Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Inwendige Zending

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Inwendige Zending

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De roeping der Kerk II,
Hebben wij in het vorig artikelte op de fout gewezen van het Leger des Heils, dat in den evangelisatie-arbeid de kerk en haar ambten op zij schuift, thans willen we eens een kijkje nemen bij onze oostelijke naburen, die ons in den evangelisatiearbeid zijn voorgegaan. En dan noem ik u den naam van Wichern, die door Duitschland geëerd wordt als „Vater der Inneren Mission”. Toen Wichern in 1831 als candidaat in de theologie te Hamburg kwam, begon hij zijn loopbaan als zondagschoolonderwijzer. Hierdoor kwam hij in aanraking met arme en verwaarloosde kinderen en zag de treurige toestanden in het huiselijk, maatschappelijk en kerkelijk leven van zijn dagen.
Wat daartegen te doen? Door zich persoonlijk het lot dier verwaarloosde kinderen aan te trekken. Zoo stichtte hij „das Rauhe Haus” waarin hij begon met drie knapen, In later jaren heeft het Rauhe Haus wereldberoemde vermaardheid verkregen. Das Rauhe Haus werd de bakermat der inwendige zending in Duitschland. Wichern wist door zijn aangrijpend woord aller harten te bewegen om zich het lot van de dolende massa aan te trekken, en zoo heeft hij een vrije organisatie in het leven geroepen, die in Duitschland ontzaglijken invloed ten goede heeft uitgeoefend, ook op het kerkelijk leven.
't Is waar, zijn werk was een enkele lichtende ster, die de donkerheid van den nacht misschien des te meer deed uitkomen, maar die enkele leidstar is dan toch voor velen ten zegen geweest.
Wichern is de voorstander van een organisatie, die ontstaat door het initiatief van de geloovigen onderling. Hij meent, dat niet de geinstitueerde kerk het evangelisatiewerk moet verrichten, maar de particuliere geloovige.
Het ambt heeft hiertoe geen roeping. Dit kracht van het algemeen priesterschap der geloovigen eischt hij de leden der kerk op om priesterlijk zich over den ellendige te ontfermen, profetisch Jezus' naam hen bekend te maken, en koninklijk den strijd aan te binden tegen de machten uit den afgrond.
Nu moeten deze geloovigen dat werk niet doen, ieder op eigen houtje, naar eigen inzicht, neen, zij moesten zich in vrije organisatie aaneensluiten, plaatselijk, gewestelijk en over 't geheele land. Wat Wichern omtrent de roeping zegt, die voort vloeit uit het ambt aller geloovigen, is waard gelezen en overdacht te worden. Vooral in onzen tijd, waarin met dat ambt maar al te weinig gerekend wordt. Als Wichern zegt, dat de kerk als instituut met evangelisatiewerk niet te maken heeft, vervalt hij nog niet in de fout van hen, die de kerk geringschatten. Hij heeft de inwendige zending nooit willen maken tot een zelfstandige en blijvende organisatie naast (Joh. de Heer) of tegenover de kerk (Leger des Heils). Feitelijk acht hij haar een tijdelijk hulpmiddel voor de kerk. De inwendige zending is voor hem de barmhartige Samaritaan, die uitgaat op de wegen rondom Jeruzalem, om de afgedoolde en door de roovers geplunderde pelgrims weer op te zoeken; die olie en wijn giet in hunne wonden; die ze op den ezel laadt, om ze dan niet te houden in eigen huis, zooals het Leger des Heils doet, maar ze naar de herberg, d. i. de kerk te brengen.
Het doel der inwendige zending ligt dus wel in de kerk, maar het werk gaat niet van de kerk als kerk, doch van de geloovigen uit. Het orgaan is het algemeen priesterschap der geloovigen en niet het ambt in bijzonderen zin.
Hetzelfde standpunt wordt ook ingenomen door O.G. Heldring, predikant te Hemmen, de stichter van de bekende Heldringsgestichten.
Deze Heldring stelde zich tegenover de rationalistische richting in de Hervormde kerk, maar voelde zich in het kerklijk milieu der afgescheidenen ook niet thuis. Hij meende bij hen te stuiten op een niet gevoelen voor het z.g. praktisch christendom. Vandaar, dat hij bij de mannen van het reveil zich thuis gevoelde, waardoor zijn werk der barmhartigheid een niet kerkelijk karakter kreeg. Wellicht, dat we later nog wijzen op het veelomvattend werk, dat hij tot stand heeft gebracht. In een volgend artikel hoop ik u aan te toonen een standpunt, dat diametraal staat tegenover dat van bovengenoemde mannen.
Amersfoort.
Ds. G. Salomons

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 december 1925

De Wekker | 4 Pagina's

Inwendige Zending

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 december 1925

De Wekker | 4 Pagina's