Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kracht des geloofs - X

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kracht des geloofs - X

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

DLXX. Zwitserland.

De aflaatkramer in Zwitserland was Samson, een Carmeliter monnik. Hij doorreisde de onderscheiden kantons en steden van Zwitserland en toonde overal met welk een onbeschaamdheid hij durfde optreden. In Zug o.a. bleef hij drie dagen. Een ontzaglijke menigte had zich rondom hem verzameld. De armsten vooral toonden zich zeer begeerig en drongen de rijken op zij. Maar dat was niet naar den zin van Samson. Hij liet door zijn dienaren tot het volk zeggen: “Goede menschen, dringt niet zoo sterk! Laat diegenen komen, die geld hebben! We zullen daarna hen trachten tevreden te stellen, die het niet hebben!”
Voor de poorten van Bern aangekomen, werd hem de toegang tot die stad aanvankelijk ontzegd. Toch wist hij door verstandhouding met sommigen in Bern, zich die toegang te verschaffen en hij stalde zijn waren uit in de kerk van St. Vincentius. Daar begon hij sterker dan ooit te roepen en te schreeuwen.
„Ziehier!” riep hij tot de rijken, „Aflaten op perkament voor een kroon!”
„Ziedaar!” sprak hij tot de armeren, „vrijspraken op gewoon papier voor twee batzen!”
Een beroemd ridder, Jacobus van Stein, kwam op een schimmelkleurig paard tot Samson. Deze bewonderde het paard zeer.
„Geef mij,” zeide de ridder, „een aflaat voor mij, voor mijn troep van vijfhonderd man, voor al mijn vasallen en voor mijn voorouders, en ik geef u het paard !”
De monnik weigerde eerst in den ruil toe te stemmen, doch na veel loven en bieden werd men het eens. Het paard kwam op stal bij den aflaatkramer en de ridder verkreeg de gevraagde papieren.
Een burger verkreeg voor dertien gulden een aflaat, waardoor zijn biechtvader gemachtigd werd hem voor alle soorten van meineed vrij te spreken.
Op den laatsten dag, dien hij te Bern zou vertoeven, nam hij in de kerk zijn standplaats op de trappen van het hoofdaltaar.
„Knielt neder!” riep hij tot de menigte, die in de kerk verzameld was, „zegt drie paternosters en drie Ave Maria’s op, en uwe zielen zullen onmiddellijk zoo zuiver zijn als op het oogenblik van haar doop!”
Al het volk viel op de knieën.
„Ik verlos van de smarten van het vagevuur en van de hel al de geesten des overleden Berners, op hoedanige wijze en op welke plaats zo ook mogen gestorven zijn!” riep Samson.
Den volgenden dag reisde hij verder. Zijn doel was zich naar Zurich te begeven. Onderweg kwam hij ook te Bremgarten. Daar woonde de deken Bullinger. Deze, hoewel hij weinig inzicht had in de dwalingen der kerk en in den waren zin van Gods Woord, was toch te verstandig, om de dwaasheid van de aflaatkramers goed te keuren. Daarom verbood hij den verkoop van de aflaten in zijn kerk. Samson was met zijn aanhangers in de herberg, waar hij was afgestapt. Bullinger verscheen daar ook.
„Ziehier de pauselijke bullen,” zeide Samson, „open uw kerk!”
„Ik zal niet toelaten,” antwoordde de deken, „dat men door onwettige brieven, die niet door den bisschop bekrachtigd zijn, het geld uit de beurzen mijner parochianen kloppe!”
Samson sprak op indrukwekkenden toon: „De paus is boven den bisschop. Ik verbied u, uwe gemeente van zulk een groote gunst te berooven!”
„Al moest het mijn leven kosten, ik open mijn kerk niet.”
Verontwaardigd riep de monnik: „in naam van onzen allerheiligsten heer den paus spreek ik over u het groote banvonnis uit, en ik zal u geen vrijspraak geven vóór gij mij voor den prijs van drie honderd ducaten een zoo ongehoorde stoutheid betaald hebt!”
De deken keerde hem den rug toe, en zeide, terwijl hij vertrok, „ik zal mij voor mijn wettige rechters weten te verantwoorden; wat u en uw ban aangaat, ik heb er niets mede te maken.”
De monnik schreeuwde buiten zichzelven van woede, „gij onbeschaamd beest! Ik ga naar Zurich en daar zal ik mijn aanklacht voor de afgevaardigden van het Bondgenootschap brengen !”
„Ik kan er evengoed verschijnen als gij, en daarom begeef ik er mij henen!” antwoordde Bullinger en vertrok.
Samson kon in Bremgarten niets uitrichten en begaf zich naar Zurich. „Ik weet, zeide hij onderweg, „dat Zwingli tegen mij zal spreken, maar ik zal hem den mond sluiten!”
Toch zou hem dit niet meevallen.

(Wordt vervolgd.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 augustus 1923

De Wekker | 4 Pagina's

De kracht des geloofs - X

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 augustus 1923

De Wekker | 4 Pagina's