Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ter Herinnering

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ter Herinnering

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zaterdag 17 Juni was het dertig jaren geleden dat in Amsterdam de vereeniging tusschen de Christelijke Gereformeerde Kerk in de Nederduitsch Gereformeerde Kerken (doleerende) gesloten werd. Die datum zal steeds in herinnering blijven bij het geslacht, dat dien tijd mede doorleefd heeft, maar moet eveneens aan de opvolgende geslachten gedurig herinnerd worden. Die datum toch spreekt van een groet keerpunt in de kerkgeschiedenis. Twee kerkengroepen, verschillend in beginsel, in standpunt, in wijze van reformatie, in oorsprong, ja wat meer zegt, verschillend in beschouwing van zeer belangrijke geloofswaarheden als de wedergeboorte, rechtvaardigmaking en sacramentsleer, werden toen saamgevoegd en tot saamleven gedwongen, hoeveel bezwaar er ook tegen geopperd werd.
Zelfs ter Synode der Christ. Geref. kerk, welke de vereeniging sloot, werden nog door eenige afgevaardigden bezwaren geopperd, doch deze werden afgewezen met de woorden: „Wij zijn nu gekomen om te vereenigen. En als gijlieden nu alle bezwaren gaat opsommen, dan kunnen wij wel naar huis gaan; wij zouden dan den Voorzitter maar willen verzoeken om deze Synode te sluiten. Waartoe dan zooveel kosten en moeite, en waartoe langer hier gebleven!!” Zoo werd dus de Vereeniging doorgeschreven en zou er voortaan geen Christ. Geref. Kerk meer zijn. Zij zou opgelost zijn in het groote lichaam „De Geref. Eerken in Nederland.”
Toeh is 17 Juni voor ons niet een dag van rouw. Hij zou het zijn, als de Christ. Geref. Kerk toen ware vernietigd. Maar neen, de trouwe Gods, die nooit het werk Zijner handen laat varen, hield haar in stand. Op haar kan ook toegepast: „De schutters hebben haar bitterheid aangedaan en beschoten en gehaat,” maar niet minder: „haar boog is in stijvigheid gebleven en de armen harer handen zijn gesterkt geworden door de handen van den Machtige Jakobs.''
Hoe gering ook, er was nog een overblijfsel, dat niet medeging met die vereeniging en in de mogendheid des Heeren besloot de Chr. Geref. Kerk voort te zetten.
Te Zierikzee besloot Ds. Wessels met zijn kerkeraad en bijna heel de gemeente om als Christ. Geref. Gemeente te blijven voort bestaan. Hiervan werd kennis gegeven aan „de Geref. Eerken,” zoodat deze gemeente nooit met de vereeniging is medegegaan. Evenzoo deed Ds. Jonkman met zijn Kerkeraad en gemeente. Ook Ds. F. P. L. C. van Lingen ging niet mede. terwijl een maand later Ds. J. Wisse met een deel der Haagsche gemeente tot de Christ. Geref. kerk terug keerde. En dit geschiedde niet zonder waarschuwing. Reeds vóór de Synode hadden Ds. van Lingen en Wisse een bezwaarschrift opgesteld, dat met 600 handteekeningen voorzien ter Synode was gezonden. Dit bezwaarschrift is als historisch stuk van groot belang en moet ook door het nageslacht gekend. Het Iuidt, na een opschrift en ’t verzoek: „Broeders, sluit thans nog niet definitief de door zoovelen gevreesde vereeniging,” aldus:
„Vergunt ons enkele onzer bezwaren in Uw midden neer te leggen:
a. Nooit is den kerkeraden verzocht of opgedragen, de vergadering van mans-lidmaten in elke gemeente op ie roepen, teneinde al of niet toe te stemmen in de voorwaarden van Leeuwarden en de verklaring, daarvan gegeven, hetgeen toch het onvervreemdbaar recht der gemeente mag gerekend worden, omdat de Vereeniging alle gemeenten met de werken in Doleantie samenbindt. Wij achten daardoor de rechten der gemeente verkort.
