Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sumatra. (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sumatra. (2)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat een geweldige menschenmassa brengt het vertrek van zoo'n mailboot naar Holland in Tandjong Priok bijeen. De weg daarheen is dan letterlijk een fille van auto's en wanneer men nu maar rustig achter elkander aan kwam en behoorlijk afstand bewaarde, dan gebeurden er geen ongelukken. Maar wie blijft er met zijn auto nu nog achter die van zijn buurman? Wie bewaart er nog behoorlijk afstand? Wie is er niet op uit zijn voorganger te klopperen op gevaar af zichzelf te pletter te rijden?
En zoo is de weg naar Tandjong Priok bekend door het woeste rijden en berucht door de ongelukken, die er wekelijks geschieden. Gelukkig, dat de Spoorwegmaatschappij het vervoer over den weg wat ontlast heeft, door een boottrein te laten loopen, waar hoe langer hoe meer gebruik van gemaakt wordt. De trein rijdt tot vlak voor de vertrekkende boot en zonder eenig bezwaar komen de menschen aan boord.
Wat een menschen! Er is letterlijk geen doorkomen aan! Langzaam, voetje voor voetje de trap op, en aan boord, voetje voor voetje vooruit.
't Is al maar schuiven, schuiven door de gangen. Schuiven op en af de trappen, schuiven door de verschillende salons, om te vinden, dien men zoekt of een behoorlijk plaatsje te vinden, waar men zijn vrienden en bekenden kan afwachten.
Dien morgen van 12 Aug. was het geweldig. Er gingen eenige autoriteiten weg, voor wie veel belangstelling was, en hier en daar was de boot in een bloemtuin herschapen. Zelf had ik van velen daar afscheid te nemen en van de militaire Vereeniging „de Christen-Ambonnees” werd mij zelfs een prachtig bloemstuk aangeboden. 't Was een ontroerend oogenblik. toen de stoomfluit met zijn somber brommend geluid, dat zoo goed past bij het oogenblik, vertelde, dat men afscheid nemen moest. Want dat is toch eigenlijk het groote moment. Tot op dat oogenblik blijft de smart en de pijn van het scheiden verborgen en schijnt het alles een blijde massa te zijn. Maar dan komt het. Want hier is een vader wiens vrouw met de kinderen naar Holland gaat, terwijl hij zelf moet achterblijven; daar gaat een zoon of dochter naar Holland, die door moeder aan boord gebracht wordt; ginds gaan de ouders naar Europa, terwijl een zoon of dochter moet achterblijven. Want, gelijk in Amsterdam en Rotterdam, Holland zich van Indië moet losmaken, zoo maakt, in Tandjok Priok, Indië zich van Holland los, en scheiden doet pijn, onverschillig of het in Holland of in Indië plaats vindt.
Maar toch begroette ik dat somber dreunende geluid met iets van dankbaarheid in mijn hart. Want de hitte aan boord was ondragelijk. de spanning ging hier en daar boven het maximale. Er werd op dat geluid gewacht, en toen het kwam, toen sprongen allerwegen de tranen de lang tegengehouden tranen los. Toen was het op eens die blijde massa niet meer, want toen zag men de diepe klove, die tot nu toe verborgen gebleven was, de klove tusschen de gaanden en blijvenden, tusschen Holland en Indië.
Welgelukzalig de mensch, die in deze geweldige momenten van zielsontroering met den dichter getuigen mag;

