Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenbus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenbus

Maccovius.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

A.P. te N. en G.M.M. te B., vragen inlichtingen omtrent Maccovius en diens verhouding tot de gereformeerde belijdenis.
In 1899 werd de kerkelijke wereld in opschudding gebracht door een wetenschappelijke verhandeling: „Johannes Maccovius.” Het was een proefschrift van Dr. A. Kuyper Jr., destijds predikant bij de Gereformeerde Kerk te Makkum, thans te Rotterdam, waarop hij aan de Vrije Universiteit tot docter in de Godgeleerdheid promoveerde. Het was maar niet een biografie, maar ook een apologie van den man, door wiens optreden zooveel beroering werd gewekt in de kerk des Heeren der 17e eeuw. Een „eerezuil” werd door den Makkumschen predikant voor Maccovius opgericht, wiens wijsgeerige theologische beschouwing ten voorbeeld van het zuiver gereformeerd denken werd gesteld. Algemeen was de verbazing over het verschijnen van dat boek; dat allerwegen tongen en pennen in beweging bracht. Maar waarover verwonderde men zich toch? 't Was toch overbekend, dat de beoefening der theologische wetenschap ter plaatse, waar de jonge docter zijn bul behaalde, ging in de banen door Maccovius aangewezen? Hij bracht slechts op de publieke markt, wat reeds jaren van achter den katheder werd gedoceerd, van menigen kansel werd verkondigd. En wien dat alles nog onbekend mocht zijn, kan het nader onderzoeken in de dissertatie van Dr. K. Dijk, predikant bij de Gereform. Kerk te 's Gravenhage: „De strijd over Infra- en Supralapsarisme in de Gereformeerde Kerken in Nederland.” Ook in dit geschrift werd voor Maccovius wierook gebrand. Professor Lindeboom, alleszins tot oordeelen bevoegd, recenceerde dit doctorale geschrift in het „Geref. Theol. Tijdschrift” en noemde de voorstelling van dezen „strijd” eenzijdig, en oordeelde zeer scherp, maar juist: „dat zij al te zeer de tendens verraadt, voor het supralapsarime de baan open en ruim te maken.”
Wij kunnen ons volkomen vereenigen met dit professorale oordeel, alleen met deze opmerking, dat ten opzichte van de supralapsarische voorstelling allang leervrijheid in de Gereformeerde Kerken bestond; en dat deze contrabande wetenschappelijk al jaren was binnen gesmokkeld. Hiertegen ging het bezwaar der broederen, die in 1892 met de Vereeniging niet konden meegaan, en waartegen zelfs van uit Amerika door Ds. L.J. Hulst is gewaarschuwd. Met Maccovius te verheerlijken gaf men den Dortschen Vaderen een slag in 't aangezicht.
Maar wie was dan die Maccovius, die na zooveel eeuwen nog onrust op de gereformeerde erve wekt?
Johannes Maccovius was een Pool van afkomst. Zijn wieg stond in Lebzenia, waar hij in 1588 geboren werd. Zijn adelijk geslacht was voor de Reformatie gewonnen en Johannes opvoeding was in gereformeerden geest. De grondslag voor zijn wetenschappelijke vorming werd gelegd op het Gymnasium te Danzig onder toezicht van den wijdvermaarden Bartholomeus Keekermann, Met kracht legde hij zich toe op de wetenschap, waarbij hij aan de wijsbegeerte zijn hart had verpand. Na volbrachte studiën te Danzig aanvaarde hij een reis naar verschillende landen om aan beroemde Universiteiten het onderwijs te volgen. Achtereenvolgens bezocht hij Praag, Lublin, Heidelberg, Marburg, Leipzig, Wittenberg, Jens, om eindelijk naar Holland koers te nemen. Niet te vergeefs had Maccovius aan de voeten van beroemde leeraren gezeten. Toegerust met veelzijdige kennis, begaaft met een scherpen blik en helder verstand was hij een geharnasd strijder in dienst der wetenschap; onverschrokken van aard trad hij als kampvechter op zoowel tegen Jesuïten als Socinianen; en zijn welsprekendheid deed hem meest triumpheeren.
