Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Veluwsche Brieven 11 (1921)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Veluwsche Brieven 11 (1921)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geliefde Broeder!
Toen voor eenigen tijd een beroemd spreker ergens zou optreden, stond veertien dagen van te voren met groote letters eene advertentie in een plaatselijk blad, die zijne komst meldde. Een week voor den bepaalden dag weer eene advertentie met den volgenden inhoud: „…. komt! Houdt den Donderdagavond van de volgende week vrij!” De bedoeling was natuurlijk, dat men dien avond zou vrijhouden, om de gelegenheid te hebben dien spreker te gaan hooren.
Ik weet niet, wanneer de week-godsdienstoefening te uwent gehouden wordt. Is het niet op Woensdag? Of op Donderdag? Nu dat doet er minder toe. Maar ik zou u den raad willen geven:. Houd den avond (Woensdag of Donderdag) van de week-godsdienstoefening vrij! Houd dien avond vrij, om met de gemeente saam te komen onder de bediening des Woords! Ik weet wel, dat veel uwe aandacht vraagt en dat ge druk bezet zijt met vergadering van dit en vergadering van dat. Maar als u dat de gelegenheid moet benemen, om de godsdienstoefening bij te wonen, bedankt dan voor het een of ander, of voor het een en ander. Het is zoo uitnemend, midden in de week nog eens met andere dingen bezig te zijn, dan met de dingen van dit leven, eens rustig neer te zitten, om onder den adem des Woords tot u zelf in te keeren en tot u zelf te komen.
In den regel zijn er slechts betrekkelijk weinigen, die geregeld opgaan in de week en dit ook volhouden gedurende den winter. „Het zijn de besten”, zou wijlen prof. Van Oosterzee zeggen. 't Zal wel zoo wezen, maar wij wilden dan gaarne meer van die „besten” hebben. Om den dominé? Ja, ook! Hij doet zijn werk, bereidt zich voor, overdenkt, studeert, is misschien dagen lang reeds bezig met hetgeen hij spreken zal, en, als dan de avond er is…. een kerk, half of voor een vierde of nog minder bezet! Denkt ge, dat dat aangenaam is? O, ik weet het wel, als hij eenmaal aan het spreken is, dan ziet hij geen ledige plaatsen meer, als 't goed is. Maar aan het begin, op het einde? Dan ziet hij ze en — hij is mensch! Of hij dan niet begrijpen kan, dat niet allen kunnen zoo midden in de week? Zeker, dat begrijpt hij wel, maar hij begrijpt ook, dat er veel meer konden komen, als zij maar wilden. Laat er eens iets bijzonders zijn, laat er eens een „vreempje”, vooral een „beroemdheid” optreden, dan zijn ze present, terwijl zij anders zeggen niet te kunnen. Ik zou zeggen: Help, steun uwen dominé door te komen. Als gij niet komt, terwijl gij er gelegenheid toe hebt, zult gij ook niet voor hem bidden. Kom ook voor uwen leeraar!
Doe het ook voor uw gezin! Uwe kinderen moeten door uwe daden er van overtuigd worden, dat uw godsdienst niet een zondagzaak is maar dat hij eene beheerschende plaats inneemt in uw leven, dat voor den dienst van God tenslotte al het andere moet achterstaan. Houd dien avond vrij ook voor uwe kinderen, opdat zij met u nederzitten onder het Woord! Mogelijk zullen zij juist in die winteravondbeurten dat vinden, wat zij in de gewone diensten op Zondag misschien missen n l. het verstaanbare, het voor kinderen tastbare, als de dominé de goede gewoonte volgt in eene vervolgreeks den een of anderen bijbelschen persoon of geschiedenis tot onderworp te nemen. Wijs ze, ook in de week, het pad naar Gods huis!
Doe het voor de gemeente! Meer dan wij het soms vermoeden, wekt de talrijkheid van het gehoor op de belangstelling dor hoorders. Hoe meer het kerkgebouw gevuld is, hoe minder last van de koude, maar ook hoe meer aanwas van opmerkzaamheid. Gij helpt reeds door uw aanwezig zijn uw broeder of zuster luisteren.
Doe het voor uzelf! Neen, ik weet het, gij zijt nog niet zoo, dat gij alles al weet en wilt wel bekennen, dat het Woord nog diepten heeft, die ge niet gepeild hebt, en lessen, die ge noodig moet hooren. Wat is er voor uzelf niet te leeren, te genieten in de weekdiensten. Zie, als ge uw belang en uwe roeping verstaat, dan blijft gij niet achter, als de deuren van 's Heeren huis in de week ook voor u worden opengezet, dan gaat gij op evenals op den Zondag, biddend om 's Heeren zegen.
Vindt gij het niet vreeselijk, dat een dominé eens van de weekdiensten zeide: „'t Is domineesplagerij”? Neen, 't was niet goed, dat hij het zeide. Maar hij was mensch, en…. hoe kwam hij aan dat leelijke zeggen?
Houd den avond van de week godsdienstoefening vrij!
Met vr. br. gr. als steeds
t.t.
2-12-'21.
F. Lengkeek

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 december 1921

De Wekker | 4 Pagina's

Veluwsche Brieven 11 (1921)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 december 1921

De Wekker | 4 Pagina's