Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Art. 22 D.K.O. Verkiezing van Ouderlingen (V)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Art. 22 D.K.O. Verkiezing van Ouderlingen (V)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Overgaande tot de bespreking van de verkiezing, zooals die in Art. 22 wordt beschreven, moeten wij letten op de sa-volgende zaken, 1. Bij wie het recht van verkiezing ligt. 2 Hoe de verkiezing moet uitgevoerd worden. 3. Wat verkiezing is bij meerderheid van stemmen en 4. Welke kwesties zich bij de verkiezing kunnen voordoen. Voorzeker een bijna onoverzien baar veld, dat ons eene uitgebreide stof tot behandeling zal geven, doch dat wij zoo kort mogelijk zullen trachten te beschouwen. Bij wie berust het recht der verkiezing Deze vraag moet allereerst gestald, daar Art. 22 zegt: „De ouderlingen zullen door het oordeel des kerkeraads en der diakenen verkoren werden. De woorden: „het oordeel des kerkeraads en der diakenen” zijn met groote letters in ons handboekje gedrukt om aan te geren, dat dit thans niet meer geldt, daar de gemeente de ouderlingen verkiest. Men acht de woerden van de kerkorde Art. 22 zelfs in strijd met onze Nederlandsche Geloofsbelijdenis Art. 81 waar geschreven staat dat de ambtsdragers „tot hunne ambten behooren verkozen te worden door wettige verkiezing der kerk,” zoodat niet de kerkeraad maar de kerk, dat is, de gemeente verkiezen moet. Daarbij wijst men dan op de vraag van het bevestigingsformulier, waar gevraagd wordt: Of' gij niet gevoelt in uwe harten, dat gij wettiglijk van Gods gemeente en mitsdien van Gods zelven tot dezen heiligen dienst beroepen zijt.” Zoo zou dan het recht der verkiezing bij de gemeente liggen en de kerkorde in Art. 22 dus zou afwijken van onze belijdenis.
Toch is dit niet zoo. Wel wordt in de belijdenis van „de kerk” en in het bevestigingsformulier van „de kerk”gesproken, doch daarmede wordt nog niet Art. 22 veroordeeld. Wij lezen in het bevestigingsformulier evenzoo „zegt het der gemeente” en dan geeft dit formulier hiervan deze verklaring, dat hiermede niet de gemeente hoofd voor hoofd bedoeld wordt, maar de kerke raad, als representeerende de ge-meeste. De kerkeraad toch vertegenwoordigt de gemeente.
Nu ligt in Art. 22 het beginsel uitgesproken, dat de kerkeraad als vertegenwoordigende de gemeente ook de ambtsdragers weet verkiezen. Dit wil niet zeggen in hierarchieschen zin buiten de gemeente om, alsof do kerkeraad in Roomschen sin over do gemeente zou heerschen. De Roomsche kerk toch laat de ambtsdragers het ambt geven aan anderen, geheel buiten de gemeente om. Do bisschop benoemd de pastoors en kapelaans en de gemeente most ze omvangen, zinder goed of afkeuring. Daar is de geestelijke stand de regeerstand en de leden zijn de geregeerden, die niets te zeggen hebben in zake de regeering der kerk. Zij worden geregeerd en hebben zich eenvoudig te onderwerpen.
Dit nu bedoelt Art. 22. Het wil niet de gemeente buiten de verkiezing houden, het wil haar òf de verkiezing laten approbeeren of goedkeuren òf haar uit een dubbel getal laten kiezen, maar de leiding of het oordeel der verkiezing meet van den kerkeraad uitgaan. Het wil niet eene verkiezing door de gemeente buiten den kerkeraad om en ook niet eene verkiezing door den kerkeraad, waarbij de gemeente uitgeschakeld is, maar zij wil toch, dat de kerkeraad het heft in handen houdt, m, a. w. de leiding heeft, zoodat al verkiest de gemeente uit een dubbel getal, toch de kerkeraad het eindoordeel heeft en den verkozene benoemt.
Prof. Rutgers zegt hiervan in zijne kerkelijke adviezen, dat de kerkeraad de benoeming moet doen volgens de K. O. „zoodat na elke stemming daarvoor even eene kerkeraadsvergadering is te houden. Natuurlijk zal de benoeming dan wel bijna altijd conform de aanwijzing der stemgerechtigden moeten geschieden zoodat die kerkeraadsvergadering in den regel slechts een formaliteit zal zijn. Maar bet geval kan zich toch ook voordoen, dat na het opmaken van het dubbel getal aan den kerkeraad iets ter oore is gekomen, waardoor hij een der voorgedragen en, ook al werd hij door de stemming aangewezen, niet zou kunnen of mogen benoemen; en dan zou het niet aangaan hem toch de benoeming toe te zenden, met opwekking om die aan te nemen. En in ieder geval moet de benoeming toch altijd uitgaan van den kerkeraad, die er verantwoordelijk voor is.” Dit advies zegt hetzelfde als Art. 22. Het oordeel berust bij den kerkeraad. Hij leidt de verkiezing en benoemt de gekozenen.

Apeld. DE BR.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 december 1922

De Wekker | 4 Pagina's

Art. 22 D.K.O. Verkiezing van Ouderlingen (V)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 december 1922

De Wekker | 4 Pagina's