Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het heilig Evangelie naar de beschrijving van Markus 3

Bekijk het origineel

Het heilig Evangelie naar de beschrijving van Markus 3

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

I : 4—8. Johannes was gekleed met kemelshaar, en met een lederen gordel om zijne lendenen, en at sprinkhanen en wilde honig. De verschijning en de levenswijze van Johannes den Dooper was geheel in overeenstemming met zijn taak, en dus in tegenstelling met de gewoonten zijns tijds. De weelde in kleeding en spijs neemt in dagen, waarin de vraag: Wat zullen wij eten en wat zullen wij drinken en waarmede zullen wij ons kleeden ? aan het leven richting geeft, een hooge vlucht. Dat was zoo ook in de volheid des tijds. Wie bestudeert, hetgeen uit dien tijd medegedeeld wordt, moet tot de slotsom komen, dat toen, gelijk als ook nu, de mensch opging in het uiterlijke. Mooi gekleed gaan, lekker eten en drinken, gemakkelijk leven, was de leuze. Zoolang voor den mensch het lichaam niet meer is dan de kleeding, en het leven niet meer dan het voedsel, zit hij met alle vezelen vast aan de dingen dezes .tijds, hebben de hoogste levensvragen voor hem eigenlijk geen belang. Jeruzalem was een der beschavingsbrandpunten, druk bezocht door lieden uit andere landen, En die brachten daar hunne gewoonten, hunne schittering, hunne — mode. Wie afwijkt van God, grijpt die dingen en gaat er in op. Het kemelshaar waarmede Johanes gekleed was predikte aan die wereld, dat de kleeding den man niet maakt. Armelijk en eenvoudig was hij gekleed. Slechts het noodige had hij aan. Dekking der naaktheid en bescherming tegen de koude bedoelt de kleeding, meer niet. De overdaad van zijne tijdgenooten werd daardoor gewraakt. Ook in de spijze. Daardoor werd hun ook toegeroepen, dat zij eenen anderen weg zouden betreden, den weg van de wereld af, tot God.
De prediking van Johannes is, wat elke prediking in den kern wezen moet, eene prediking van den Christus. Als een goed „vriend des bruidegoms” (Joh. 3 : 29) zoekt hij niet zichzelf doch Dezen. Hoe zou hij ook anders kunnen, als hij zijne taak naar Zijns Zenders wil volbrengt? Hij predikte, zeggende: Na mij komt, die sterker is dan ik, wien ik niet waardig ben, nederbukkende, den riem Zijner schoenen te ontbinden. Welk eene ootmoedigheid bij Johannes! Licht had hoogmoed zijn ziel kunnen benevelen, want Jeruzalem en Judea gingen tot hem uit. Maar neen, hij weet zijne plaats; hij acht zich zelfs den slavendienst onwaardig, om den schoenriem zijns Meesters te ontbinden. Mochten alle dienaren (ook alle anderen) zoo met ootmoedigheid bekleed zijn, opdat zij in hunnen arbeid niets mochten bedoelen dan de eere huns Heeren. Sterker dan hij, noemt Johannes den komenden Christus. Dat mocht hij naar waarheid doen. Johannes is slechts een menschenkind, Christus de Zoon van God. Johannes kan, de Heere verleent hem daartoe gaven en krachten, prediken, brengen tot het oor; Jezus zal het brengen tot het hart; Johannes kon niemand de vergeving der zonde schenken, Jezus wel. En dat sterkere komt dan ook uit als Johannes, predikende, vervolgt:
Ik heb ulieden wel gedoopt met water, maar Hij zal u doopen met den Heiligen Geest. Dit is juist, wat de waarlijk ontdekte aan zijn zondig bestaan zoo noodig heeft. De waterdoop behoudt niet, tenzij genade ontvangen wordt. En de waterdoop, hoeveel troost en bemoediging ook in dezen gelegen is voor het hart, dat dorst naar God, zal nooit dien dorst kunnen lessen; vrede kunnen schenken aan de ziel; eene liefde, waaraan zij met vrijmoedigheid uiting geven mag. En is het nu waar, dat er geene ware behoefte kon zijn aan God en Christus zonder den Heiligen Geest, die èn naar binnen èn naar boven ontdekt, toch is noodig, dat wij gedoopt worden met den Heiligen Geest, dat wij ontvangen de vergeving der zonden, dat wij geplaatst worden in de gemeenschap Gods en van Christus, dat wij werkelijk, bewust, onderdanen mogen zijn van Zijn rijk. Dat dit zoo is en wij maar niet alleen moeten besluiten tot het aanwezig zijn van de werking des Heiligen Geestes, om daarbij te blijven, blijkt o. i. duidelijk hieruit, dat de Heiland zelf Zijne jongeren opwekt, te bidden om den Heiligen Geest. (Zie Mattheus 7 : 11). Trouwens de volhield des heils ligt niet in de logische redeneering: ik ben anders dan anderen, anders dan de wereld en dat kan niet zijn dan door den Heiligen Geest, maar in het ontvangen des Heiligen Geestes tot kennis van God en van Jezus Christus. De Christus zal den door Johannes be-arbeiden. de volle zaak moeten schenken.

