Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Heeft de Christelijke Geref. Kerk recht van bestaan 5

Bekijk het origineel

Heeft de Christelijke Geref. Kerk recht van bestaan 5

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vereeniging tusschen de Doleerenden en Christelijke Gereformeerden is in 1892 een feit geworden, maar ik vraag mij nog altijd af: is het wel een vereeniging geweest, die toen werd gesloten? Misschien klinkt dit onze Gereformeerde broeders vreemd in de ooren, en zullen zij mij toeroepen: maar hoe heb ik het nu; zou de vereeniging van 1892 geen vereeniging zijn geweest; zij is toch op wettige wijze tot stand gekomen?
Als men daarmede bedoelt, dat het formeel in orde is, dan kan ik, ja…. dan kan ik dit toestemmen, al valt er op dit punt nog weleens over het een en ander te praten, 't Is bijv. voor mij nog altijd de vraag: of het recht der gemeente wel voldoende erkend is, en of de kerkeraad in deze zaak wel voldoende voeling met de gemeente gehouden heeft. Ik weet wel, dat dit een terrein is, waarop voetangels en klemmen liggen en dat men mijn bedenkingen weerleggen zal met de opmerking, dat de Kerkeraad toch in alle handelingen de vertegenwoordigt, zonder ruggespraak met de gemeente te houden, en dan moet ik op grond van de Heilige Schrift en de Kerkenordening dat toestemmen, maar er blijven op dit punt voor mij toch altijd nog vragen. Doch die vragen daargelaten, dan wil ik erkennen: dat de Vereeniging van 1892 formeel in orde is, in zooverre, dat de kerkeraden hebben afgevaardigd naar de Classis, de Classis naar de particuliere Synodes en deze op hun beurt weer naar de Generale Synode. Maar een andere vraag is: of de geestelijke voorwaarden in beide kerkgroepen aanwezig waren, waarop alleen een Vereeniging mocht gesloten worden. Men heeft in die dagen veel gesproken van een huwelijk, maar dan moet ik zeggen, dat er nooit kouder huwelijk gesloten is dan op de Synode van Amsterdam. De woordvoerders van beide kerken hebben zich bij die gelegenheid wel bediend van mooie woorden en zij hebben veel, heel veel gezegd en geconstateerd, maar dat kon onmogelijk de koudheid wegnemen, waarmede de partijen elkander wederzijds ontvingen. Er was wantrouwen, achterdocht en terughouding aan beide zijden. Men voelde in de beide kerken maar altegoed: er was wat gemaakt, maar er was niets geboren. Men verlangde niet naar elkander, men had geen smart gedragen over het van elkander gescheiden zijn. Er was in de beide kerken geen diepgevoelde behoefte naar eenheid en samenleven. Dat kwam onmiddellijk aan het licht, toen men op grond van de Kerkelijke Vereeniging de plaatselijke Vereeniging ter hand nam. Wat heeft het toen in tal van gemeenten gestormd! Hier werd het beproefd en ginds werd het ondernomen, maar het lukte niet. Men moest het weer opgeven. Ds. van der Linden hoeft menige bidstond voor de Vereeniging geleid en toch …. het ging niet. Men was koud van elkander. Zeer koud.
Ik denk aan de Synode van 1893. Wat is het daar uitgekomen, dat men in den vorm wel één, maar in wezen twee was. Hoog gingen daar de golven, heel hoog, en als men er niet spoedig olie op uitgestort had, zou 1893 hebben vernietigd, wat in 1892 als Gods werk had geprezen. 