Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenbus.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenbus.

De Straatprediking

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

H. J. te K., vraagt: „Is straatprediking naar de orde van Gods Woord in onze dagen?”
In verband hiermede wijst J. er op, dat er toch zoovele kerken zijn, dus gelegenheid voldoende om het Evangelie te beluisteren. Betrekkelijk is dat zoo. Maar dit moet vooral niet vergeten worden, de straatprediking bedoelt menschen te bereiken, die naar geen kerk omzien; die vijandschap koesteren tegen al wat naar de kerk riekt.
Alle bedenkingen echter, welke men tegen straatprediking zou kunnen inbrengen, moeten aan Gods Woord getoetst worden. Men kan iets niet veroordeelen, omdat het nieuwerwetsch is, evenmin bij het oude zweren, omdat het oud is.
Vragen we het aan de H. Schrift, dan blijkt het ten duidelijkste, dat straatprediking niet alleen geoorloofd, maar zelfs door voorbeelden wordt aanbevolen.
Bij alle gelegenheden liet Jezus zijn stem in het openbaar hooren. In tempel en synagoge, in de woeste plaatsen, ja zelfs een schip verstrekte Hem meermalen tot een spreekgestoelte. Ook de Apostelen leerden in alle plaatsen, waar zij inkwamen, op straten en pleinen, zoowel als in de geheiligde vergaderplaatsen.
En wil men een letterlijke aanwijzing, dan geeft Jezus in Lucas 14 de noodige aanwijzing. In de gelijkenis van een „groot avondmaal”, gebiedt de gastheer zijne knechten zorg te dragen, dat de feestzaal vol worde. Vele genoodigden verontschuldigen, zich, maar dan wordt het bevel gegeven, dat „de dienstknecht zal uitgaan in de straten en wijken der stad”, om desnoods met geweld in te drijven.
Zou deze gelijkenis ook niet veel te zeggen hebben tot velen in onzen tijd, die in zelfgenoegzaamheid de kerken vullen, en het niet verstaan, dat ze leven in een wereld, die in jammer en ellende omkomt?
Mij dunkt, wat Jezus in Luc. 14 zeide, rechtvaardigt ten volle de beteekenis der straatprediking. Het sluit zoo schoon aan bij Spreuken 9:1—6, waar de opperste Wijsheid haar paleis heeft toebereid, en zij gasten noodigt, ja zelfs van de tinnen, van de hoogten der stad „laat roepen” om in te komen en te eten en te drinken.
Wat J., en anderen met hem wellicht, tegen straatprediking hebben, is feitelijk niet, omdat de H. Schrift het veroordeeld, maar bij vindt het meer een teeken van onzen tijd, want „de oude vromen zijn tegen zulke nieuwerwetsche vindingen geweest.” We willen niet onderdoen in het achten der „oude vromen”, en niet gerekend worden met hen, die als een Rehabeam, den raad der ouden verwerpen. Maar we mogen in onze hoogachting niet zoover gaan, dat we zouden vergeten, dat ook Gods kinderen, de besten niet uitgezonderd, menschen zijn. In dit geval mag het voorbeeld der „oude vromen” niet ter navolging worden gesteld. Dat predikanten, die een goeden naam in de kerk hebben, zich geven voor straaprediking, moest J. tot bedachtzaamheid stemmen, om maar niet zonder meer, hun optreden te veroordeelen. De bewering, als zou het den studenten aan onze Theol. School aanbevolen worden, is niet geheel juist. In de Evangelisatie te Apeldoorn, arbeiden ook studenten, die des Zondagsavonds eenige logementen bezoeken en daar de boodschap des heils gaan brengen Een prachtig werk, dat alleszins aanbeveling verdient.
Verder verspreiden ze tractaten. Juist in deze dagen is de straatprediking besproken en het is niet onmogelijk, dat ook hiermede een aanvang zal worden gemaakt, voor zoover hun studie dat toelaat. Dat is toch geen zonde, dat onze studenten op deze manier hun liefde voor den Heere Jezus toonen, en medelijden jegens het „verlorene” oefenen? Dat is altijd iets meer en beter dan alleen over de zaken van het Koninkrijk Gods te praten, dat wel zeer stichtelijk zijn kan, maar veelszins draagt dit zoo weinig vrucht naar buiten.
Het gevaar van een „algemeene verzoeningsleer”, waarop gewezen wordt, moet te meer aansporen tot waakzaamheid. Het is inderdaad niet te ontkennen, dat het aanbod des Evangelie's, wel eens al te veel in het teeken der algemeene verzoening staat. Maar men vergete hierbij niet, dat men de dingen op straat wel eens iets anders zegt dan in de kerk. Men spreekt tot een publiek dat van „de geestelijke dingen” absoluut geen begrip heeft. B.v. als men op straat zou prediken over de uitverkiezing of alle klem zou leggen op 's menschen onmacht, dan zou men het tegenovergestelde verkrijgen, van wat men zocht te bereiken. En zoo zou het wel eens kunnen gebeuren, als men zijn domine op straat hoort spreken, dat men zou denken, hé, dat is toch iets anders dan wat we Zondags in de kerk hooren. Heelemaal niet erg, hoor, als de prediking maar tot inhoud heeft, een armen zondaar en een rijken Jezus.
Dat er in de Evangelisatie saamwerking plaats heeft met andere kerken, is uitnemend. Tengevolge van de algemeene verdeeldheid, heeft de kerk toch al te veel van haar kracht en invloed ingeboet. En met heide handen moet de gelegenheid aangegrepen worden, om gemeenschappelijk de kruisbanier in de wereld te planten. Dat doet meer het bewustzijn van saamhoorigheid opleven; dat brengt liefde tot en waardeering van elkander, en met behoud van het beginsel, leert men dan wederkeerig zien, dat er toch zooveel is, dat samenbindt ook bij alle verschil. Ik meen, dat hoe meer de arbeid in Gods koninkrijk zich in deze opgaande lijn ontwikkelt, er des te meer zegen zal verspreid en genoten worden. De velden zijn wit om te oogsten, de arbeiders zijn weinigen, bidt dan den Heere des oogstes dat Hij arbeiders in Zijn wijngaard uitstoote.

A. (Apeldoorn) G.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 oktober 1926

De Wekker | 4 Pagina's

Vragenbus.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 oktober 1926

De Wekker | 4 Pagina's