Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De bevestiging V

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De bevestiging V

Art. 22 D.K.O.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met den eisch van opnieuw bevestigen van herkozenen, besluiten wij onze beschouwing over Art. 22 D.K.O. Dien eisch hebben wij reeds aangetoond. Hij wordt gevolgd in „de Geref. gemeenten” en zoveel mogelijk in „de Geref. kerken”, hoewel men daar dan volstrekten eisch tot nieuwe bevestiging nog niet heeft durven doorzetten, omdat in sommige kerken de usantie van niet opnieuw bevestigen nog te zeer was ingeworteld. En bij ons wordt het nog zelden gedaan en is het daarom wenselijk, ook in dit opzicht tot het rechte beginsel onzer Dordtsche vaderen terug te keeren en bij herkiezing ook opnieuw te bevestigen. In dit opzicht geeft prof. Rutgers in zijne kerkelijke adviezen eene ???? uiteenzetting van dezen eisch, welke aldus luidt:
„In vroegere eeuwen was bij onze Geref. kerken herkiezing van ouderlingen en diakenen zeer zeldzaam, en kon dus de quaestie van vernieuwde bevestiging slechts zelden voorkomen. Indien er herkiezing plaats had, was het gewoonte, den herkozene te bevestigen.
En dit ligt ook in den aard der zaak, daar de bevestiging niet anders is, dan de openlijke stipulatie tusschen de roepende kerk en den geroepene, met betrekking tot den hem opgedragen dienst.
Die stipulatie wordt bij den predikant voor eene bepaalde plaats aangegeven, en houdt dus op te werken, wanneer de predikant van plaats verandert, ofschoon de dienst overigens dezelfde blijft. Dus moet bij verwisseling van standplaats vernieuwde stipulatie voor de nieuwe standplaats, d.i. bevestiging, plaats hebben.
Bij ouderlingen en diakenen is de stipulatie voor een bepaalden tijd (den tijd, waarvoor zij benoemd worden), en houdt dus op te werken, als die tijd verstreken is. Dus bij vernieuwden diensttijd (herkiezing) is vernieuwde stipulatie voor den nieuwen diensttijd, d.i. bevestiging noodig. Evenals ook bij voorbeeld herkozen leden der Tweede Kamer en andere functionarissen bij herkiezing opnieuw beëedigd worden.
De meening, alsof herkozen ouderlingen en diakenen niet weêr zouden te bevestigen zijn, heeft eigenlijk haren grond in eene miskenning of verkeerde opvatting van de kerkelijke ambten of diensten, en in de daaruit voortvloeiende dwaling, dat de bevestiging een soort van „ordening” of „wijding” zou zijn, die aan den persoon iets mededeelt en dan ook als het ware hem aankleeft. Dat is de Roomsche, en ook Episcopaalsche en Luthersche beschouwing. En van dien zuurdeesem is er ook wel iets in Gereformeerde kerken. Waarbij misschien komt, dat volgens sommigen de dienst van de ouderlingen en diakenen steeds voor het leven moest zijn.”
Ten slotte geeft prof. Rutgers den wijzen raad om echter in gemeenten, waar opnieuw bevestiging der herkozenen niet plaats vindt, al is het ook principieel onjuist, niet met geweld af te dwingen, zoodat daardoor de vrede der gemeente gestoord zou worden. Hij zegt dan ook: „En als er nu ergens bezwaren tegen gemaakt werden, zou ik van de zaak nooit een geschilpunt maken. Hier in Amsterdam hebben wij bij de plaatselijke ineensmelting in 1897 de zaak facultatief gesteld, zoodat een herkozene, die geen bevestiging wenscht, daartoe niet verplicht wordt,” want zoo verklaart hij: „Die niet-bevestigden dienen dan toch, zonder bevestiging (daar de eerste bevestiging na afloop van den diensttijd geenerlei werking meer heeft), 't geen wel eenigszins abnormaal is; maar toch den dienst niet onwettig maakt. Dit is altijd beter, dan over deze questie eene gemeente, die er nog niet genoeg van op de hoogte is, te verdeelen en in beroering te brengen.”
Dezen raad kunnen ook onze gemeenten ter harte nemen. Echter niet, om maar aldoor in den ouden sleur te blijven voortgaan, maar om te trachten allengskens tot beter inzicht te komen en wanneer de gemeente er rijp voor is, met den ouden ??? kozenen te bevestigen. Vooral bij vergadering met de manslidmaten, kan, bij herkiezing der afgetredenen, de leeraar er op wijzen, dat nieuwe bevestiging noodig is, daar een nieuwe dienst wordt aanvaard en dat het ambt niet inklevend is in den persoon, zooals Rome leert. Ook kan hij in de kerkeraadsvergadering er over spreken en de herkozenen er op wijzen, dat zij bij niet opnieuw-bevestigen wel wettig in het ambt staan, (want de wettigheid van het ambt ligt in de verkiezing) maar dat zij dan hun ambt opnieuw aanvaarden maar zonder stipulatie of belofte van trouw, wat toch abnormaal is.
Zoo kan er door onderwijzing der gemeente en samenspreking met den kerkeraad veel in goede banen geleid worden, vooral als dit geschiedt op eene wijze, die verre blijft van alles, wat op doordrijven gelijkt.
Wij zijn bij de ??????? ng van Art. 22 D.K.O. zeer breedvoerig geweest en moesten dit wel zijn, omdat hier veel en velerlei ter sprake komt; wij kunnen nu echter bij de behandeling der volgende artikelen zooveel te korter zijn, daar wij anders in noodelooze herhalingen zouden vallen. Immers al wat geschreven in omtrent nominatie, verkiezing uit een dubbel getal, approbatie der gemeente en openlijke bevestiging geldt zoowel ouderlingen als diakenen.
Apeld.(Apeldoorn), de Br.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 maart 1923

De Wekker | 4 Pagina's

De bevestiging V

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 maart 1923

De Wekker | 4 Pagina's