Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geen dualisme (II-Slot)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geen dualisme (II-Slot)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zonder het bedoeld te hebben, zijn wij er toch toe gekomen, breeder te schrijven over „het geloof zoekt wetenschap”. 't Is dan ook van zooveel gewicht eens na te gaan, vanwaar de dwaling gekomen is, die de ontwikkeling maar aan de wereld wil overlaten en het geloof daartegenover voor Gods volk.
Hier is een diepgaand verschil tusschen ons en het dualisme, en een principe, dat zoo licht Gods kinderen meevoert, 't Lijkt zoo bekoorlijk in een wereld, die in het booze ligt, het aardsche maar over te laten aan de kinderen der wereld, dus ook de wetenschap en alleen maar te leven voor den hemel. Dit bracht in de eerste eeuwen der christelijke kerk het kloosterwezen en de onthouding van alle aardsch genot, zelfs van het huwelijk, zoodat velen zich onttrekken aan de wereld om in godvruchtige bespiegelingen en meditaties in de eenzaamheid zich te verlustigen. De aarde voor den wereldling, de hemel en het hemelleven voor Gods kinderen, zoo werd de leus. Een ontdekte ziel vraagt niet naar wetenschap, maar naar doorgronding des harten, een terugtrekken in ziehzelven dus, zooals P. V. meent. Och, 't is zoo goed ie verstaan, zoo aan-lokkelijk, maar is men dan een zoutend zout en een lichtend licht? Mag de wetenschap aan de wereld worden overgelaten, en is niet alle gave Gods, ook de weten-schap als gave Gods, goed, mits mot dank-zegging genoten?
Hoe toch heeft God den mensch geschapen? Met ware kennis, gerechtigheid en heiligheid. Die kennis en wetenschap van den eersten mensch in den staat der rechtheid was eene volkomene, ook volkomen, wat de dingen dezer aarde betreft. Adam geeft de dieren namen naar hun aard. Adam kent Zijn Schepper, maar ook het schepsel, ook het rijk der natuur. Welk een veld van wetenschap en al die kennis gebruikt hij om Zijn Maker te verheerlijken. Hij wordt geplaatst in den hof van Eden, om dien te bebouwen. Hij mag zich dus niet van het aardsche onttrekken, maar moet het alles aanwenden ter eere Gods.
Na den val echter heeft Adam de zuivere Godskennis verloren, hij is verduisterd in het verstand. Maar hij behield toch nog eene ingeschapen Godskennis. Hij verloor niet het bewustzijn, dat God bestaat. Rom. 1 : 19, 20, leert duidelijk het tegendeel. De Socinianen leerden, dat God zich aan Adam bekend maakte na den val door nieuwe openbaring, terwijl zij de ingeschapen godskennis loochenden. Hadden zij gelijk, dan was er eene tegenstelling tusschen gelooven en weten. Dan had de gevallen mensch wel kennis van de zichtbare dingen, maar niet van de onzichtbare, ja dan had hij heel geen kennis Gods na den val over gehouden. Dan kreeg hij door Godsopenbaring een nieuwe kennisse Gods, maar zij was hem niet door Schepping gegeven. Dan kon hij niet zeggen: Do hemelen verkondigen Gods eer, Ps. 19, want dan zag hij God niet in de werken zijner handen. Erkennen wij echter de ingeschapen Godskennis, dan erkennen wij ook, dat de mensch niet alleen een oog heeft om de zichtbare schepping te zien en te leeren kennen, maar dat ook zijne rede, hoe diep bedorven ook door den val, nochtans hot oog der ziel is om gewaar te worden, dat God bestaat. Dan is de tegenstelling tusschen geloof en weten overwonnen, en dan gelooft de mensch niet alleen, dat God er is, maar dan weet hij het ook. Dan is gelooven tegelijk weten, gelijk de heidenen niet alleen gelooven, dat er goden zijn, maar da wetenschap van een Hooger Wezen in zich omdragen. Meer nog, erkennen wij de ingeschapen Godskennis, dan moeten wij ook erkennen, dat in de wedergeboorte geen nieuwe Godskennis wordt ingestort, maar het verduisterd verstand wordt verlicht, de Godskennis wordt geheiligd, zoodat er weder ware en zuivere Godskennis ontstaat door de herstelling van het beeld Gods. Zelfs de aardsche dingen worden in een ander licht bezien en het geloof wil ze kennen bij het licht van Gods Woord. Lees Salomo's Spreuken en Prediker, hoe zijn geloof wetenschap zocht, zoodat er van alle volken kwamen om de wijsheid Salomo's te hooren, eene wijsheid die deed spreken van de boomen, van den cederboom af tot op den hysop, van het vee, en van het gevogelte en van de kruipende dieren en van de visschen. (1 Kon. 4 : 33, 34.)
Zou een rechtgeaard kind zich niet verblijden, als hij de schatten zijn vaders mag bezien, welnu, zou dan de geestelijke mensch ook niet wenschen na te speuren de groote werken Gods in het rijk der wetenschap, 't welk God den mensch komt te toonen. Hoe meer het geloof daarin afdaalt, hoe meer het kind van God zijne onkunde zal belijden en in ootmoed zal erkennen, dat hij toch eigenlijk nog zoo weinig weet, niet alleen wat geestelijke ervaring maar ook, wat wetenschappelijke kennis betreft.
En dan da dienaar des Woords, die dit Woord moet verklaren? Vraagt zijn geloof niet naar wetenschap, om dit Woord recht te verstaan? Zingt zijn geloof niet: „Leer mij o Heer' een rechten zin verstaan, en wetenschap der dwazen waan ontvlieden.” P. V. meent, dat er geen behoefte is aan mannen van wetenschap, maar van godsvrucht, weer die tegenstelling! Neen, er is behoefte aan mannen van godsvrucht, die tevens wetenschap bezitten, om 2 Cor. 4 : 5 „nademaal wij niet willen ontkleed, maar overkleed worden, opdat het sterfelijke van het leven verslonden worde,” niet toe te passen op het van nature niet willen ontdekt worden, zooals P. V. in dien tekst leest, maar op het zuchten van Paulus en de geloovigen in hun aardschen tabernakel, daar zij bezwaarvol tegen het sterven opzien en liever zonder sterven, zonder afbraak van hun aardschen tabernakel, den hemel zouden willen intreden om met die hemelsche woonstede overkleed te worden. Gevoelen onze vrienden te Ameide nu wel, hoe noodig wetenschap is voor den geloovigen Dienaar des Woords. Maar wetenschap zender geloof brengt het bederf in de kerk en leidt tot opgeblazenheid. Hiertegen heeft de kerk te bidden en te waken.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 maart 1922

De Wekker | 4 Pagina's

Geen dualisme (II-Slot)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 maart 1922

De Wekker | 4 Pagina's