b. In den strijd der laatste jaren bleken de beginselen van Afscheiding en Doleantie met elkaar In strijd, vooral in de be-schouwing der Hervormde Kerk. Indien dan niet één der twee beginselen in de Vereenigde Eerken aan het ander zal opgeofferd werden, waarvan kan hunne samenvoeging dan anders oorzaak zijn dan van twist en eindelooze verwarring ?”
c. Bezwaarlijk valt het ons, broeders ! om voetstoots alle kerken in Doleantie, hoe ook ontstaan, zonder eenig onderscheid voor „zuivere Geref. kerken naar belijdenis en Kerkorde” te erkennen, ja, zelfs te erkennen al hare lidmaten, die zonder eenig kerkelijk onderzoek zich in het Duplicaatboek lieten inschrijven.
d. Een ander bezwaar is niet ons geringste. Het is onze vaste overtuiging, dat de wederkeerige liefde, die toch bij elk huwelijk, ook bij dat van deze kerkengroepen, een allereerste vereischte is, maar al te veel wordt gemist en zoodanig „huwelijk” noodwendig bron van betreurenswaardige verwarring en tweedracht zal worden.
e. En eindelijk is het ons een overwegend bezwaar voor gereformeerd te er-kennen, wat door voorgangers der doleerende kerken in den laatsten tijd in het publiek is uitgesproken en geleerd omtrent de wedergeboorte en den Heiligen Doop.
Deze bezwaren werden zoogenaamd „wederlegd” door de Synode. De liefde zou wel komen en over beginsel- en leer-verschil stapte de Synode heen. De latere twisten over de leer en de Synode Tan 1905 met de Utrechtsche leerregels hebben getoond, dat onze vaderen recht gezien hebben.
En wat deed de Heere nu in de dertig jaren sedert 1892 ? De kerk leefde weer op, het gemeentental, Noordeloos, Teuge en Zierikzee, die staan bleven, groeide aan tot meer dan honderd. Een Theol. school herrees en leverde aan de kerk ongeveer vijftig predikanten, waarvan drie overleden zijn. Bovenal, God bewaarde ons voor de leeringen, waartegen reeds het bezwaarschrift opkwam. Hij fondeere de kerk verder in de oude Gereformeerde leer, door do kerk der Scheiding omhelsd en verdedigd.
Voor vele onderen in de kerk is hetgeen wij hier schreven niet onbekend. Toch zuilen er velen zijn, die dit alles neg eens gaarne zich zien herinnerd, terwijl ons opkomend geslacht dit stukje geschiedenis. nog eens onder de aandacht moet gebracht. Onze ouden hebben gestreden in die dagen, zij hebben smaad en hoon ontvangen, zij zijn gescholden voor malcontenten en scheurmakers en verbrekers van de eenheid van het lichaam van Christus. Dat zij pal bleven staan, was in de oogen dergenen, die met den stroom der vereeniging meedreven, groote zonde, maar hierop zij nog even de aandacht gevestigd, dat de Synode der doleerenden 15 Juni besloot niet te vereenigen, indien de Christ. Geref. kerk haar naam behield. Dit besluit werd zelfs op de Synode der Christ. Geref. kerk door één der afgevaardigden „het ultimatum der Broeders aan de overzijde” genoemd. Die „Broeders van de overzijde” durfden dus om een naam zelfs de vereeniging te verhinderen, wij, die om de waarheid en het beginsel niet meegingen, werden daarop scheurmakers genoemd, 't Zij zoo, de geschiedenis, meer nog. God zelf heeft in deze dertig jaren ons voortbestaan als Christ. Geref. kerk gerechtvaardigd. Daarom herdenken wij thans de trouwe Gods, Zijn veracht en bedrukt overblijfsel van de scheiding bewezen.

Apeld. De Br.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juni 1922

De Wekker | 4 Pagina's

Ter Herinnering

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juni 1922

De Wekker | 4 Pagina's