Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De gewetensbezwaarde moet het verzoek om vrijstelling van de inenting of voor zichzelven of voor hem of haar, ten wiens behoeve hij opkomt, indienen bij den burgemeester van de woonplaats. Dat verzoek moet inhouden, en nu haal ik hier letterlijk art. 15 aan:
1. „Dat de verzoeker op grond van zijn godsdienstige overtuiging de inenting tegen de pokken niet geoorloofd acht. In het verzoek moeten zijn vermeld de namen van twee getuigen. Deze moeten zijn meerderjarige, den verzoeker persoonlijk en te goeder naam bekende ingezetenen der gemeente. Oordeelt de burgemeester, dat een getuige niet aan deze eischen voldoet, dan geeft bij daarvan binnen acht dagen na ontvangst van de mededeeling kennis aan den verzoeker, Deze kan alsnog binnen acht dagen daarna den naam van een anderen getuige opgeven. Oordeelt de burgemeester, dat ook deze getuige niet aan de gestelde eischen voldoet, dan blijft het verzoek buiten behandeling. De burgemeester geeft daarvan kennis aan den verzoeker en aan den inspecteur.
2. De burgemeester roept, indien het verzoek niet buiten behandeling moet worden gelaten, den bezwaarde op om op een bepaalden dag, niet later dan dertig dagen nadat hem de namen van twee toelaatbare getuigen zijn opgegeven, voor hem te verschijnen, vergezeld van zijn beide getuigen.
3. De burgermeester stelt op den bepaalden dag de bezwaarde in de gelegenheid te verklaren, dat en waarom hij de inenting tegen de pokken niet geoorloofd acht. Stemt die verklaring overeen met de mededeeling in het verzoekschrift, dan stelt de burgemeester de beide getuigen in diezelfde bijeenkomst in de gelegenheid te verklaren, dat, naar hun oordeel, de bezwaarde, wat betreft zijn mededeeling, geloofwaardig is en hij haar op grond van zijn godsdienstige overtuiging en niet uit traagheid of onverschilligheid heeft ingezonden.
4. De bezwaarde kan binnen veertien dagen daarna zijn verzoek schriftelijk herhalen. Hot bepaalde in het eerste, het tweede en het derde lid vindt andermaal toepassing, met dien verstande, dat andere getuigen moeten worden genoemd.
5. Is bij het tweede verhoor voldaan aan het bepaalde in het derde lid, dan geeft de burgemeester onverwijld een bewijs van bezwaar af, dat gedurende een jaar na de dagteekening van kracht blijft.
6. Indien de persoon, te wiens behoeve het verzoek werd in gezond en, meerderjarig wordt, vóórdat het bewijs van bezwaar is afgegeven, wordt aan het verzoek verder geen gevolg gegeven. Een verzoek, ingezonden door een persoon binnen een jaar nadat bij vergeefs is opgeroepen om voor den burgemeester te verschijnen, blijft buiten behandeling.
7. De burgemeester kan de in dit artikel bedoelde werkzaamheden overlaten aan een wethouder.”
Art. 16 bepaalt de bewijzen van vrijstelling als in art, 15 bedoeld, niet in het ongelimiteerde mogen afgegeven worden, want ik lees daar:
1. Het aantal der in een kalenderjaar krachtens artikel 12 voor de eerste maal af te geven bewijzen mag niet grooter zijn dart een ten honderd van het aantal kinderen, dat in dat jaar voor het eerst tot alle scholen in de gemeente wordt toegelaten.
2. Wanneer het in het vorige lid bedoelde aantal is bereikt, geeft de burgemeester hiervan onverwijld kennis aan Onsen Minister, zonder wiens toestemming hij nieuwe bewijzen niet afgeeft.
3. Onze Minister verleent de toestemming niet, dan nadat hem gebleken is, dat niet ten onrechte bewijzen zijn uitgereikt. Bewijzen, die ten onrechte zijn uitgereikt, trekt Onze Minister in.
Dat artikel maakt feitelijk de geheele tegemoetkoming van de gewetensbezwaren tot een carricatuur. Maar daarover later. Ik wil eerst de toelichting mededeelen, die de ministers bij deze beide artikelen gegeven hebben. Zij erkennen volmondig, dat de gezondheids toestand van het individu een beletsel kan wezen.
