Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Verkiezingen in Engeland zijn geen succes geweest voor Lloyd George. Van de ongeveer 14000000 stemmen, die het Engelsche volk heeft uitgebracht, waren er slechts 1.430.000 voor Lloyd George en zijn volgelingen. Wel een bewijs, dat de overgroote meerderheid van het volk er genoeg van had. 't Moet wel bard zijn, om na zulk een vergoding, als Lloyd George ten deel gevallen is, zoo versmaad te worden, En al heeft hij stellig redenen er tos gegeven, en al was zijn Oostersche politiek nu niet gelukkig voor Engeland, toch mag niet vergeten worden, wat hij gedurende de oorlogsjaren beeft gedaan. Want als hij er niet geweest was, had menschelijker wijze gesproken, de Entente den oorlog verloren. 't Is zijn energie, zijn volharding, zijn doorzettingsvermogen geweest, die hem ook in de donkerste oogenblikken den moed niet deden verliezen, maar hem altijd weer in staat stelden, om vastberaden voort te gaan. Zijn rol is voorloopig uitgespeeld, en of hem ooit weer een rol van beteekenis zal worden opgedragen, kan niemand voorspellen. Er zijn er in Engeland en daar buiten, die niet kunnen gelooven, dat Lloyd George voor goed afgedaan zou hebben; maar het komt mij voer, dat het zeer gevaarlijk is op dit gebied zich aan voorspellingen te wagen. Men vergete niet, dat wij veel sneller leven dan 25 jaren geleden, en dus als gevolg daarvan het menschenverbruik veel grooter is dan toen. Want vroeger kon een Tolk eet groot man 25 jaar onafgebroken in eere houden, maar dat is voorbij. De grootheid der menschen is nooit zoo snel opgekomen, maar ook nooit zoo ras voorbij gegaan als tegenwoordig. Men is in enkele jaren een groot man, een vooraanstaand man, een onmisbaar man, een verafgood man, en, na enkele jaren is men weer een vergeten man. Dus is volstrekt niet onmogelijk, dat dit ook het lot van Lloyd George is. Middelerwijl heeft de Oostersche kwestie, waarin de voornaamste reden van Lloyd Georges val moet worden gezocht; zich verder ontwikkeld. Maar niet in het voerdeel van Europa. Want Europa heeft in Konstantinopel niemendal meer te zeggen, De Turken zijn er de baas, en wel de Turken van het nieuwe rijk, dat zij in Klein-Azië gesticht hebben. De Turken van Angora deelen aan den Bosporus de lakens uit en de Gealliëerde Commissie en de Hooge Commissarissen en de generaals, en welke hooge Oome's er neg in Konstantinopel mogen zitten, slaan met groote vrees de ontwikkeling der gebeurtenissen gade. Want zij weten maar al te goed, dat zij totaal onmachtig zijn weerstand te bieden. Mussolini mag een groot woord spreken en doen alsof hij alleen wol in staat is, de Turken tegen te houden, Engeland en Frankrijk weten dat wel beter. Europa kan geen oorlog tegen de Turken gaan voeren, op gevaar af, dat het zichzelf verwoest en ten onder brengt. Dat weten de Turken ook wel. En dat is hun groote kracht tegenover Europa. Dat komt heel sterk uit op de Conferentie te Lausanne, waar de geallieerden wel een heel grooten mond open zetten, en doen alsof zij het heft in handen hebbes, maar Ismed-pasja, de leider van de Turksche delegatie is toch eigenlijk de gevreesde man, en de leider van de Engelsche delegatie lord Curzon spreekt er telkens van onze vrienden, de Turken.

Wat het resultaat van deze conferentie zal zijn, is op dit oogenblik nog niet te zeggen, maar ik vrees, dat zij ons dichter bij den oorlog dan bij den vrede zal brengen, want een van haar eerste resultaten is, dat de Balkanbond weer uit zijn asch is opgestaan. En in die opstanding zie ik allerminst een voorbode van den vrede. Integendeel, die de geschiedenis van dezen Bond kent, weet, dat daarin een van de oorzaken voor den oorlog van 1914 moet gezocht worden. En nu verbinden zich de Balkanstaten weer tegen de Turken en zullen zoo noodig doen, wat de geallieerden zelf niet durven of niet kunnen: de Turken te lijf gaan. En dan! Dan vliegt de Entente uit elkander en ieder kiest zijn partij. Ik vind het verloop der gebeurtenissen in het Oosten op dit oogenblik zeer bedenkelijk voor den wereldvrede. Want de wereldvrede, zooals wij die thans hebben, is van zoo bedenkelijken aard, dat hij zoo in een wereldoorlog kan overgaan. De Aziatische Turken vielen Europa binnen en staan met hun zegevierende legers voor de poort van ons werelddeel en begeeren, dat ook het oude Turkije in Europa zal worden hersteld en dat Konstantinopel zijn centrale plaats en beteekenis in de Mohammedaansche wereld weer zal terugkrijgen. Ben zeer begrijpelijke eisch van Mohammedaansch standpunt.

Maar niet minder begrijpelijk, dat de Balkanstaten zeggen: de Turk komt er niet in, want de herstelling van Turkije gaat ten onzen koste en de herziening van het verdrag van Sevrès zet alles op den Balkan weer op losse schroeven, en jaagt daar alle staten weer tegen elkander in het harnas. En nu is er nog bijgekomen, dat de Nationale vergadering te Angora den tegenwoordigen Sultan Mehmed VI heeft afgezet, van al zijn staatkundige en geestelijke waardigheden vervallen verklaard, en met zijn ministers in staat van beschuldiging gesteld. Deze is toen onmiddellijk gevlucht aan boord van een Engelsch oorlogschip, dat hem naar Malta heeft overgebracht. Wat Engeland kan bewogen hebben, om den Sultan bij zijn vlucht behulpzaam te zijn, is niet duidelijk, want daardoor heeft het zonder twijfel zijn verhouding tot Angora verscherpt, en al heeft men te Angora onmiddellijk een nieuwen Khalief gekozen, het kan den Turken niet aangenaam zijn, dat de Engelsche regeering aan den afgezetten Sultan een schuilplaats verleent en hem als Sultan erkent en behandeld. Meent Engeland misschien in dezen Sultan nog een troef te bezitten, die het te gelegenertijd tegen de Regeering te Angora kan uitspelen. Ik weet het niet, maar als het dat meent, vrees ik, dat het zich deerlijk vergist. Ik geloof, dat de Mohammedaansche wereld vrijwel eensgezind achter de regeering te Angoro staat en haar stellig zal steunen in haar pogingen, Europeesch Turkije weer te herstellen. En dat maakt mijns inziens de toekomst zoo donker. Dr. Kuyper heeft eens gezegd, dat het mohammedanisme en hot christendom eenmaal tegen elkander zullen aanbotsen en dat alles zal warden opgelost in den strijd tusschen het Kruis en de Halve Maan. Soms is het mij of ik de voorteekenen van dezen strijd aan den horizon reeds ontdek en het is daarom, dat wij met zorg en vreeze den blik naar het Oosten gericht houden, ook al weten wij, dat de Heere regeert en de volken voor Zijn aangezicht beven.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 december 1922

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 december 1922

De Wekker | 4 Pagina's