Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Sombere wolken pakken zich boven Europa saam. Het Oostersch gevaar komt in verscherpten vorm met vernieuwde kracht opzetten en het schijnt, of de regeering te Angora het op een conflict met. Engeland aanstuurt. Aanvankelijk scheen het gevaar bezworen. Lord George verdween en daarmede was de kracht van de oorlogspartij in het Engelsche ministerie gebroken. Want van achteren blijkt, dat er werkelijk een oorlogspartij bestaan heeft. Er waren in het Engelsche ministerie mannen, die een oorlog tegen de Kemalisten zouden ontketend hebben. Gelukkig is dat voorkomen en zoowel te Londen als te Parijs ademde men rustiger. De algemeene gedachte was, dat de Turken zich aan de afspraak met de Geallieerden zouden houden en niets meer zouden ondernemen voor de in uitzicht gestelde conferentie, die zoo spoedig mogelijk zou gehouden worden. Het schijnt, dat Kemal dat ook beloofd had. Maar nauwelijks was do afspraak gemaakt, of zij werd van de zijden der Turken weer verbroken. Te Angora, de zetel van de nieuwe Turksche regeering, wilde men blijkbaar niet wachten, bevreesd als men was, dat de buit hun ontgaan zou. Ook is het niet onmogelijk, dat de Russische regeering de mannen te Angora heimelijk heeft aangezet om het ijzer te smeden, terwijl het heet is, want de Russische regeering zou oorspronkelijk tot de conferentie niet worden uitgenoodigd. Men wilde de kwestie van de Dardanellen liefst zonder de Russen beslissen, omdat men bang was de Russen er in te halen. Maar de Russen teekenden onmiddellijk protest en gevolg was, dat de geallieerden bakzeil haalden en den Russen beloofden, dat zij wel niet tot de geheele conferentie toegang zouden hebben, maar dat het z.g.n. tweede deel, waar over de Dardanellen zou gehandeld worden, door hen mocht worden bijgewoond; waartegen de Russen begrijpelijkerwijze weer protest aanteekenden. Maar onder dat alles werd de toon van de mannen te Angora steeds dreigender en de eischen brutaler, zij eischen niets minder, dan dat zij onmiddellijk in het bezit van Konstantinopel zouden gesteld worden en dat de Dardanellen een vrije zeestraat onder de heerschappij der Turken zouden worden, met dien verstande, dat wanneer oorlogsschepen van vreemde nationaliteit door de zeestraat wilden varen, zij daarvoor de toestemming van de nieuwe Turksche regeering zouden behoeven en de vlag van de nieuwe regeering op de gebruikelijke wijze hadden te begroeten. Begrijpelijk, dat men en te Londen en te Parijs geweldig schrok van deze Turksche brutaliteit en onmiddellijk te Konstantinopel orders gaf de brutale eischen der Turken af te wijzen. Maar de Turken trokken er zich niemendal van aan, zij formuleerden dezelfde eischen in een nieuwe nota, die nog veel krasser gesteld was dan de eerste, en drongen er op aan, dat de conferentie zoo spoedig mogelijk bijeen kwam. Verder eischten zij, dat er geen vertegenwoordigers van den Sultan tot deze conferentie zouden worden toegelaten, want de Sultan was vervallen verklaard zoowel van zijn geestelijke als wereldlijke waardigheid en de oude regeering was eenvoudig ontbonden. Zoo staan op dit oogenblik de zaken. De Geallieerden hebben de tweede Turksche nota niet minder scherp beantwoord en er de Turken op gewezen, dat zij op deze wijze rechtstreeks op een conflict met geheel Europa aansturen. Maar tegelijk hebben de geallieerden bun krijgstoerustingen te Konstantinopel versterkt, Engelsche oorlogsschepen werden in groeten getale in de buurt van Konstantinopel bijeen gebracht en zelfs hebben de Vereenigde Staten in allerijl een oorlogsschip naar Konstantinopel gedirigeerd. Wat het worden zal, weet niemand, maar er heerscht én te Londen én te Parijs een geweldige spanning en met oen bange vrees slaat men de ontwikkeling van de gebeurtenissen in het Oosten gade, want niemand wil oorlog en toch is de mogelijkheid volstrekt niet uitgesloten, dat men vechten moet. Maar wat dan? Want nu zijn de geallieerden nog dicht aaneen gesloten, Maar 't is nu nog protesteeren, m. a. w. het kost nog niets. Maar als het werkelijk eens tot een oorlog tegen de Turken konten moest, zal dan die eenheid bewaard blijven, zal Frankrijk Engeland steunen in deze politiek, waar Frankrijk absoluut niets voor kan gevoelen, omdat het er geen belang bij heeft? Zal hst Fransche volk mee gaan en voor Engeland de kastanjes uit het vuur halen en misschien op deze wijze een oorlog helpen ontketenen, waarin het ook Rusland tegenover zich krijgen kan? En dan het verdrag van Rapollo, dat Rusland mat Duitschland gesloten heeft en waarvan men beweert, dat het ook geheime militaire clausules bevat? Hier opent zich een gebied van onbegrensde mogelijkheden en verstrekkende combinatien, die Frankrijk met groote voorzichtigheid zullen vervullen, want tot geen prijs zal Frankrijk meewerken aan iets, dat de mogelijkheid in zich besluit, dat Duitschland zich aan de Pransche greep zou kunnen ontworstelen. Maar in Frankrijk heeft men maar een ideaal, en dat is niet, de Turken buiten Europa houden of de zeeengte van Kon stantinopel beschermen of den Sultan de hand boven het hoofd houden, of den vrede in de Mohamedaansche wereld bewaren, het Fransche ideaal is: Duitschland er onder houden, en als dat maar bereikt worden kan, is Frankrijk alles goed. Maar wat de verwezenlijking van dat ideaal in gevaar brengen zou, zal in Frankrijk op hardnekkigen tegenstand stuiten. 't Is dan een spannende en zorgelijke tijd. Wanneer wij niet hooger konden zien, dan deze wereld, zou de vrees ons doen bezwijken. Maar Gode zij dank, dat wij het woord van onzen God hebben dat ons zegt: „Mijn raad zal bestaan en Ik zal al Mijn welbehagen doen”.

d.H. (den Haag) J.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 november 1922

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 november 1922

De Wekker | 4 Pagina's