Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er zijn dezen zomer niet veel kerkelijke vergaderingen geweest. Op onze particuliere Synode's kwamen, voor zoo ver mij bekend, geen principieele zaken aan de orde; die van de Geref. kerken behandelden meer intieme aangelegenheden, daar er dit jaar geen Generale Synode gehouden werd; alleen de Synode der Ned. Herv. kerk heeft haar jaarlijksche vergadering in de Augustusmaand van dit jaar weer gehouden. Er werd van deze Synode door de Confessioneelen en Gereformeerden in de Ned. Herv. kerk veel verwacht, want dit jaar zou de eindbeslissing vallen over de „Groote Synode”. Sinds jaren is er van verschillende zijden op gewezen, dat de tegenwoordige Synode niet de uitdrukking is van de Ned. Herv. kerk. De kerk maakt toch daarin absoluut niets uit; zij, de Synode, is het hoogste college der kerk, én de kerk staat er feitelijk naast. De polsslag der kerk wordt er niet in beluisterd. De kerk heeft absoluut geen invloed op hare samenstelling, want de provinciale kerkbesturen, die practisch alle contact met de kerk reeds kwijt zijn, vaardigen naar de synode af. Begrijpelijk, dat men sinds jaren er op bedacht is, daarin verbetering te brengen. Maar hoe? Deze zaak is niet zoo eenvoudig, Wij hebben jaren geleden er al eens op gewezen, hoe wanhopig moeilijk de reorganisatie is, veel moeilijker dan hare voorstanders dit deden voorkomen. Zij stelden het altijd voor, alsof het onwil van de Synode was; wij hebben altijd gezegd: het is onmacht. En dat dit inderdaad zoo is, is dit jaar zonneklaar gebleken Want nu moest de Synode de eindbeslissing nemen over het voorstel van de „Groote Synode”. Verleden jaar was deze zaak bij haar aanhangig gemaakt, ik meen door prof. Slotemaker de Bruyne. Er zou komen een groote synode van 45 leden, die door de classes gekozen werd; zij zou bestaan uit predikanten en ouderlingen, die dus rechtsstreeks door de classicale Vergaderingen werden afgevaardigd. Een rooster zou aangeven, welke classis ieder jaar een predikant en welke een ouderling zouden afvaardigen. Deze groote Synode zou niet elk jaar maar om de 3 jaar samenkomen, terwijl daar naast een kleine synode of een versterkte synodale commissie met de leiding der zaken zou belast blijven, Verleden jaar was men bepaald enthousiast over dit voorstel en ieder dacht: dat komt er een volgend jaar met vlag en wimpel door, en als wij maar eenmaal zoover zijn, dat wij een „groote Synode” hebben, dan komen wij wel verder.
Maar ik heb er geen oogenblik over gedacht, dat die groote Synode er komen zou en dat ook telkens tegen Hervormde collega's gezegd. Ik ken het verloop wel. Wanneer zoo'n voorstel de eerste maal op de Synodale tafel komt, is men verrukt. Men vindt het prachtig. Men heeft geen of hoegenaamd geen bezwaar. Men ziet er een stap in de goede richting in en men spreekt algemeen den wensch uit, dat dit ontwerp ons toch eens wat worden mocht. En dan gaat het voorloopig aangenomen voorstel om consideratie en advies de kerk in en de Synodale afgevaardigden, voor zoover zij nu reeds kunnen berekenen, dat zij D.V. een volgend jaar zullen moeten terugkeeren om de eindbeslissing over dit voorstel te helpen nemen, beginnen hunnerzijds het voorstel ook eens onder de kerkelijke loupe te nemen, En dan komt langzamerhand de kentering. Het enthousiasme maakt plaats voor de nuchtere werkelijkheid en op de studeerkamer of in de praktijk van het dagelijksch leven zien wij de kerkelijke vraagstukken anders dan in da Synodale atmosfeer. Ook de kerk gaat in haar classicale Vergaderingen het voorloopig aangenomen voorstel van alle zijden bezien en vooral in classes, waar orthodoxen en vrijzinnigen ongeveer even sterk zijn, wordt het pro en het contra voor een zoodanig voorstel scherp in het licht gesteld, zoodat het advies der classicale vergaderingen over een voorstel als dit wel heel wat zegt over de stemming in de kerk zelf.
En dan is er nog iets. Ook de provinciale kerkbesturen brengen advies over een voorloopig aangenomen ontwerp uit, en dat advies is feitelijk al eene beslissing en bepaalt tot op zekere hoogte de houding van de Synode bij de eindstemming. Want de Synode kan de adviezen der Classicale Vergaderingen naast zich neerleggen, maar met de adviezen der provinciale kerkbesturen dient zij wel terdege rekening te houden, want bij deze besturen berust het recht van „veto”, d. w. z. als de Synode een voorste! definitief heeft aangenomen, dan moet het vastgesteld worden door de provinciale kerkbesturen. En wanneer de meerderheid het verwerpt, is het verworpen en mag de Synode het niet invoeren of uitvaardigen.
Derhalve moet het advies dat de prov. kerkbesturen uitbrengen, de Synode bij hare discussies beïnvloeden. Want is dit advies ongunstig, dan weet de Synode als het ware vooruit: wij kunnen hier net zooveel voorstellen, als wij willen, de prov. kerkbesturen verwerpen het toch. Nu geloofden wij niet dat de prov. kerkbesturen er aan zouden medewerken, dat zij zelve voor goed van alle medezeggenschap inzake de kerkelijke wetgeving zouden worden beroofd. Wij geloofden niet, dat zij vrijwillig afstand zouden doen van een recht en een macht, die hun, stellig om wijze redenen, door de ontwerpers der tegenwoordige organisatie was toegekend.
En op grond daarvan hebben wij in den loop van dit jaar telkens tegenover Hervormde collega's uitgesproken: de adviezen der prov. kerkbesturen over de „groote Synode” zullen niet onverdeeld gunstig zijn, al zullen zij niet direct het voorstel afwijzen. Er zal ruimte in deze adviezen overblijven om zoo noodig naar beide zijden een uitweg te vinden, al naar gelang de koers van de kerk wijst; de adviezen der Classicale Vergaderingen zullen geen meerderheid voor de groote Synode geven en als de Synode zelf deze zaak in hare vergadering nog eens ernstig onder de oogen ziet, zal haar de kracht ontbreken om de groote Synode aantenemen. En alzoo is het geschied. Doch daarover een volgende maal.
Ds. H. Janssen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 september 1921

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 september 1921

De Wekker | 4 Pagina's