Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In- en Uitwendige Zending

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In- en Uitwendige Zending

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Is volgens het vorig artikeltje de juiste benaming van den evangeliearbeid onder de afgedwaalden, herkerstening; aangezien de oude, bekende woorden als „inwendige zending” en „evangelisatie” burgerrecht verkregen hebben, doen wij ze maar niet zoo voetstoots weg. Het gaat meer om het juiste begrip, dan om den juisten naam. Het juiste begrip!
Wij verstaan onder Evangelisatie dus niet den missionairen arbeid onder de heidenen; ook verstaan we daar niet onder den arbeid der kerk onder de gedoopte en belijdende leden (dit is natuurlijk wel zoo bij een volkskerk als de Hervormde kerk, met haar gemis aan tucht). Ook bedoelen wij niet den arbeid der christelijke liefde tot redding en verzorging van ellendigen, al strekt zich hier een veld uit, waarop evangelisatie en filanthropie elkander de hand zullen reiken. Wij gaat uit van de gedachte, dat het voorwerp, waarop de evangelisatie zich richt, zij zijn, die in onze omgeving afgedoold zijn van het Evangelie der genade, hetzij reeds in hunne geslachten, hetzij alleen nog maar in hun personen en gezinnen.
Evangelisatie is dus de arbeid, die de van Gods Woord vervreemde christenheid wederom voor het Evangelie van Christus zoekt te herwinnen.
Thans rijst natuurlijk vanzelf de vraag: „is in de H. Schrift nu een aanwijzing te vinden, die ons zegt, dat deze arbeid van God geboden is?”
Deze vraag komt klemt te meer, als men het bezwaar hoort van sommigen uit onze kringen tegen de z.g. inwendige zending.
De vraag komt op bij hen: mag men eigenlijk wel aan inwendige zending doen? Het Evangelie is immers reeds eeuwen lang in ons vaderland verkondigd geworden. De groote massa heeft het openlijk verworpen; nu komt het oordeel der verharding als een rechtvaardige vergelding Gods over zooveel Godverzaking. Niet God heeft ons volk prijsgegeven, maar ons volk heeft God den rug toegekeerd. Nu leert de H. Schrift op verschillende plaatsen, dat de Heere zulk een oordeel der verwerping kan uitspreken.
Denk aan de farizeeën in Jezus' dagen, waarvan de discipelen zich moesten afkeeren. Zoo is ook het oordeel Gods gekomen over de zeven gemeenten van Klein-Azië, waar thans de zending, trots alle pogingen, geen ingang kan vinden. Wel een bewijs van de vervulling van Gods bedreiging in de Openb. van Johannes. Direct stem ik toe, dat God geen onrecht zou doen, indien Hij West-Europa, ook ons land, aan zulk een oordeel der verwerping prijs gaf. Toch geloof ik, dat men zoo voortredeneerend al te zeer Mozes' woord vergeet, dat de verborgen dingen zijn voor den Heere onzen God. Wij hebben toch eigenlijk niet te maken, met wat God kán en wil doen, naar Zijn raad!
Niet Gods verborgen wil, maar Zijn geopenbaarde wil is het richtsnoer voor ons handelen.
Wil de Heere niet, dat alle menschen tot kennis der waarheid komen? Dat „alle” menschen uit 1 Tim. 2 : 4 wil zeker zeggen, allerlei menschen uit Joden en Heidenen, uit rijken en armen, dus ook uit voorheen reeds bearbeiden, uit afgedwaalde verbondskinderen.
Anderen weer beweren, dat de kerkgebouwen toch voor iedereen openstaan, dat niemand den weg der bekeering dus wordt afgesneden. Indien ze maar komen willen onder het geklank van het Woord. Nu is het waar, dat het z g. openbare van onze godsdienstoefeningen ook den werelddienaars een kans geeft.
Vergeet echter niet, dat de menschen, die voorwerpen van Evangelisatie zijn, in uw kerkgebouw uit eigen beweging nooit komen zullen. „Ja”, zegt ge, „dat willen ze niet,” Goed, maar dat durven ze ook niet. Ze zijn totaal ontwend aan 't kerkgaan, ja aan allen godsdienstvorm. U moest eens weten, hoeveel aarzeling ze reeds moeten overwinnen, om zoo hier en daar in een slop of steeg een eenvoudig evangelisatie-gebouwtje binnen te stappen. Laat ons dus niet zeggen: ze moeten maar tot òns komen, doch laat ons het omkeeren en zeggen: wij zullen tot hen uitgaan, in de heggen en struiken, waaronder zij verscholen zijn; we zullen ze dwingen om in te komen!
Dat dit laatste juist echt bijbelsch is, hoop ik u D.V. een volgende keer aan te toonen.
Amersfoort.
Ds. G. Salomons

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 oktober 1925

De Wekker | 4 Pagina's

In- en Uitwendige Zending

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 oktober 1925

De Wekker | 4 Pagina's