Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vreugde in God

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vreugde in God

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deze geestelijke vreugde in God is een vreugde, die de wereld niet kent. Het is een geheel andersoortige vreugde, dan wat de wereld onder dit woord belieft te verstaan. Het is verre van ijdelheid, van zinnelijkheid, van vleeschelijke of aardsche vreugde zelfs. Daar zijn zondige vreugdestemmingen. Deze verdienen dien naam niet. Daar zijn ook aardsche, natuurlijke, hoewel nu niet bepaald zondige genoegens, blijdschappen en vreugdetoestanden.
Zoo gaf God aan de kinderen der menschen nog menigerlei natuurlijke blijdschappen in liefde, bezittingen, ontspanningen enz. enz. Maar och lieve lezer, som op, wat ge wilt, draag bij. wat ge kunt maar het haalt niet bij: deze vreugde in God.
Van alle aardsche, zelfs geoorloofde, genietingen, geldt, dat ze reeds wegvlieden bij het genieten. En voor een goed deel word: het menschelijk leven, om zoo te zeggen meer op de been gehouden door het jagen naar deze vreugde dan door het genieten er van. De wil tot leven is vaak meer dan het leven zelf. Maar hier, bij deze vreugd in God, is dit anders.
Het is een vreugde, die nooit verveelt die nooit (naar haar inwezen) geheel vergankelijk is; die ten volle bevredigt en toch nooit doet zeggen: ik heb er „genoeg” van. Van verzadiging van vreugde zingt de dichter; en tevens: daar strekt zich al mij lust en liefde heen.
Vreugde in God is die blijde zalige zich vervullende bevredigende toestand, waarheen wegens de gemeenschapsoefening met God de ziel zich zóó voldaan gevoeld, zóó vervuld, dat zij haar eigen natuur voelt ontplooid en bevredigd; zich voelt opgeheven tot haar bestemming en levensactie; die zij haar bestaan en aanzijn, hare bewegingen en uitingen als een haarzelf welbehagelijk welzijn aanvoelt, dat zij korte haar „leven, bewegen en zijn” in God welbewust beleeft, tot een werkzaamhei om God te verheerlijken, hetgeen haar zaligheid insluit meteen.
Zulk een vreugde is geheel naar haar aard en wezen. Nu ademt zij in God, nu kent ze Hem, en ziet Zijne eeuwige schoonheden, ja zij ziet ze niet slechts, maar ervaart ze ook; gelijk al Gods deugden niet alleen zoovele voorwerpen van hare blijde aanbiddende bewondering zijn, maar ook bronnen van hare vervulling. Ja niet alleen geniet ze dat alles; maar dezen rijkdon in God roept ze ook uit; prijst ze aan aan anderen; ze eischt er heel de wereld voor op; en begeert er den hemel tevens| voor, om God eeuwig er voor, en er in te loven en te prijzen. Dit is geen gering deel van hare vreugde. Die vreugde wordt nu nog uitgebreid, als de ziel de onderscheidene drie Personen beschouwt, geniet en prijst in hun verschillend werkzaam aandeel in de zaliging van haar (die ziel). 't Wordt een oceaan: die God van zaligheid. Ze kan er soms onder opgetrokken worden, tot stervens toe verheugd in God. Ze kan verlangen, dat de poorten opengaan, waardoor zij zal geleid tot haar God en Koning; door het Lam tot de levende fonteinen der wateren.
O mijn God! zoo roept ze uit (Hosea 2), als de Heere haar in dat wonder inleidt, dat Hij haar Zich ondertrouwd heeft; haar, ja die eerst met afkeer van Hem vervuld was. Eeuwig, zoet en zalig, heilig, vreeselijk, goddelijk wonder.
Zoo een kan zingen, zingen met zaligheid: Hoe groot, hoe vrees'lijk zijt Ge alom, uit Uw verheven heiligdom (Ps. 68). Die vreugde baart schoone werkzaamheden van loven, zingen, aanbidden; van getuigen, verkondigen, uitroepen. Vreugde is in 't algemeen reeds een bron van allerlei deugden, maar deze vreugde dan! Door haar hebben pijnbanken en brandstapels hun macht, hun invloed verloren. Door haar hebben de helden Gods overwinningen behaald op de keurbenden der hel. Door haar is een nieuwe mensch verschenen op de aarde, en daarna in den hemel, die de zonde het „neen” en God het „ja” kan toeroepen, en die dat gaat beleven ook. Het wordt in verband met haar een lust en liefde tot alle goede werken.
Het kan ook niet anders. God van eeuwigheid de bron haars levens. Uit zichzelf door zichzelf bewogen om het leven mede te deelen. God de eerste en de laatste. Hij die in den Zoon den weg ontsloot tot den prijs Zijns bloeds. Die door den Geest toepaste en vervulde. Ja, wat krijgen ze daar den H. Geest ook innig hartelijk lief. Welk een vreugde in een Drie-Eenig God. Het kan niet anders; die God moet alles ontvangen; Hem worde gebracht alle heerlijkheid tot in eeuwigheid.
Wie ooit in God heeft ondervonden: Ik zal u een lachen maken; — die brengt voort vruchten, wonderkinderen der godzaligheid, als zijnde van den Geest bevrucht.
Utrecht.
G. Wissse

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 september 1925

De Wekker | 4 Pagina's

Vreugde in God

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 september 1925

De Wekker | 4 Pagina's