Deze poging heeft ons niet verrast. Ieder die den ontwikkelingsgang van Rome gedurende de laatste jaren in ons vaderland gevolgd heeft, moet deze dingen welke zich thans aan den horizon afteekenen, hebben zien aankomen. Maar nu treedt ook op eens de principieele tegenstelling tusschen Rome en het Protestantisme in het licht, en die tegenstelling wordt in de protestantsche kringen van dit volk zoo diep gevoeld, dat er maar even op de bazuin geblazen behoeft te worden of daar verzamelen zich de duizenden tot een protestmeeting en de kerkgebouwen dreunen van het Lutherlied. Hoe ik over deze meetings denk wil ik later wel eens zeggen, thans wil ik alleen maar aantoonen, dat deze meetings een onmiddelijk gevolg zijn van de tegenstelling die er tusschen Rome en Dort aan het licht treedt. De Gereformeerden die in hun meerderheid voor dit samengaan hebben gepleit en dit samengaan tegenover bezwaarden, door dik en dun hebben verdedigd, zien natuurlijk evengoed als de andere Protestanten, de ontwikkeling van deze geweldige tegenstelling; zij vinden evenmin goed als die protesteerende Protestanten dat de processies op onzen Vaderlandschen bodem zullen worden ingevoerd, maar wat moeten zij doen? Ook op de bazuin gaan blazen? Ook de alarmklok gaan luiden? Ook de kerkgebouwen openzetten? Ook gaan protesteeren? Dat kan toch niet. Want zij hebben zelf door hun samengaan deze dingen mede veroorzaakt? De groote leider Dr. Kuyper, heeft tijdens zijn leven als een onafwijsbare eisch, voor een goede Antirevolutionaire politiek deze samenwerking bevolen en tot stand gebracht. En de Antirevolutionare partij is er groot door geworden, heeft er macht door verkregen. In verbond met Rome is er menige wet doorgehaald, die zonder deze samenwerking stellig zou zijn gestrand? Hoe kan men nu op eens, den grooten leider in zijn politiek beleid verloochenen? Hoe kan men metterdaad uitspreken, dat wijlen Dr. Kuyper het op politiek terrein het bij het verkeerde eind gehad heeft en dat hij aan het succes het beginsel heeft opgeofferd? En toch weet ik dat er velen in Antirevolutionaire kringen precies denken als de protesteerenden. Ik weet dat er vele Antirevolutionairen van Gereformeerde huize tegenwoordig mede protesteeren in de Hervormde samenkomsten. Ik weet dat er gevraagd wordt: waarom worden dezen samenkomsten ook niet belegd in de Gereformeerde kerken! Ja als het processiegevaar nog dreigender afmetingen zou gaan aannemen, als op dit oogenblik, dat de Gereformeerde Kerken dan ook open zullen moeten en dat ook daar geprotesteerd zal worden, die beweging zal eenvoudig overslaan. Men zal de menschen niet kunnen houden en, het is niet onmogelijk, dat op denzelfden kansel, waarop vroeger Gods zegen over deze samenwerking afgesmeekt is, alsdan tegen Rome's macht en invloed zal worden geprotesteerd. En dat zou voorkomen zijn wanneer men zich niet met Rome gecoaliseerd had. Die coalitie was niet uit God, men heeft het zoo laten voorkomen, alsof dit eene door God gewilde samenwerking was. Men kon zoo alleen de macht van het ongeloof verslaan, zeide men. Maar als het geloof het bondgenootschap van het bijgeloof behoeft, om het ongeloof te keeren, dan moet dat geloof zelf zich niet heel sterk gevoelen en, dat bondgenootschap wordt een zegen voor het bijgeloof maar een kaakslag voor het geloof.
Ds. H. Janssen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 juni 1921

De Wekker | 4 Pagina's

Anti-Roomsche propaganda 2

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 juni 1921

De Wekker | 4 Pagina's