In Holland aangekomen richtte hij zijn schreden naar Franeker, waar de jeugdige Hoogeschool reeds velen tot zich trok. Als student ingeschreven verwerft hij weldra de doctorale waardigheid, en de man, die hem hiertoe verhief was professor Sybrandus Lubbertus, die hem in later jaren tot een fellen tegenstander is geworden.
Holland werd zijn vaderland en Franeker de plaats, waar hij zijn krachten gegeven heeft ten dienste der wetenschap. Op verzoek der studeerende jongelingschap wordt Maccovius op voordracht van Curatoren door de Gedeputeerden van Friesland, 28 Januari 1615 benoemd „tot extra ordinaris Professor in de Godtheyt” op een salaris van 500 Caroliguldens, en reeds op 15 Juni van dat jaar werd hij van buitengewoon tot gewoon Hoogleeraar aangesteld.
Met Maccovius was Lubbertus aangewezen tot het doceeren der Theologische wetenschap. Maar al aanstonds bleek, dat zij niet van één gevoelen waren, en dat de een den ander niet uitnemender achtte dan zichzelf. De vrienden van Maccovius werpen de schuld der minder goede verstandhouding der beide hoogleeraren op Lubbertus. Hij zou een trotsch en heerschzuchtig mensen geweest zijn, zeer afgunstig op den roem van Maccovius, tot wien de studenten het meest zich aangetrokken gevoelden. Het kan zijn, dat prof. Lubbertus dergelijke zwakheden had, maar ook de Poolsche geleerde was verre van zachtmoedig, en gaf niet zelden aan zijn drift toe. Het komt ons voor, dat de antipathie, welke Lubbertus tegen Maccovius koesterde, voor een groot deel zijn oorsprong hierin vond, dat hij bij zijn ambtgenoot afwijkingen van de gereformeerde leer ontdekte. Maccovius deed zich weldra kennen als een vurig supralapsariër, die hierdoor al meer en meer Lubbertus tegen zich innam. Het heeft er allen schijn van, dat Maccovius om zijn tegenpartijder te grieven zijn beschouwing op de spits dreef en jonge mannen stellingen liet verdedigen, die in strijd waren met het infralapsarisch karakter karakter der belijdenis. Voegt daar nog bij het verschil in levenswijze. Lubbertus, de strenge puritein, die van zijn studenten ingetogenheid en vroomheid eischte. „Maccovius daarentegen was in zijn wandel niet onberispelijk en op zijn leven viel nog al het een an ander aan te merken. (Ik citeer hier letterlijk het getuigenis van zijn jongsten lofredenaar). Meermalen nam hij deel aan de studentenfeesten, die soms vrij losbandig waren en den toets volstrekt niet altoos konden doorstaan. Het was over het algemeen veel drinken, veel vechten, veel drukte maken”. En nu mag men dat onstichtelijk gedrag van een hoogleeraar inde Godgeleerdheid trachten te bemantelen, „allereerst dat Maccovius onmiddelijk na zijn promotie tot hoogleeraar is benoemd en dus onder de studenten nog zijn vrienden had, welke relaties natuurlijk niet in eens konden worden afgebroken; en vervolgens, dat de geest dier tijden zeer ruw was,” een ieder gevoelt wel, dat als aan dat pleidooi nog dit toegevoegd wordt: „en dat in den geest van dien tijd de uitspattingen der academische jongelingschap, hoezeer ook afkeurenswaardig, niet zoo scherp beoordeeld mogen worden als men met recht het in den tegenwoordigen tijd doet”, dat de verdediger van Maccovius' uitspattingen, met zijn figuur tamelijk wel verlegen is.
Daarom schijnt Boelens zeer dicht bij de waarheid te zijn als hij zegt, „dat het zijn meening is, dat Lubbertus Maccovius van de Academie verwijderd wilde hebben om de bandeloosheid der jeugd te keer te gaan,” Dit, gevoegd bij de adversie, welke Lubbertus had tegen Maccovius' afwijkingen van de gereformeerde leer, maken het verklaarbaar, dat hij met kracht geijverd heeft voor Maccovius' verwijdering uit Franeker.
Een volgende maal willen wij eens zien, welke de verhouding van Maccovius tegenover de gereformeerde belijdenis was.

A. (Apeldoorn), G.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 maart 1923

De Wekker | 4 Pagina's

Vragenbus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 maart 1923

De Wekker | 4 Pagina's