Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Schriftuurlijke Geleerdheid.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Schriftuurlijke Geleerdheid.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een kenmerkend verschijnsel van onzen tijd op het gebied der wetenschap is o.m. dat men al meer in wijsgeerigheid zijn kracht, om niet te zeggen heil zoekt. Daarbij is de wijsbegeerte almeer populair geworden, en de kennis er van al meer onder bereik van schier iedereen gebracht. Het is zoo ongeveer mode geworden, om aan wijsbegeerte te doen. 't Staat gekleed. In dit alles schuilt al meer gevaar. Op één dier gevaren wil ik thans wijzen. Namelijk als men dit beginsel of dezen „geest” inburgeren zou in de theologie. Ik weet wel, dat wijsgeerige vorming voor den man van studie onmisbaar is, ook dat de theoloog niet zonder ernstige schade de kennis van wijsbegeerte c.a. zou verwaarloozen. Maar het moet naar de oude zegswijze blijven: „de wijsbegeerte dienstmaagd van de theologie”. Natuurlijk is het nuttig en noodig, dat onze toekomstige predikanten behoorlijk onderlegd zijn; dat zij hun tijd behoorlijk kennen; dat zij weten, hoe zij den smader moeten antwoorden; dat zij de afwijkende stroomingen kennen, en die kunnen tegenstaan; als ook dat zij de leer der zaligheid en der godzaligheid behoorlijk kunnen formuleeren, en dezelve tegenover alle ijdele philosophie weten hoog te houden. Daartoe is uit den aard der zaak wijsgeerige studie onmisbaar. Maar men zij voorzichtig, dat men inmiddels die leer der zaligheid zelve niet gaat verphilosopheeren. En dan nog iets. Dit niet minder. Namelijk, laten wij allen er ons toch met alle kracht op toe leggen, om positief goed grondig thuis te zijn in de stukken van de kennisse Gods, op Schriftuurlijke wijze. Menig theoloog onzer dagen weet soms wel, wat Hegel heeft geleerd, wie Schleiermacher is, hoe het staat met de theologie der nieuwere wijsgeerige scholen enz., maar is inmiddels bitter slecht thuis in de oude fundamenteele stukken van de Geref. leer zelve.
Ja velen weten tegenwoordig meer van philosophie dan van de practicale godgeleerdheid. Vraag menig theoloog niet naar den aard van ware ontdekking b.v.; of ook niet naar het onderscheid tusschen schijngeloof en waar geloof; of evenmin naar de oorzaken en geneesmiddelen van ongeloof en kleingeloof; enz. enz.; want och arme, dan staat de man met den mond vol tanden. En toch met al die dingen krijgt de theoloog, de bedienaar des Woords, de dienstknecht des Heeren in de practijk te doen. Straks worden de uitgestooten dienstknechten in 's Heeren wijngaard geroepen bij allerlei menschen, die hulp, raad, onderricht enz. noodig hebben, niet betreffende een of anderen philosoof, maar die ambtelijke hulp noodig hebben voor hun arme bestredene, geslingerde, ontroerde ziel. Arme zielen, die dan aan zulke arme dokters zich zien overgeleverd. Laten onze toekomstige predikanten zich dan toch bijzonder toeleggen op die kennis. Schriftgeleerden in den goeden zin des H. Geestes hebben we noodig. Mannen niet in de eerste plaats vol wijsgeerigheid, maar vol des geloofs en des H. Geestes. 't Is jammerlijk, als de leeraar wel goed thuis is in z.g.n. philosophische theologie; maar slecht onderlegd is in de aloude gezonde voorwerpelijke en onderwerpelijke godgeleerdheid.
Waarlijk, wie de gemeente lief heeft, zal zich toeleggen niet op uitstalling van allerlei voorname geleerdheid, en hoogdravende stukken; maar op practicale schriftuurlijke ontvouwing van twee zaken: n.l, wie en wat de mensch als gevallen zondaar is tegenover God; en wie en wat God is tegenover een gevallen zondaar. O, wie daar in thuis raakt, is meteen goed geleerd ook; dàt zijn de ware wijzen.
Onze Theologische School staat gelukkig op dit standpunt. En laten we dit nooit inruilen, hoe verleidelijk de sirenenzangen ook klinken, voor de wijsheid der wereld, welke is dwaasheid bij God. De Heere moge ons allen, 't zij predikanten, studenten of hoogleeraren bewaren bij deze opvatting. 't Is zoo verleidelijk. Bij de tegenwoordige wereld is men dan eerst in eenig aanzien, als men philosophisch praat, maar laten we ons maar houden aan den ouderwetschen of liever aan den bijbelschen gang van zaken.
Zorgen wij allen maar, dat we spijze uitdeelen kunnen voor de ziel. Juist nu, nu alles zoo wijst op de toekomst van Christus. Wie niet weet, hoe God een zondaar zaligt, en hoe Hij zijn volk oefent, hij is een dwaas, al konde hij alle stelsels der wijsgeeren uit zijn hoofd voordragen. En dan daarbij een biddende student, een biddende onderwijzer, die samen les ontvangen van den Leerstoel, die in den hemel staat; zie dat is een belofte van Sion's welzijn. Nu de nieuwe cursus weer aanvangt doordringe de Heere ons, 't zij in 't onderwijzen, of in 't onderwijs ontvangen, maar genadig veel van deze waarheid.

Utrecht. WISSE.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 september 1926

De Wekker | 4 Pagina's

Schriftuurlijke Geleerdheid.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 september 1926

De Wekker | 4 Pagina's