Barendrecht

Donderdag 20 -Dec. was voor onze gemeente een dag van blijdschap. Een dubbele feesture was haar door 's-Heeren goedheid bereid. Zij mocht gedachtenis vieren van haar 26-jarig bestaan, en tevens met br. W. Stolk Az. zich verheugen in 's Heeren daden, waar genoemde broeder de Gemeente als Ouderling die 25 jaren had mogen dienen. Voor de gem trad op de Weleerw. Heer Ds. J. D. Barth van Werkendam. Onder het plechtig gezang van Ps. 95:1 beklom ZijnEerw. den kansel. Na in het kort gewezen te hebben op het hoogst gewichtige van deze ure, nam zijn Eerw. tot tekst Ps. 48:10 en 15, en bepaalde de Gemeente bij het gedenken van Gods weldadigheid in Zijnen tempel. Mét onverdeelde aandacht werd deze rede aangehoord, inzonderheid toen spreker memoreerde het opnieuw ontstaan en den opbloei der Gemeente, gedurende die 25 jaren. Nadat er op 28 April 1898 een 7-tal broeders beraadslaagde om het beginsel van 34 voort te zetten, werd er op Zondag 7 Mei weer voor het eerst openbare godsdienst gehouden. Onder leiding van wijlen Ds. van Brummen werden er 2 ouderlingen en 2 diakenen gekozen, die op den 21 Dec. 1898 door Ds. T. A. Bakker werden bevestigd. Hoewel allen nog in leven, heeft br. W. Stolk Az alleen de gemeente deze 25 jaren mogen dienen. Was de Gemeente klein en veracht, de God van weldadigheid bewaarde en verzorgde dit kleine overblijfsel. 20 jaren verliepen, eer zij zich in eeü eigen Herder en Leeraar mocht verheugen, toen van 17 Nov. 1918 tot 22 Jan. 1922 de Weleerw. Heer Ds. J. P. Meyering haar heeft mogen dienen Sinds dien verkeert de Gem. weer in herderloozen toestand. Toch onder allen druk is zij nog gegroeid en mag nu 68 belijdende leden tellen, terwijl als bijzonderheid mag vermeld, dat zij door de weldadigheid Gods in hetzelfde kerkgebouw van voorheen heeft mogen vergaderen. Hierop richtte spreker zich in het bijzonder tot br. Stolk en wees op het zeldzaam voorrecht hem verleend. Aandoenlijk oogenblik, de Gem. gaf daarvan blijk, waar ze terstond na de rede aanhief Ps. 1B4;:3. Hierna nam ouderling C. D. Schaap 't woord om br. Stolk hartelijk geluk te wenschen met de bede, dat de Jubelaris nog lang gespaard mag blijven tot zegen voor de Gemeente. Namens de Gemeende werd br. Stolk onder hartelijke bewoording een stoffelijk blijk van liefde en hoogachting aangeboden. Het was br. Stolk te machtig, ten zeerste bewogen sprak hij zijn hartelijken dank uit voor de verrassing hem bereid, verbond daaraan de bede, dat de God van Weldadigheid voort mocht gaan de Gemeente in gunst te gedenken, en verzocht daarop te zingen Ps. 113:4.
Dankbaar voldaan keerde de Gemeente huiswaarts.

De Kerkeraad.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen