Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ongeschapen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ongeschapen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van N.N. te X. ontvingen wij een dringend verzoek hem in „de Wekker” eenige opheldering te geven over de vraag of Christus de geschapen of ongeschapen Zone Gods is. Wij doen dit bij uitzondering, omdat deze vrager er zoo op aandringt hieromtrent iets van onze hand te lezen, daar als regel geldt, dat vragen behooren bij den schrijver van „de Vragenbus,” ??? deels, die zeer gaarne bereid is vragers ter wille te zijn en aan wien dat werk ook ten volle toevertrouwd is. Voor 't vervolg verwijzen wij dan ook onzen vrager naar dit adres, omdat wij niet gaarne in een anders werk ingrijpen.
N.N. dan vraagt of het goed is te spreken van Christus als „de ongeschapen Zoon, mijn bedoeling is geestelijk.”
Juist door die laatste zinsnede, maakt N.N. zijn vraag niet duidelijker. Wat bedoelt hij met: mijne bedoeling is geestelijk? Wil hij daarmede zeggen: mijne bedoeling is: de eeuwige generatie? Maar genereeren is niet scheppen. Van den Zoon staat geschreven: Gelijk de Vader het leven heeft in zichzelven, alzóó heeft Hij ook den Zoon gegeven, het leven te hebben in zichzelven, Joh. 5:26. Het eeuwige leven, dat in den Vader is, is ook eeuwig in den Zoon door generatie.
Maar scheppen is iets anders. Dat is iets voortbrengen uit niets. Hetgeen geschapen is, heeft een begin en is er niet altijd geweest. Dit nu kan niet van den Zoon gezegd. Dit is de dwaalleer van Arius, een ketter uit de vierde eeuw, die leerde, dat Christus lang vóór de wereldschepping door den Vader geschapen is, om door Hem voorts alles te scheppen. Athanasius sprak dus terecht van Christus als de ongeschapen Zode Gods. N.N. vraagt hiervoor bewijs uit de Schrift. Hij meent de schepping des Zoons te vinden in Openb. 3:14, waar Christus genoemd wordt: Het begin der Schepping Gods.”
Deze uitdrukking beteekent echter niet dat Christus het begin is van alles, wat door God de Vader geschapen is, of het eerste schepsel. Hij is niet het begin der schepping Gods in lijdenden zin, maar in werkenden zin, dat wil zeggen, dat Hij het begin is, waardoor alles is geschapen, gelijk in Joh.1 wordt gezegd van Christus: In den beginne was het Woord en door dat ongeschapen Woord zijn alle dingen geschapen: want zonder dat Woord is geen ding gemaakt, dat gemaakt is. Het wil dus zeggen, dat Christus de Oorzaak is van het geschapene.
Evenzoo verstaat N.N. Colos. 1:15 verkeerd. Christus heet daar niet de Eerstgeschapene, maar de eerstgeborene aller creaturen. Onze kantteekenaars verklaren dit als de eeuwige geboorte uit den Vader, de eeuwige generatie en niet dat Christus de eerste der schepselen is. Dit bewijst het volgende vers waar gezegd wordt: Want door Hem zijn alle dingen geschapen en vers 17: Hij is vóór alle dingen en alle dingen bestaan te samen door Hem.
Ook het Woord: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde, zegt niet, dat de almacht van Christus als Zone Gods eene gegevene is. Christus zegt dit na zijne opstading en wijst daarmee aan, dat Hij als middelaar alle macht heeft ontvangen, als God en mensch in één Persoon, doch niet als de eeuwige Zoon. Op welk schepsel kan het begrip eeuwig worden toegepast? En Christus is de Vader der eeuwigheid, Wiens uitgangen zijn van ouds, van de dagen der eeuwigheid. Die eeuwig is, is God en geen schepsel. Christus heet ook in Jes. 9: sterke God, wat wederom wijst op Zijn godheid, en eeuwig vóór bestaan. Christus is ook niet slechts, zooals u schrijft, „één in harmonie met den Vader”, maar één in Wezen, Hij is eene andere zelfstandigheid in het Wezen Gods dan de Vader, maar evenzoo God van eeuwigheid. Daarom heet Hij, het uitgedrukte beeld van des Vaders zelfstandigheid.
De vraag, of u aan het Woord Gods te kort doet door uwe beschouwing van een geschapen Zoon vóór de wereldschepping, moet ik dus helaas bevestigend beantwoorden. Het is de dwaalleer van Arius, die daardoor de Heilige Drieënheid aantastte, welke in de vorige eeuw wederom door de Groninger school werd geleerd. Is Christus een schepsel, dan kan Hij onze Middelaar niet zijn en zou zijne aanbidding schepselvergoding zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 maart 1923

De Wekker | 4 Pagina's

Ongeschapen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 maart 1923

De Wekker | 4 Pagina's