Kerstmis
Toch zijt Gij het beeld des Vaders,
God uit God en Licht uit licht.
Alhoewel Gij in een kribbe
In een stal ter nederligt.
Toch zijt Gij het Hoofd der Eng’len,
En de Koning van ’t heelal.
Dien de schare der verlosten
Eenmaal eeuwig prijzen zal.
Toch zijt Gij de Hemelkoning,
En de eeuw’ge Vredevorst,
Naar Wien ’t arme zondaarsharte
Als den een’gen Goël dorst.
Gij geeft toch het harte vrede
Van den zondaar, die U mint.
Want Gij maakt door Uw genade.
Weer den zondaar tot Uw kind.
Dit is ’t heerlijk Evangelie,
Dat het Kerstfeest telkens geeft,
’t Welk een onvolprezen gave
Voor verloornen altijd heeft.
Zoon des Vaders! dat Uw liefde
Op ons dale uit gena;
Schenk een voorsmaak ons van ’t Eden
Bij Uw Krib — Halleluja! —
’s.Gravend.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1923
De Wekker | 4 Pagina's