„Gij zult mij leiden door Uw raad,
„O God! mijn Heil, mijn Toeverlaat!
„En mij, hiertoe door U bereid,
„Opnemen in Uw heerlijkheid.
Want dan doet het er heel weinig toe, of hij tot de gaanden of tot de blijvenden behoort. Langzaam schuifelde de menschenmassa van boord en vijf minuten voor het vertrek „de laatste waarschuwing”. Dan wordt het haasten, want men is al bezig met het losmaken en inhalen van de trossen, de trappen worden ingehaakt en de hand is reeds aan den handel geslagen om ze op het eerste teeken op te hijschen en weg te draaien. Op de kade staat nog een groote menschenmassa. Fotografen zijn ijverig in de weer en de zakdoeken heeft men gereed. Plotseling zet de muziek het „Wilhelmus” in, maar het pakt mij op dit oogenblik niet. De stemming is niet aanwezig, waarin „het Wilhelmus” tehuis behoort en ik vermoed, dat men het speelt uit gebrek aan wat anders. Het schip vaart al.
Een geweldig hoera stijgt er uit die menschenmassa daar beneden op. Zakdoeken worden gezwaaid, tranen weggewischt en dan komt er een oogenblik, waarop het schip uitgestorven schijnt. Geen mensch is er letterlijk aan dek, alles in de hutten bezig met zich wat in te richten voor de reis, zich wat op te knappen voor de lunch en vooral om eens een oogenblik tot zich zelf te komen. Ik was heel even in mijn hut geweest om te zien of mijn bagage aanwezig was; maar nu kon ik er mij een oogenblik rustig in neer zetten en mijn gedachten nog eens over alles laten gaan.
Negen maanden geleden zette ik in datzelfde Priok voet aan wal en wat was er in die negen maanden niet geschied! Met veel vragen en weinig verwachtingen in Indië aangekomen, en nu dankbaar voor alles, wat de Heere gegeven had. In vogelvlucht gingen deze maanden met haar lief en leed aan mijn geestesoog voorbij. Batavia en Bandoeng, Sabang en Semarang, Djocja en Solo, Soerabaja en Malang, het mooie Bali en zooveel andere plekjes, die ik op Java bezoeken mocht. Wat kunnen wij in zulke oogenblikken ontzaglijk veel zien, wat teekenen de dingen zich dan geweldig scherp af, wat zien wij dan zelfs onze fouten en tekortkomingen, wat worden wij dan klein, heel klein in onszelven, en wat voelen wij dan diep, heel diep, dat, wanneer wij wat bereikt hebben, niet wij het zijn, maar God het is, die het ons bereiken deed.
Heerlijk, dat God voor Zijn eigen eer zorgt en dat wij Hem in zulke oogenblikken ook zoo gaarne, die eer willen geven. Wat kan onze ziel zich dan diep voor Hem buigen en in die diepte wordt dan de belijdenis geboren: „Niet ons, o, Heer', niet ons, maar Uw” Naam geef eere, om Uwe goedertierendheid en om Uwe waarheid wil.”
De reis naar Belawan verliep zonder eenige stoornis. Een prachtige zee en de wind achter in. 't Was vreeselijk warm aan boord. Zelfs de avond bracht niet de minste afkoeling en de nacht was zoo heet, dat, toen ik zelf mijn hut vanwege de warmte verliet, ik verscheidene passagiers aan het dek trof. De volgende dag was nog warmer en het was een heerlijkheid, dat het 's avonds laat begon te onweeren en te waaien, gepaard met een geweldige regenbui, wat eenige afkoeling bracht.
Vrijdagmorgen voor zonsopgang een dikke mist. Van Singapore was niets te zien, maar nauwelijks was de dagvorstin boven de kimmen verrezen, of het ondoordringbaar gordijn werd ijle lucht en wij stoomden zonder oponthoud de haven van Singapore binnen. Vier uur werd ons gegund om deze stad nog eens te bezoeken en dadelijk werd de weg ingeslagen naar den beroemden plantentuin. Wat was het daar heerlijk! En alles groen! Op Java alles verbrand. Geen groen grassprietje was er te ontdekken en hier alles groenend en bloeiend. 't Was werkelijk een verkwikking voor het oog. Op tijd ging de boot af en Zaterdagmiddag halftwee meerden wij onder een tropische hitte in Balawan, waar ik afstappen moest, om vandaar mijn reis over Sumatra te beginnen.
Vrienden wachten mij op. De visitatie ging vlug. De groote bagage ging per trein, de kleinere namen wij mee in de auto en een paar uur na aankomst zaten wij heerlijk in den tuin onder een kopje thee uit te rusten van onze vermoeienissen. Wij waren in Medan, en de gast van een van onze oud-catechesanten.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 september 1926

De Wekker | 4 Pagina's

Sumatra. (2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 september 1926

De Wekker | 4 Pagina's