I : 9—11. Jezus, door Johannes gedoopt.
Er ligt ongeveer een half jaar tusschen de geboorte van Johannes en die des Hollands; ook zal ongeveer een halfjaar voor het optreden in het openbaar van den Heere Jezus de prediking van Johannes begonnen zijn. Dat Johannes geheel onbekend is geweest met den Heere Jezus, is niet aan te nemen. Maria en Elizabeth waren elkander verwant. Zou Elizabeth nimmer tot Johannes gesproken hebben van het bezoek, dat de moeder haars Heeren (Luk. 1 : 43) haar eens bracht? Behalve door bijzondere Godsopenbaring kon Johannes dan ook elk oogenblik de komst zijns Heeren verwachten, ziende op den tijd.
Het geschiedde dan in diezelfde dagen, dat Jezus kwam van Nazareth, gelegen in Gallilea, en werd van Johannes gedoopt in den Jordaan. De vraag kan hier gedaan worden, waartoe eigenlijk de Heere Jezus gedoopt worden moest. In het Evangelie van Mattheus (hfdst. 3) wordt ons daarvan de reden gezegd, als de Heiland, op de aanvankelijke, uit ootmoed voortspruitende, weigering van Johannes, antwoordt: Laat nu af, want aldus betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen. Daar ligt dus iets plichtmatigs in den doop van den Heiland door Johannes, waarbij wij echter in het oog moeten houden, dat de Heilant nooit iets gedaan .heeft, omdat het maar ge.laan moest worden. Niets deed Hij dan van harte; niets dan met het heilige doel, Gods gerechtigheid, voor oogen. Wanneer Christus gedoopt wordt, dan is dit niet om Hemzelf, evenmin als Hij om Zichzelf geleden heeft en gestorven is. Als Hij lijdt en sterft, dan doet Hij dat als Borg. Ook als Hij gedoopt wordt, wordt Hij als Borg gedoopt, als Borg, dragende de schuld der Zijnen. Die doop behoorde tot Zijne vernedering. De doop toch veronderstelt eene onreinheid van den doopeling. Welnu, Jezus was, als persoon, rein; als Borg onrein. Voor den doop werd Hij geplaatst door den Vader, opdat door den doop Zijne volkomen overgave aan des Vaders welbehagen zou blijken. Daarom moet Hij als zonde-drager in den Jordaan, niet om, gereinigd en verlost daarvan, straks uit het water op te klimmen, maar om daarin uit te spreken, wat tegen het einde Zijns levens, in Gethsemané, in den lijdensdoop, door Hem gesproken werd: Uw wil geschiede! Op die daad van overgave volgt, dat terstond, als Hij uit het water opklom, Hij de hemelen zag opengaan en den Geest, gelijk eene duive op Hem nederdalen. En daar geschiedde eene stem uit de hemelen: Gij zijt Mijn geliefde Zoon, in denwelke Ik Mijn welbehagen heb.
Het contract, mag ik het zoo noemen, tusschen Vader en Zoon, in de stilte der eeuwigheid tot verlossing van verloren zondaren gesloten, wordt hier bevestigd aan het vleeschgeworden Woord. De doop van den Christus is het zegel, dat er aan gehecht wordt. Maar dan ontvangt ook de Zoon des menschen, de Borg, de bekwaam-making tot volvoering van het welbehagen Gods door den doop des Heiligen Geestes, die door Hem niet met mate doch in volheid ontvangen wordt. Gelijk eene duive daalt de Geest op Hem. Lieflijk symbool, teeken des vredes, die Hem vervullen, dien Hij geven zal.
F. Lengkeek

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 december 1925

De Wekker | 6 Pagina's

Het heilig Evangelie naar de beschrijving van Markus 3

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 december 1925

De Wekker | 6 Pagina's