Politieke advertenties
De benaming is eigenlijk niet goed. Eigenlijk had ik moeten schrijven: Poli-tieke-strijd advertenties. We willen hopen, dat het duidelijk genoeg is. Zulke advertenties worden niet geplaatst, waartoe de redactie bij de overweging der mogelijkheid van aanbieding met het oog op de a. s. verkiezing voor de Tweede Kamer, al weken geleden besloten was. Het was dan ook voor de Commissie van Redactie geen aangename verrassing, toen is het nummer van 1 Mei toch een dergelijke advertentie voorkwam. Het „hoe” daarvan is onderzocht en de steller van die advertentie heeft aan de Commissie volkomen genoegdoening geschonken.
Men heeft in de verklaring, voorkomende in het nummer van 8 Mei, eene begunstiging gemeend te kunnen of te moeten zien van de eene of andere partij.
Stelde de Commissie er toen prijs op te verklaren, dat de bedoelde advertentie buiten haar weten in het blad geplaatst was, zij stelt er nu prijs op te verklaren, dat dit niet gold de strekking maar den aard der advertentie. Ware het eene advertentie geweest, die op dezelfde manier een aanval op of een aanklacht van, laat ons zeggen, de Antirevolutionaire partij of een Antirevolutionair persoon bevatte, wij hadden evengoed ons protest doen hooren.
Over de strekking van de geplaatste advertentie spreken wij ons niet uit; wij gelooven, dat dit buiten onze bevoegdheid ligt.
Alle advertenties te weren, die op de politiek betrekking hebben, achten wij onnoodig. 't Is goed, dat er voorlichting zij. Daar hebben wij zelf, als betrekkelijk leeken op het politiek terrein, ook behoefte aan.
Dikwijls komt b.v. in „de Wekker” eene advertentie voor van Kok te Kampen voor het maandschrift „Antirevolutionaire Staatkunde”, een periodiek, waaruit heel wat te leeren valt. Waarom zouden wij zulk eene advertentie weigeren? Heeft men van den anderen kant ook iets dergelijks te adverteeren, er is gelegenheid. Zoo ook voor aankondigingen van vergaderingen.
De Commissie houdt zich evenwel het recht voor, zulke brochure of vergadering-advertenties te weigeren, indien in de advertentie iets zou voorkomen, dat de goede trouw van dezen of genen (partij of persoon), in verdenking zou brengen.
Als Commissie van Redactie wenschen wij „neutraal” te blijven.
Wij roepen echter een iegelijk het „audi et alteram partem” toe, d.i. „hoor ook de andere partij”, en „beslis niet onder den indruk van het oogenblik, maar onderzoek, en weeg en wik, biddend tot den Heere om wijsheid, opdat uwe houding niet naar tegen- of vooringenomenheid, maar naar recht en billijkheid bepaald worde.”
F. Lengkeek
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 mei 1925
De Wekker | 4 Pagina's