Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Art. 23 D. K. O. Het huisbezoek (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Art. 23 D. K. O. Het huisbezoek (II)

Onze kerkregeering

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In plaats van het door de kerkorde geëischte huisbezoek „zoo voor als na het Avondmaal”, kwam in vele plaatsen in gebruik het zoogenaamde „jaarlijksch huisbezoek”, dat meestal in het najaar wordt gehouden en vóór het aanvangen van de wekelijksche winteravondgodsdienstoefeningen geëindigd is.
Al voldoet dit jaarlijksch bezoek nu niet geheel aan den eisch der Kerkorde, het brengt althans dit voordeel, dat toch eens in het jaar geheel de gemeente bezocht wordt, hetzij door predikant en ouderling of door twee ouderlingen, want, gelijk Voetius terecht opmerkt, dit persoonlijk onderzoek om te troosten of te vermanen, moet door twee ambtdragers geschieden. En dit is wel noodig, want het is een ambtelijk vertrouwelijk bezoek, om onderzoek in te stellen niet alleen naar de persoonlijke verhouding tegenover den Heere, maar ook in betrekking tot het kerkelijk en huiselijk leven. Waar dit getrouw geschiedt, kan dan ook de verhouding tot het Avondmaal ter sprake komen en al is het maar eens in het jaar, toch eenigszins voldaan worden aan den eisch van Art, 23 D.K.O., die Avondmaal en huisbezoek met elkaar in verband brengt. Bij zulk bezoek moet, zoo mogelijk, het geheele gezin tegenwoordig zijn.
Het hoofd des gezins heeft dan ook de roeping te zorgen, dat heel het gezin tegenwoordig is, zoowel belijdende, als doopleden, zoowel ouders als kinderen, ook zelfs de dienstbaren, welke tot de gemeente behooren.
Wanneer echter de dienstbaren niet tot de gemeente behooren, is het niet af te keuren, wanneer ook zij door het hoofd des gezins bij het huisbezoek worden uitgenoodigd tegenwoordig te zijn. Evenals een getrouw huisvader ook hen, die niet van de gemeente zijn, saâmrroept bij het gebed, het lezen der Heilige Schrift en de dankzegging, zoo ook zal hij wenschen, dat ook zij door de ouderlingen worden toegesproken. Doch de ouderling kan dit dan niet op ambtelijke wijze, maar wel evangeliseerend doen. Het slot van Art. 23 D.K.O. zegt immers „van het huisbezoek en ook anderen tot de Christelijke religie te vermanen.”
Deze slotwoorden zijn in 1586 in de 's Gravenhaagsche K.O. opgenomen en in 1619 ook overgegaan in de D.K.O. De bedoeling er van is, dat de ouderlingen zullen arbeiden om ook hen, die niet tot de Gereformeerde religie behooren, tot dezelve te brengen en hen daartoe ambtelijk te bezoeken. Volgens de beschouwing dier dagen was de Gereformeerde Kerk de eenige erkende Kerk en moesten al de inwoners eener plaats tot dezelve behooren.
Daarom moesten de ambtsdragers Roomschen, Lutherschen, Doopsgezinden enz bearbeiden, om ze tot de Gereformeerde Kerk te brengen. Zelfs den Roomschen moest belet, hunne kinderen in 't geheim tot den pastoor ter doop te brengen. Thans, waar nu geen heerschende Geref. Kerk meer bestaat, is het ambt der ouderlingen dan ook alleen de leden der gemeente ambtelijk te bezoeken, maar toch blijft op hen de roeping, al is het dan in evangeliseerenden zin, hen, die buiten de kerk zijn, te vermanen het koninkrijk Gods te zoeken ter behoudenis. In de slotwoorden van Art. 22 der Kerkorde ligt dus opgesloten de roeping der Kerk, inzonderheid door de ambtsdragers te evangeliseeren. Van de Kerk, door middel van het ambt, moet dus ook de evangelisatie uitgaan, zoodat niet allereerst leden der gemeente, maar de Kerk door hare ambtsdragers de evangelisatie moet ter hand nemen.
Naast het gewone huisbezoek, dat door twee ambtsdragers, predikant of ouderling, moet geschieden, is er nog het gelegenheids huisbezoek bij ziekte, huiselijke omstandigheden, blijde gebeurtenissen van velerlei aard enz. dat meestal door één Ambtsdrager, hetzij predikant of ouderling geschiedt. Want het is niet genoeg, dat de gemeente jaarlijks bij gelegenheid van het gewone of vastgestelde huisbezoek wordt bezocht, zij moet ook tusschentijds bij allerlei gelegenheden en vooral bij ziekte bezocht worden. In kleinere gemeenten doet dit de leeraar, die als pastor of herder ijverig moet zijn om het aangezicht zijner schapen te kennen. In grootere gemeenten kon de leeraar meestal alleen de kranken bezoeken en wordt het overige huisbezoek verricht door de ouderlingen Voetius zegt van dit gelegenheidsbezoek: „Het geschiedt meestal door den predikant of ouderling alleen en wel aan de kranken, de ouden van dagen, de bezochten, de bevoorrechten en verder in het algemeen aan de gezinnen der gemeente, waarbij echter ook de „kerkgangers,” die niet tot de gemeente behooren, niet mogen vergeten worden.”
Zoo is dus de ouderling tot een veelomvattend werk geroepen en wanneer hij zijn taak naar vereischte wil uitvoeren, zal hij ervaren, dat het regeeren en bezoeken der gemeente al zijn vrijen tijd in beslag neemt. Doch het is tot heil der gemeente. Eene gemeente toch, waar het huisbezoek slordig of in 't geheel niet geschiedt, komt tot verval en kan ten slotte niet stand houden. De leden dwalen weg, het kerkbezoek vermindert en de tucht wordt eindelijk geheel verwaarloosd. Dat dus de wachters waken en de ouderlingen getrouw mogen bevonden worden.

Apeld(oorn), de B.

Apeld.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 april 1923

De Wekker | 4 Pagina's

Art. 23 D. K. O. Het huisbezoek (II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 april 1923

De Wekker | 4 Pagina's