Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Art. 37 D.K.O. (2) Kerkeraad (5)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Art. 37 D.K.O. (2) Kerkeraad (5)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zoo bestaat dus de kerkeraad uit den Dienaar des Woords en de Ouderlingen. Deze raad komt op geregelde tijden saam, onder leiding van den voorzitter, n.l. de predikant of, zoo er meer zijn, één der leeraren volgens toerbeurt. De scriba zorgt er voor, dat van al wat behandeld wordt, aanteekening wordt gehouden in het Notulenboek.
Wat nu in het notulenboek des kerkeraads moet worden opgeteekend, wordt door de K. O. niet nader uiteengezet. Toch willen wij hier nog even aanwijzen, wat wèl en wat niet moet worden aangeteekend. De tijd van de vergadering, de wijze van de opening, de leden, die afwezig zijn, en tevens of zij al of niet met kennisgeving aanwezig zijn, wordt met weinige woorden opgenomen. Wat de zaken betreft, die ter tafel komen en waarover kortere of langere bespreking wordt gevoerd, hierover moet alleen genotuleerd worden, wat er omtrent die zaken door den kerkeraad besloten wordt. Een groot relaas van overwegingen, besprekingen en opmerkingen moet worden vermeden. De discussies, welke er gevoerd zijn, behooren niet in de notulen, maar het resultaat der besprekingen, dat de kerkeraad leidt tot het nemen van een besluit, moet worden opgenomen. Al die discussies, op en aanmerkingen enz. doen meer kwaad dan nut en het is er alleen maar om te doen dat bewaard blijve, wat ten slotte door de kerkelijke vergadering is besloten en dan natuurlijk met de overwegingen, die niet één of meer leden, maar den kerkeraad in zijn geheel, dus als college tot het nemen van het besluit heeft gebracht. Vooral als het tuchtzaken betreft, is het noodzakelijk, dat niet alleen het besluit, maar ook de gronden waarop dat besluit genomen wordt, in de notulen worden opgenomen.
Dit geldt niet alleen van de notulen des Kerkeraads, maar ook van die der meerdere vergaderingen. In dat opzicht is er een groot verschil tusschen de acta van de eerste jaren na 1892 en die van den lateren tijd, inzonderheid van die van de Synode van 1925 te Groningen, en evenzoo tusschen die van de eerste jaren der Afscheiding en die van een kwarteeuw later. Daaruit blijkt dat het maken van notulen eener vergadering nog niet zoo gemakkelijk is en dat het opstellen van juiste notulen eerst langzamerhand wordt geleerd. In die eerste acta wordt b.v. een groot relaas gegeven van al wat door verschillende broederen ter Synode gezegd werd, terwijl het genomen besluit soms zelfs onduidelijk wordt weergegeven. Het komt er toch niet op aan om aan de vergetelheid te ontrukken wat Ds. A. en Ouderl. B. en Docent C. hebben gezegd, maar wat ten slotte het oordeel der vergadering was.
Ten slotte moet nog even stil gestaan bij de vraag, of een kerkeraad verplicht is allerlei inlichtingen te geven omtrent de gronden, waarop een kerkeraads besluit is genomen, wanneer gemeenteleden daarnaar vragen. Die vraag moet beslist met neen beantwoord worden. Het kan zelfs gebeuren, dat er gevallen zijn, waarin de kerkeraad verplicht is het geven van inlichtingen te weigeren, wanneer dat gemeentelid zelf betrokken is bij dat besluit. Wel mogen de gemeenteleden een kerkeraadsbesluit beoordeelen en er bezwaar tegen hebben, doch dan moet dit bezwaar in den ordelijken weg bij den kerkeraad worden ingebracht en als deze dan bij zijn besluit blijft en de zaak is van gewicht voor de kerk, dan kunnen de leden tegen zoo'n besluit zich beroepen op de vergadering der classis, alwaar dan de kerkeraad de redenen voor zijn besluit kan ontvouwen en aan het oordeel der classe onderwerpen. Doch het zou independentisch zijn, indien de gemeente over den kerkeraad zou willen regeeren en dit zou zij doen, indien zij den kerkeraad wilde verplichten de motieven voor zijne genomen besluiten aan de gemeenteleden of aan een gemeentelid bloot te leggen. Gemeenteleden hebben nooit het recht een kerkeraad ter verantwoording te roepen, doch wel mogen zij langs den kerkelijken weg bezwaren inbrengen.

De Br.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 januari 1926

De Wekker | 4 Pagina's

Art. 37 D.K.O. (2) Kerkeraad (5)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 januari 1926

De Wekker | 4 Pagina's