Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Veluwsche Brieven (XXI)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Veluwsche Brieven (XXI)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geliefde Broeder!

„Van vela boeken te maken ie geen einde, en veel lezens is vermoeiing des vleesches”, heeft de wijze Prediker gezegd. Leefde Salomo in onzen tijd, wat zou hij dit woord herhalen! Wij worden overstroomd met boeken. Geschrift op geschrift gaat naar, komt op en verlaat de pers en de menschen vermoeien zich met lezen en nog eens lezen. Een pers kende Salomo met, tenminste niet een drukpers. Alle hoeken moesten in zijn tijd met de hand geschreven en vermenigvuldigd worden. Sinds de uitvinding van de boekdrukkunst, eerst heel primitief later al meer en meer volmaakt, zoodat wij nu hebben onze rotatiepersen, die aan de eene zijde het papier ontvangen om aan de andere zijde een geheel in de plooien gevouwde courant af te leveren — sinds de uitvinding van de boekdrukkunst is de vermenigvuldiging van hoeken en geschriften steeds toegenomen en daarmede ook het aantal lezers. Da Costa noemt in zijn „Vijf en twintig jaren” die uitvinding „een reuzenstap ten hemel en — ter helle”. Te recht. „Ten hemel”, want de uitvinding der boekdrukkunst maakte het mogelijk het Woord des Heeren, onzen dierbaren Bijbel, in korten tijd in een groot aantal exemplaren te verspreiden. Toen dan ook de Hervorming kwam, vond zij de drukpers gereed, haar te helpen. Luthers vertaling vond gemakkelijk haar weg; Calvijns geschriften en die van andere voermannen van dien tijd konden haar gezegenden invloed oefenen in breeder kring dan mogelijk geweest ware, indien alles naar den ouden trant door schrijven moest worden vermenigvuldigd. Millioenen bijbels en evenveel geschriften ter verdediging der waarheid hebben de pers verlaten. Maar ook — „ter helle!” Er is geen gave, geen weldaad door den Heere den mensch geschonken, waarvan hij geen misbruik maakt. Stonden alle menschen in dienst des Heeren of kwamen de uitvindingen alleen den kinderen Gods ten goede, dan ware het andere, maar het is zoo niet, Reeds vóór de uitvinding van de boekdrukkunst waren er geschriften van Gode-vijandigen, onzedelijken aard. De moeilijkheid der vermenigvuldiging hield echter de verspreiding tegen. Maar met de uitvinding dier kunst neemt ook de verspreiding dier boeken een ongekende vlucht, En nu weet ge wel, dat, wanneer wij de menschen verdeelen moeten naar de verhouding, waarin zij staan tegenover den Heere en Zijnen zaligen dienst, het overgroote deel leeft uit het beginsel van beneden, het kleinste uit dat van boven. Was de boekdrukkunst van groot nut voor het Godsrijk, zij is eveneens geweest de handlangster van den vorst der duisternis. Onder de verleidelijke leuze „Be schaving” heeft zij medegewerkt om het menschdom meer en meer van God en Zijn dienst te vervreemden, En daar gaat zij mede door. Als wij eens wisten al wat er zoo van de pers kwam, wij zouden er van schrikken! Gedloochening, verachting van al wat heilig is, ondergraving der zedelijke grondslagen van het gemeenschapsleven in maatschappij es huwelijk; aan rijzing van het meest brute geweld en van hemeltergende zenden! Vraagt ge, vanwaar al de ellende is, die het menschdom doet zuchten in den tegenwoordigen tijd; hoe het komt, dat de geest Tan revolutie zich meester heeft gemaakt van de volkeren der wereld? — voor een groot, zeer groot gedeelte rust de schuld daarvan op de pers. God gaf haar, om de waarheid te dienen en zij is slavin van den leugen geworden. Neemt men haar „de koningin der aarde”, goed, dan heeft God haar gegeven, opdat zij eene koningin in gerechtigheid zou zijn; doch zie, zij is geworden predikster van ongerechtigheid, verkondigster van oproertheorieën, verderfster der eeuwige gedachten, door God toch in het hart des menschen gelegd en gelaten. Slechts voor een klein deel staat zij in dienst des Heeren, zoekt zij de waarheid en wijst zij henen naar Gods gerechtigheid. Voor een klein deel! Het grootere deel heeft de macht van handel en nijverheid, van het kapitaal, van den geest der eeuw. En dat kleinere deel? Met moeite houdt het zich staande. Waarom toch? Omdat zij, die dat kleinere deel moesten steunen, nog zoovelen onder hunne gelederen tellen, die zich wenden tot het grootere, die zich laten misleiden door het etiket „neutraal”. Meer dan wij dikwijls bedenken is de invloed groot op ons en onze omgeving van het „neutrale” blad en die invloed leidt ons niet op maar van het rechte spoor; wij worden zee langzamerhand vergiftigd door neutraliteit, die onmogelijk is, die in haar aard staat tegenover den Christus. Laat mij u de volgende week nog het een en ander mogen schrijven; mijne ruimte is al overschreden en ik moet dus eindigen. Met vr. br. gr.

t.t.
17-2-'22. L.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 februari 1922

De Wekker | 4 Pagina's

Veluwsche Brieven (XXI)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 februari 1922

De Wekker | 4 Pagina's