De Medische Zending. (4)

Het spreekt van zelf, dat men de zendeling, die tevens als geneesheer optreedt in zijn arbeid niet moet meten met den wetenschappelijken maatstaf der mannen van het vak. Het is toch onmogelijk hem met een gewoon geneesheer te willen vergelijken. Dat is ook geen vereischte. De praktijk der zending heeft geleerd, dat een zendeling, die onder de heidenen meteen als geneesheer optreedt, geschikter voor het pionierswerk is, dan een volledig bevoegd zendeling- arts. Daarom zendt onze kerk straks D.V. uit een evangeliedienaar. Maar deze wordt eerst toegerust met zooveel mogelijke medische kennis. Principieel genomen kunnen we dit eigenlijk geen medische zending noemen, maar deze zendeling met medische kennis moet ook plaats maken voor den bevoegden zendelingarts. Deze laatste moet voortzetten het werk, dat de gewone zendeling als zeg maar eerste geneesheer plaats maakt voor den eigenlijken geneesheer. Zijn doel is toch medische hulp, dat is slechts middel, 't welk hem brengen moet tot het doet evangelieverkondiging. Zoo wordt dus, als het zendingswerk eenigen voortgang heeft de zendeling met medische bekwaamheid gevolgd door den eigenlijken zendeling-arts. Wat is dat voor een man? Dat is iemand, die ten behoeve van de zending wetenschappelijk opgeleid is als arts, of als wetenschappelijk gevormd arts zich in dienst stelt van de zending. Zulk een missionairarts is maar niet een man, die en d Europenanen helpt en de inlanders. Neen, door de zending aangesteld is zijn werk geheel in dienst der zending. Hij staat aan het hoofd van een zendingshospitaal, waar hij bijgestaan wordt door opgeleide inlandsche helpers, die tot het christendom zijn overgegaan. Zoo hebben bijvoorbeeld de zendings-deputaten van de Gereformeerde kerken de voor rekening van de Nederlandsche Gereformeerde Zendingsvereeniging opgeleiden heer J. G. Scheurer tot zendeling-arts uitgezonden in 1893. Hij is gegeordend als zendeling met oplegging der handen en daarna door de Deputaten als arts uitgezonden. Hij was de man, die de medische zending den eersten stoot heeft gegeven, en dat in de dagen, toen het met de zending op Midden-Java niet rooskleurig gesteld zijn.
Hij vond veel ingang bij de Indische bevolking en verwierf zich dan ook de titel van doctor toeloeng, de doctor, die armen helpt. Zijn opvolgers Dr. H.S. Pruys heeft krachtig gearbeid aan de stichting van hulphospitalen, waardoor zijn missionairen arbeid meer verbreid werd over bet zendingsveld. Hij wist met zeldzame tact en menschenkennis zich Javanen uit te kiezen, die hij een verantwoordelijken post liet bekleeden in de hulphospitalen. Het was vooral de opleiding der medische helpers, die den pioniersarbeid der zending ten goede is gekomen. Deze menschen gaan eerst naar de Keucheniusschool, daarna, krijgen ze in het Hoofdhospitaal onderricht van den missionairen arts en wonen tevens de lessen in de theologie bij.
De lust bekruipt mij om te gewagen van den arbeid van een moedigen Esser, van een zich zelf geheel opofferenden Oosterhuis en zoovele andere doctoren, die hun krachten letterlijk hebben laten opteren in dienst der medische zending, maar het zou mij op 't oogenblik te ver voeren.
Het spreekt van zelf, dat dit systeem van medische zending schatten gelds kost, vandaar, dat meer dan eens stemmen in de Gereformeerde kerken zijn opgegaan dezen dienst, die toch maar hulpdienst is, van den hoofddienst te scheiden. Wellicht is het mogelijk, dat de medische dienst wordt overgedragen aan een vereeniging. De hoofddienst blijft dan van de kerk uitgaan. Zoodoende wordt ook het gevaar bezworen, dat de hoofddienst in de knel zou raken door de ontzaglijke offers en werkkrachten, die de medische dienst vraagt. De medische dienst voorziet in een schreiende behoefte op het zendingsveld, maar altijd moet goed voor oogen worden gehouden dat heel deze arbeid hulpdienst is, dat dit nog geen eigenlijk zendingswerk is, Vandaar, dat een kleine en zwakke kerk zich er voor moet wachten hare weinige krachten te versnipperen in velerlei werk, waardoor eigenlijk van alles niets terecht komt.
Op de methode van de zending moet niet toepasselijk zijn: twaalf ambachten, dertien ongelukken. Ook kan door het eenzijdig gevoelen voor medische zending het geestelijk karakter van de zending schade lijden. Een rem tengoede is op het zendingsveld, dat aan de medische staf evangelisten worden toegevoegd. Maar die kunnen nog niet verhinderen, dat de arts met zijn helpers meer en meer geïsoleerd komen te staan van het eigenlijk zendingswerk. Een rem is goed in nood, maar het is beter te rijden zonder de rem behoeven te gebruiken. Zendeling artsen hebben zelf op dit gevaar gewezen en het meer dan denkbeeldig geacht. Ze hebben gezegd; „de Medische Zending, zoodra deze haar doel in zichzelve heeft en dit gevaar ligt zeer voor de hand, kan meer schade dan voordeel brengen.”
We zouden de lijnen aldus willen trekken en zeggen; de Zendeling moet medicus zijn, op de manier, waarop en zoolang dat noodig is, en de medicus moet Zendeling zijn in samenwerking met den Zendeling-leeraar. Zoo blijft het evenwicht bewaard; hoofddienst blijft hoofddienst en hulpdienst behoudt zijn ondergeschikte plaats als hulpdienst.
Het spreekt van zelf, dat onze kerk de georganiseerde medische zending nog ver in het verschiet heeft liggen, maar het feit dat onze zendeling tegelijkertijd medische diensten heeft te verrichten, ligt binnen onzen gezichtskring. Daarom heb ik daarover ook het breedvoerigst gesproken. Het diene tot eenige orienteering voor zendingsvrienden.

Amersfoort. SALOMONS.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen