Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenbus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenbus

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

A. U. E. te 's Gr. hoorde iemand beweren, „dat het inbezit nemen van Palestina door de Joden, voordat zij tot Christus bekeerd waren, in strijd zou zijn met den Bijbel”, en vraagt nadere inlichtingen.
De verwachting omtrent Israëls herstel in het land der Vaderen, hoewel van zuiver Joodschen oorsprong, vond in vroeger en later tijd veel aanhangers onder de Christenen. Volgens hen vormt deze voorstelling met de vestiging van het Duizendjarig Rijk een voorname plaats in de leer van Jezus wederkomst. Het slot der wereldgeschiedenis zal dan de duizendjarige, zichtbare regeering van Christus op aarde zijn. Hieraan gaat vooraf de opstanding der rechtvaardigen, en een terugkeer der Joden naar Kanaän. Israël zal zich buigen, onder den scepter van Christus, die Jeruzalem als het middelpunt Zijner wereldheerschappij zal kiezen. Deze duizendjarige heerschappij breekt aan ten einde van 6000 jaren, evenals de zevende dag de Scheppingsweek bekroonde. Bij deze toekomst-verwachting liet men zich leiden, in hoofdzaak, door de profetie des Ouden Testaments.
Toch mag in alle bescheidenheid betwijfeld worden of deze voorstelling van zaken in den Bijbel genoegzamen grond vind. Plaatsruimte verbiedt dieper op dit vraagstuk in te gaan, waar anders zou blijken, dat de profetiën, die schijnbaar deze verwachting begunstigen heenwijzen naar den heilstaat, niet van het vleeschelijk, maar van het geestelijk Israël, dat de Heere verzamelt uit de volken, geslachten en talen. Niet de herstelling van Israël, maar de verlossing der menschheid, de vrijmaking van het schepsel, is doel en einde van Gods Raad. Israël had een bestemming voor de wereld, was drager van de Paradijs-belofte. Met de komst van Christus is Israëls taak volbracht. Tot dat einde woonde het in Kanaän; geheel de historie en eeredienst van Israël is schaduwbeeld van de toekomende goederen. Het geestelijk heil van de Gemeente des N. Testaments werd gesymboliseerd in zichtbare vormen en getallen onder het oude Bondsvolk. Zou dat het hoogste ideaal zijn; Israël weer in Kanaän? We gelooven het niet. Zelfs Abraham was begeerig naar een beter vaderland, n.l. bet hemelsche.
Maar met dit te zeggen, willen we niet beweren, dat het vraagstuk van het Jodendom van geringe beteekenis is. Het heeft een wereldbeheerschende beteekenis gehad sedert Abram Ur der Chaldeërs verliet tot op heden. Ook Israëls optrekken naar Palestina, de opening van de Universiteit te Jeruzalem is ook een teeken van onzen tijd.
Apeldoorn
J.W. Geeels

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 mei 1925

De Wekker | 4 Pagina's

Vragenbus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 mei 1925

De Wekker | 4 Pagina's