Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Art. 44 K.O. Kerkvisitatie (IV)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Art. 44 K.O. Kerkvisitatie (IV)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het verzoek om ontslag, nadat de visitatoren één of meer jaren hun taak hebben verricht, moet echter door de classis beoordeeld worden, zegt het slot van Art. 44, dat aldus luidt:
„En iedere classe zal deze visitatoren mogen continueeren in hunne bediening, zoo lang het haar zal goeddunken, ten ware do visitatoren zelven, om redenen, over de welke de classe oordeelen zal, verzochten ontslagen te worden”.
Deze bepaling getuigt Tan voorzichtigheid. Er moeten gegronde redenen zijn, waarom visitatoren aftreden, en deze moet de classis beoordeelen, b.v. of er andere geschikte krachten zijn, zoodat zij vervangen kunnen worden, of dat de gebreken des ouderdoms het rondreizen door de classis moeilijk maken. Want hun taak is geen sinecure, maar een gewichtig en veelomvattend werk. Behalve hetgeen de K. O. Art. 44 zegt van hun taak, moeten zij ook administratie voeren, zoowel correspondentie met de gemeenten, die zij zullen bezoeken, als notuleering van hetgeen zij vernemen, en verslag van hunne bevinding in de gemeenten. Daarom is dan ook sedert vele jaren een Reglement op de kerkvisitatie opgesteld door één onzer Synoden, dat na de laatste wijziging aldus luidt: „Algemeene bepalingen”.
„De kerkvisitatie, die volgens Art. 44 der K. O. jaarlijks in de gemeenten moet plaats hebben, vordert voor den goeden gang, het volgende:
a. Elke classis benoemt uit haar midden twee leden en even zooveel secundi, met opdracht om naar den toestand der gemeenten binnen haar ressort onderzoek te doen.
b. De visitatoren geven minstens acht dagen van te voren kennis aan den kerkeraad van den dag en het uur hunner komst.
c. Alle leden des Kerkeraads zorgen op de vergadering, voor de kerkvisatie bestemd, tegenwoordig te zijn. Ieder lid, die absent blijft, is gehouden de reden van zijn absentie ter kennis van deze vergadering te brengen. Indien de helft der leden niet tegenwoordig is, kan de kerkvisitatie niet gehouden worden.
d. De President des kerkeraads draagt zorg, dat alle boeken der gemeente ter inzage der Visitatoren op de vergadering zijn.
e. Van de Visitatoren bekleedt op den kerkeraad een de functie van Praeses, de ander van Sriba, en in de gemeente, waartoe een hunner behoort, neemt hij plaats onder de leden des kerkeraads en wordt hij vervangen door den Secundus der Visitatoren.
f. Na afloop der visitatie wordt het resultaat van het onderzoek, door den Scriba der Visitatoren, in de Notulen der plaatselijke gemeente geboekt.” Na deze algemeene bepalingen volgen de vragen welke bij de visitatie moeten gedaan worden; eerst die aan den vollen kerkeraad, daarna die aan de ouderlingen en diakenen in afwezigheid van den predikant of de predikanten, dan die aan deu predikant (en) en diakenen in afwezigheid der ouderlingen, en eindelijk die, in afwezigheid der diakenen, aan den predikant of predikanten en de ouderlingen. Ten slotte heeft het reglement nog een slotbepaling, welke luidt: „Na afloop der visitatie van alle gemeenten, zullen de Visitatoren een verslag van hunne bevinding en handelingen opmaken en dit op de e.k. classis voorlezen.” In de „algemeene bepalingen” wordt niet gezegd dat de visitatie des Zondags te voren aan de gemeente bekend moet worden gemaakt. Hierover is dan ook het inzicht verschillend. Op de laatste generale Synode, in Juli 1925 te Groningen gehouden, kwam eene instructie in van de part. Synode van het Midden, welke Synode voorstelde de „algem. bepalingen” aan te vullen met de clausule bij bepaling 6. (zie hierboven).
„De Visitatoren enz., waarvan de kerkeraad 's Zondags te voren aan de gemeente mededeeling doet.” Op de part. Synode van het Midden was men hieromtrent niet eenstemmig. Sommigen waren er wel voor, maar anderen hadden bezwaren. De generale Synode had ook bezwaar en besloot „deze instructie niet te accepteeren, maar bij 't oude te blijven.” In onze kerk is dus afkondiging aan de gemeente omtrent dag en uur der kerkvisitatie niet verplicht. Waarom wij dit Synodaal besluit toejuichen, bespreken wij de volgende maal.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 januari 1927

De Wekker | 4 Pagina's

Art. 44 K.O. Kerkvisitatie (IV)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 januari 1927

De Wekker | 4 Pagina's