Maar bet kan ook zijn, dat de ouden van den leerling of de meerderjarige zelf gewetensbezwaar tegen de inenting hebben. De wat voorziet daarin niet en plaatst daardoor hen, dis op godsdienstige gronden eerlijk overtuigd zijn, dat zij zich niet mogen laten inenten, voor de keuze tusschen doen wat hun geweten verbiedt on trachten ten koste van de waarheid een verklaring van geneeskundigen machtig te worden, dat do inenting gevaar voor de gezindheid oplevert, tenzij men finantieel in staat is het buiten schoolbezoek te stellen. In dezen toestand mag niet worden berust.
De ondergetekenden vinden geen aanleiding om principiëel ten opzichte van de vaccinatie een ander standpunt in te nemen dan de wetgever van 1872 innam en bij het overgroote deel van het Nederlandsche volk ingang heeft gevonden.
Hot gewetensbezwaar tegen de vaccinatie is, waar het zich bij het Nederlandsche volk voordoet, een gevolg van een godsdienstige overtuiging. Aan den wetgever komt daarover een oordeel niet toe. Eerbiediging van het bezwaar sluit geenszins instemming in. De poging, die in het wetsontwerp wordt gedaan om aan dit bezwaar tegemoet te komen, berust mede op do volgende overwegingen. De ervaring in Engeland leert, dat, maakt de wetgever het verkrijgen van een vrijstelling zeer gemakkelijk, talloozen daarvan gebruik maken, waarvan een groot deel zich laat vaccineeren, zoodra pokkengevaar dreigt. Tegen gemakzucht moet gewaakt ter wille zoowel van het gezag van de wet als van het belang van de volksgezondheid. In Engeland stijgen de ziekteen sterftecijfers van pokken.
Da ondergeteekenden meenen, dat niet is weerlegd, veeleer door de ervaring bevestigd de stelling, dat de vaccinatie een sterk, zij 't ook niet absoluut voorbehoedmiddel is tegen de pokken. Er dient dus tegen gewaakt te worden, dat de tegemoetkoming aan bezwaren niet verder ga dan de bezwaren en dat dit geschiedt zonder noemenswaardig gevaar voor het overgroote deel der bevolking. Ook moet rekening gehouden met de ervaring, dat dezelfde geloofsovertuiging hg denzelfden persoon in den loop van den tijd ander inzicht toelaat, zoodat, wie aanvankelijk bezwaar had, dit later niet meer heeft.
In welken omvang de godsdienstige bezwaren bestaan, is a priori niet te zeggen, De ervaring doet veronderstellen, dat het aantal gering zal zijn. Om nu zooveel mogelijk een waarborg te scheppen tegen lichtvaardig handelen, ook van de zijde van een burgemeester, is in art, 16 het aantal bewijzen, dat de burgemeester in een kalenderjaar voor de eerste maal op eigen verantwoordelijkheid mag afgeven, bepaald op 1 pet. van het aantal in dat jaar voor het eerst tot alle scholen in zijn gemeente toegelaten kinderen. In 1903 werd bat aantal der kinderen, die tengevolge van de vaccinatie voorschriften niet ter schole gingen, op 1000 geschat, In verband mot de 6 à 7 schooljaren waarop dit cijfer betrekking heeft, kan worden aangenomen, dat per jaar ongeveer 150 ongevaccineerde kinderen bijkomen, Stelt men het aantal nieuwe toegelaten leerlingen in een jaar op 150.000 dan kan men de burgemeesters jaarlijks 1500 bewijzen laten afgeven. Wordt dit aantal niet overschreden, dan kan er ook van de voorstanders der vaccinatie geen bezwaar rijzen. Zou in een gemeente het aantal grooter worden, dan, aldus in art. 16, moet de verantwoordelijke Minister eerst onderzoeken of ook lichtvaardig bewijzen zijn afgegeven, d. w. z. op verzoeken, die niet aan de wettelijke bepalingen voldeden, of waarbij kennelijke misleiding plaats vond.

d.H. (Den Haag) J.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 april 1924

De Wekker | 6 Pagina's

Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 april 1924

De Wekker | 6 Pagina's