Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Art. 30 D.K.O. Bevoegdheid der kerkelijke vergaderingen (III)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Art. 30 D.K.O. Bevoegdheid der kerkelijke vergaderingen (III)

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Politieke zaken als vrouwenkiesrecht, de vraag of leden der kerk tot de Christ. Historische, Anti-Revolutionaire of Geref. Staatspartij moeten behooren, mogen dus op de kerkelijke vergaderingen niet behandeld worden. Een andere zaak wordt het, wanneer b.v. een kerkeraad een lid, inzake bovengenoemde dingen kerkelijk ging behandelen. 't Gevolg zou zijn een appèl van zulk een lid en dan was er een concreet geval in een tuchtzaak. Dan was het geval tot eene kerkelijke zaak geworden.
Evenmin mogen de kerkelijke vergaderingen zich inlaten met rechtszaken. Ook deze staan buiten de kerkelijke zaken. Wij willen dit eren onder de oogen zien, omdat sommigen meenen, dat rechtszaken wel ter kerkelijke vergadering mogen gebracht worden. Dezulken meenen hiervoor grond te hebben in het woord van Paulus in 1 Cor. 6 : 1—8.
De Apostel Paulus vraagt dan: „Durft iemand van ulieden, die eene zaak heeft tegen een ander, terecht gaan voor de onrechtvaardigen, en niet voor de heiligen?” Vervolgens wijst hij er op, dat broeders onder elkander de zaak moeten beslissen en niet te recht gaan bij de ongeloovigen. 't Is beter schade of ongelijk te lijden dan bij de ongeloovigen te recht te gaan.
De Apostel bedoelt hier met de ongeloovigen de heidensche rechters, en wil niet, dat de zaken tusschen Christenen voor de heidensche rechters gebracht worden. Wanneer men weet, dat zelfs den Joden in de landen hunner verstrooiing vergunning was gegeven om hunne rechtszaken onder elkander te behandelen, zonder daarin de heidenen te betrekken, hoeveel te meer schande was het dan voor Christenen, als zij het onder elkander niet eens konden worden en heidensche rechters in hunne onderlinge geschillen riepen. Deze geschillen moesten dus onder de Christenen zelf worden beslecht, zegt Paulus, en wel door diegenen, die in de gemeente minst geacht zijn, waarmede de Apostel niet bedoelt degenen, die de minste achting hebben, maar de niet- vooraanstaanden in de gemeente, dus de gewone leden, die geen ambt in de gemeente bekleedden, hen dus, die niet in gezag vooraanstonden, dus geen herders, ouderlingen of opzieners, die in de bediening in hooge achting waren. Deze ambtsdragers wil de Apostel niet bezwaard zien met scheidsrechterlijke uitspraken te moeten doen, daarom vraagt hij in vers 4 : Is er alzoo onder u geen die wijn is, ook niet een, die zou kunnen oordeelen tusschen zijne broeders?
Hieruit blijkt, dat de Apostel juist niet wil, dat gerechtelijke zaken voor den kerkeraad gebracht worden en evenmin, dat hij het ambt der overheid miskent. God heeft ook rechters gegeven in het burgerlijke leven en deze moeten de rechtszaken behandelen; alleen wanneer het een geschil is onder broederen, dan trachte men vredelievend onder elkaar de zaak te beslissen. Gelukt dit echter niet en brengt men de zaak op den kerkeraad, dan moet deze weigeren als rechter op te treden, aangezien God aan de Overheid de burgerlijke rechtspraak heeft gegeven.

Apeld. De Br.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 oktober 1924

De Wekker | 4 Pagina's

Art. 30 D.K.O. Bevoegdheid der kerkelijke vergaderingen (III)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 oktober 1924

De Wekker | 4 Pagina's