Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Chr. Geref. Predikantenvereeniging

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Chr. Geref. Predikantenvereeniging

Vergadering op 23 Mei a.s.

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Stellingen, behoorende bij het referaat van Ds. R.E. Sluiter over „de Profetie en Israëls toekomst.”

De vraag of Israël al volk nog toekomst heeft, is verre van gemakkelijk te beantwoorden. Zij houdt direct en innig verband met de Eschatologie of leer der laatste dingen en deze weer met de Grammatische, Historische en vooral Sijmbolische Exegese van Oud- en Nieuw-Testament, bepaaldelijk het Profetische gedeelte.
De onwetenschappelijke en ongeloovige beschouwingen daaromtrent zijn daarom voor ons van geene waarde.
De overtuiging, die de meeste geloovige Israelieten deelen, dat het volk weder in het bezit van het Heilige Land zal gesteld worden en hun heimwee daarnaar, is eveneens maar van betrekkelijke waarde.
Ook de leer van den Thalmud en de uitspraken der Joodsche Rabbijnen e.a. bieden ons geene zekerheid.
De Joodsch-Apocrijphe Literatuur, waarin chiliastische denkbeelden en beschouwingen voorkomen, geven ons eene verklaring aan de hand, hoe het Chiliasme in de Christelijke Kerk is opgekomen en heden ten dage nog bestaat.
De machtige beweging onzer dagen onder de Joden in Europa, het z.g.n. Zionisme, schijnt de toekomst Israels voor te bereiden en wordt daarom met de grootste sympathie gadegeslagen door hen, die meenen op grond van de H. Schrift eene wederopleving der Joodsche natie als bijzonder volk Gods te mogen verwachten.
De bronnen echter, waaruit wij als Gereformeerden, onze toekomstverwachtingen inzake het volk Israel en in het algemeen voor geheel deze wereld met volstrekte zekerheid kunnen putten en opbouwen zijn Oud- en Nieuw Testament (het geinspireerde Woord Gods).
De Oud-Testamentische Profetie spreekt veel over de toekomst van het volk Gods, doch altijd in verband met de komst van den Messias en zij draagt het eigenaardige karakter, dat zij universeel de toekomstige zaligheid op aarde verwacht.
Bij de studie omtrent Israels toekomst komen vooral in aanmerking: a. de toezeggingen Gods aan de Aartsvaders, b. de Profetische uitspraken van Mozes, c. de voorzeggingen van de Profeten vóór en tijdens de Ballingschap, d. de naexitische uitspraken.
Het N. Test. is de kern, de voltooing en de directe vervulling van het O. Test. Het sluit zich daarom bij het spraakgebruik van het O. Test. aan.
Niet het Nieuwe- maar juist het Oude-Test. is een tusschenbedrijf.
Het Chiliasme in zijne consequentie komt daarom met het Chistendom in conflict en is niet bevorderlijk voor de bekeering Israëls.
Dat het wezen van het N. Test. anti-chiliastisch is, kan worden aangetoond, hoewel eenige plaatsen, waarop men zich bij voorkeur beroept, exegetische moeilijkheden baren en het Chiliasme schijnen te begunstigen.
Deze plaatsen zijn: Matth. 23:37—39; Luk. 13:33—35; Luk. 21:24; Hand. 3:19—21; Rom. 11 :11—32; Openb. 20.

Besluit.

a. De toekomst van het volk Israel hangt af van zijne bekeering tot Christus.
b. De Zending onder de Joden moet daarom veel sterker gedreven en krachtiger gesteund worden.
c. Eene massa-bekeering, hoezeer ook begeerd en vurig afgesmeekt, is zeer onwaarschijnlijk.
d. Emigratie van geheel Israel naar Palestina en hun vertoef aldaar onder Christus’ Koningschap, is voor ons, als berustende op onjuiste exegese, onaannemelijk.
e. De genadegiften en de roeping Gods zijn en blijven echter onberouwelijk.
f. Het weer oplevend Chiliasme onzer dagen en de benauwheid der tijden verplichten ons het oog meer op de groote toekomst te richten om te gedenken: Maranatha — De Heere komt!


Ds. A.M. Berkhoff stelt zich voor in zijn referaat over „De Preek eene geboorte” dezen gedachtengang te volgen:
I. De preek moet zijn eene geboorte, a. naar haar karakter; b. naar haar bron; c naar haar voorbeelden;
II. De preek stelt daarom aan den prediker bijzondere eischen. a. Hoogere aandrift; b. bange nood; c. geestelijke oefening;
III. Is de preek van onzen tijd eene geboorte? a. In ’t algemeen; b. In het bijzonder; c. persoonlijk.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 1923

De Wekker | 4 Pagina's

Chr. Geref. Predikantenvereeniging

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 1923

De Wekker | 4 Pagina's