1893 heeft duidelijk de tweeheid van de eenheid aan het licht gebracht, die men in 1892 gemaakt had. En die tweeheid is gebleven tot op vandaag, en zal blijven zoolang iedere groep haar eigen object behoudt, waarom zij zich scharen kan; want alles is in de vereeniging opgenomen, maar één zaak, de zaak waarop het voor de eenheid juist aan komt, is er buiten gebleven, dat is de opleiding tot den dienst des Woords. Zie daar de Achilleshiel van de vereeniging van 1892. Er is geen Synode, die de geestelijke kracht en den geestelijken moed heeft, deze tweeheid op te heffen, In Arnhem heeft men het geprobeerd, want men voelde van 1892 dat tweeheid van opleiding, Amsterdam en Kampen, de Doleantie en de Afscheiding in de vereenigde kerken waren. Maar met welk gevolg? Dat de meerderheid uit vrees voor de minderheid den moed miste het aangenomen voorstel uit te voeren. Er moest evenals in 1893 weer olie op de golven uitgestort worden, want anders had Arnhem vernietigd, wat Amsterdam gemaakt had. En na dien tijd heeft men de tweeheid aanvaard, overtuigd als men is dat het opheffen van deze tweeheid, tegelijk het opheffen van de eenheid beteekent. Waarom durft niemand het meer wagen om deze zaak aan te vatten, hoewel ieder gevoelt, dat het moest. Niet om principiëele redenen, dat zijn in deze aangelegenheid de voornaamste en de eigenlijke redenen niet. De eigenlijke reden is, zoo lang Amsterdam en Kampen afzonderlijk bestaan, zoolang is de tweeheid in de eenheid. Dat kan niemand loochenen, die den werkelijke toestand kent en wat door ernstige Gereformserden ook wordt toegegeven. Maar zeggen zij, het kan niet anders, als wij daaraan zouden beginnen, gingen de beide groepen weer uiteen. En daarom moeten wij ons schikken in den bestaanden toestand en ons de weelde veroorloven van een opleiding, die finantieel feitelijk boven onze kracht gaat. Want Kampen vraagt thans ƒ 200.000 als ik mij niet vergis en het krijgt ze. Men heeft den moed niet, om deze in mijn oog schitterende gelegenheid aan te grijpen ten einde de zaak van de opleiding zelve eens ter hand te nemen. Toen eenige kerkeraden bezwaar maakten, om deze gelden toe te staan, waren de kerkbode's er dadelijk bij om olie aan te dragen, want het begon dadelijk te gisten. Er zal dus niets anders overblijven dan te betalen en daardoor de tweeheid in de eenheid te bestendigen. Dat is de werkelijke toestand van de vereenigde kerken. Aan de oppervlakte: alles in orde, alles een, maar die dieper doordringt en scherper ziet, ontdekt duidelijk: A = A en B = B. En zoo zal het blijven. Neen het zal sterker worden, want beginselen werken door, zij laten zich tijdelijk formeel wegdoezelen, maar ten slotte treden zij met hun onverbiddelijke consequentie aan het licht. Men kan B broeders tot curatoren van de A opleiding maken en A broeders tot curatoren van de B opleiding, 't helpt niets, 't Zit hem niet in de curatoren, maar in de objecten, die zij te verzorgen hebben, want in die objecten leeft het beginsel en de B curatoren moeten in de Kamperschool het beginsel der Afscheiding verzorgen. De ironie der geschiedenis. De consequentie van het beginsel, waaraan niemand ontkomt. Waar dit op uitloopen zal? Niemand weet het. Maar de geestelijke spanning moet grooter worden in de Gereformeerde Kerken en die spanning zal openbaar worden in de opleiding, want Bavinck is weg.
En men zal pas voelen, dat hij weg is, als men zijn plaats zal gaan vervullen. Ik ben geen profeet, maar 't komt mij voor, dat aan Kampen de toekomst is. Het beginsel der Scheiding is sterker dan dat der Doleantie. Waarom? Ik zal het thans niet uiteenzetten, misschien later eens. Maar laat ik het den Geref. broederen nog eens mogen zeggen: dat zij eerst dan waarlijk een zullen zijn als zij het vraagstuk der opleiding op een bevredigende wijze zullen hebben opgelost. Tot zoolang zijn zij twee. En wij, die er buiten staan, wachten rustig af en volgen met spanning den loop der gebeurtenissen binnen de Geref. Kerken, overtuigd als wij zijn: dat Gods werk niet kan gebroken worden.
Ds. H. Janssen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 december 1921

De Wekker | 4 Pagina's

Heeft de Christelijke Geref. Kerk recht van bestaan 5

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 december 1921

De Wekker | 4 Pagina's