Vereeniging voor Christelijk Gereformeerd Schoolonderwijs

Woensdag 13 Aug. j.l. hield bovengenoemde vereeniging haar jaarvergadering in de Chr. Geref. kerk te Amersfoort.
In zijn openingswoord kon de voorz. Ds. B. v. d. Berg een welkom toeroepen aan een grooter aantal bezoekers, dan we gewoon zijn. Toch blijft het aantal van hen, die daadwerkelijk belang stellen in het streven der vereeniging, kleiner, dan we meenen te mogen verwachten. Spr. wijst op de z.i. te slappe geest op schoolgebied; we moeten, waar noodig, ons isolement aandurven. 't Kon wel eens blijken, dat het voor de hand liggende verlies voor de toekomst winst opleverde.
Tot aller spijt was Ds, S. v. d. Molen van Zierikzee door ziekte verhinderd, het enkele weken geleden aangekondigde onderwerp: „Chr. Geref. schoolonderwijs in beginsel en praktijk” te komen inleiden. Geve de Heere, dat hij spoedig weer al zijn werk kunne verrichten. In zijn plaats gaf br. J. Stolk van Dordrecht een inleiding over: „Ons bestaansrecht”. Het keurige referaat werd van begin tot eind met belangstelling gevolgd en gaf aanleiding tot een breedvoerige, opgewekte discussie. Te zijner tijd zal de medewerker voor onderwijs in „De Wekker” over deze inleiding meer schrijven. Hier zij alleen medegedeeld de indeeling, aan de hand waarvan ons „Ons bestaansrecht” duidelijk werd voor oogen gesteld. Spreker sprak
a. Over de bestaande groote onderwijs-vereenigingen.
b. Over de vraag of daarnaast voor ons nog plaats is.
c. Over bet recht, ja, den eisch van ons bestaan voor beginsel en praktijk.
In de plaats van br. A. M. Luitwieler van Amsterdam, welke volgens rooster als bestuurslid moest aftreden en niet herkozen werd, werd gekozen br. Molenaar van Amsterdam.
De verslagen van penningmeester en secretaris wezen op een toenemend aantal leden, o.m. traden toe twee plaatselijke schoolverenigingen, n.l. Amsterdam en Enschedé.
In de pause hadden enkele Amersfoort-sche broeders gezorgd voor een welvoorziene disch, waarvoor ook hier nog dezen brs. dank wordt gebracht.
Het slotwoord werd gesproken door Ds. A. H. Hilbers van Enschedé. Hij wees daarin op der ouderen roeping; op de lakschheid vaak in de practijk; hij wekt onze onderwijzers op tot meer samen-binding; hij constateert tegenover het pessimisme van enkelen onzer den zichtbaren bloei onzer vereeniging.
Aan 't einde der verg. is de voorz. de tolk der aanwezigen, als bij constateert de broederlijke eensgezindheid en liefde, welke ook thans weer tot uiting kwam. Gebiede de Heere Zijnen zegen over wat wij in Zijne kracht wenschen te doen voor het onderwijs, gegeven naar Gods Woord en onze belijdenis.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen