Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Bondszegelen (XI)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Bondszegelen (XI)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dit doopersch element, dat het subjectivisme op de spits drijft, wordt steeds door onze Gereformeerde confessie veroordeelt. Vooral bij de leer der bondszegelen moeten wij hier wel acht op slaan, omdat hier allicht het subjectivisme ons parten zou kunnen spelen. Dan redeneert men aldus: Het Woord is voor allen, maar de sacramenten zijn voor de geloovigen, en nu verzegelen de sacramenten dus het genadeleven in ons. Immers, bij de geloovigen hebben wij het werk der wederbarende genade, is er het subjectieve, het bevindelijke leven, dat zijn zalige genietingen kent, klopt een hart, dat zich verheugen mag over het kindschap Gods. En wanneer nu de sacramenten voor de geloovigen zijn, volgt hier dan uit, dat dit zalige, bevindelijke leven, d. i. het werk van Gods genade in ons door de sacramenten verzegeld wordt.
Het sacrament heeft toch niets voor den ongeloovigen. Het kan alleen het geloof versterken.
Op grond van heel deze redeneering is men er toe gekomen, om nu ook bij den kinderdoop te onderstellen, dat er geloof aanwezig moet zijn, want zoo men dit niet onderstelde, zou men den doop nibt mogen toedienen, wijl toch de sacramenten voor de geloovigen zijn.
Zonder nu direct op deze laatste bewering in te gaan, wijl de tijd zal komen, dat dit punt breeder besproken kan worden,’wanneer het vraagstuk van den doop aan de orde is, wordt uit heel dit betoog wel duidelijk, dat men geheel en al bij de sacramentsleer op die manier in de doopersche wateren verzeild raakt.
Uit de eenheid van Woord en sacramenten vloeit voort, dat wij nooit het subjectieve, maar het objectieve, niet het bevindelijke leven, maar de geopenbaarde waarheid, niet wat in ons is, maar wat God aan ons beteekent en verzegeld moeten vasthouden als primair, en dus van beslissende beteekenis. De bedoeling van het sacrament is niet in beginsel om ons te zeggen, dat wij Gods kinderen zijn, dat het werk der genade in ons aanwezig is, maar wel, dat God in Christus genade voor genade aan een arm en verloren Adamskind rijkelijk belooft.
Vandaar, dat de Catechismus leert, dat de bondszegelen ons niet verzekeren van de subjectieve genade of de wedergeboorte, maar evenals het Woord ons voorhouden, dat onze „volkomen zaligheid in de eenige offerande van Christus staat, die voor ons aan het kruis is geschied.” Het sacrament richt zich dus nouit op iets in ons, maar op iets buiten ons, n.l. op Christus en Zijn gerechtigheid, waarmede de geloovige werkzaam zal zijn.
Prof. Heyns in de Chr. Geref. Kerk van Amerika, heeft in zijn boek: Gereformeerde Geloofsleer, vermeerderd met een voorrede van prof. Bouwman Hoogleeraar te Kampen, op dit objectief theologisch karakter der bondszegelen allen nadruk gelegd. Ware men te kwader ure niet van dit pad afgegaan, men had nooit van een Neo Geref. doupsbeschouwing gehoord, men had nimmer de klove gekregen, die zooveel jammerlijke verdeeldheid in het Geref. kerkelijk leven van Nederland gebracht heeft.
Prof. Heyns schrijft op blz. 198: „de kracht der Sacramenten om ons te brengen tot verzekering des geloofs bestaat hierin, dat zij ons de belofte des Evangelies des te beter te verstaan geven en verzegelen; daarin, dat zij den inhoud dier belofte’ ons aanschouwelijk voorstellen en ons van Gods wege betuigen, dat die belofte ons toekomt, daarin en niets meer. Dat geldt voor elk en een iegelijk, die ze gebruikt, en daarin spreken ze altijd waarheid, absolute waarheid, ook al is het een huichelaar, die zo gebruikt. Ze verzegelen op zichzelf aan den gebruiker alleen het aanbod, de schenking, maar niet het persoonlijk deelachtig zijn. De vraag is nu: is er geloof bij ons, geloof in dat aanbod, in die schenking, geloof in wat het Sacrament ons aanschouwelijk voorstelt en verzegelt, geloof, dat nu die aanschouwelijke voorstelling en verzegeling bemoedigt en opwekt en er metterdaad toegebracht wordt om die schenking aan te nemen en zich toe te eigenen.”
Ook wijlen Ds. Bos, redacteur van de Wachter, laat geen ander geluid hooren en handhaaft het theologisch, het objectief karakter der Bondszegelen. Hij schrijft: de Sacramenten verzegelen niet, dat hij of zij, die het Sacrament ontvangt, wedergeboren is of zeker zalig wordt, maar dat zijne of hare zaligheid staat in de eenige offerande van Christus.
Beide Woord en Sacramenten zijn daarhenen gericht of daartoe geordend, dat zij ons geloof — men wijst op iets, wat reeds in ons is of door Gods Geest in ons gewerkt is, of wat wij zijn — neen — op de offerande van Jezus Christus aan het. kruis als op den eenigen grond onzer zaligheid. De grond van onze zaligheid is niet, wat wij zijn of wat in ons is, maar de offerande van Jezus Christus aan het kruis.
Waren deze echt Gereformeerde klanken nooit weggestorven, men had heel wat ellende op de erve der Gereformeerde richting voorkomen !

A. (Apeldoorn) S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 februari 1927

De Wekker | 4 Pagina's

De Bondszegelen (XI)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 februari 1927

De Wekker | 4 Pagina's