Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Allen, die nog eenige verwachting mochten gehad hebben, dat beperking van bewapening hetzij ter zee, hetzij te land, door onderling overleg van de daarbij betrokkenen mocht kunnen tot stand komen, zullen door het resultaat van de marine-conferentie te Genève wel bitter teleurgesteld zijn. Want zonneklaar is daar aan het licht getreden, dat men voor zich zelf volledige vrijheid van handelen opeischt, terwijl men zijn buurman wil voorschrijven, wat hij doen mag. Want dat is toch feitelijk het heele punt, waarom het in Geneve tusschen Amerika — Engeland en Japan ging. Amerika wilde zijn plannen uitvoeren, maar tevens Engeland en Japan de handen binden, opdat het in den komenden oorlog de sterkste zou zijn. Engeland wilde zijn plannen uitvoeren maar tegelijk Amerika en Japan de wet voorschrijven, opdat het de heerschappij ter zee onder alle omstandigheden zou kunnen handhaven. En Japan! Dat was nog het soepeltst en inschikkelijkst van al. Maar niet omdat het zoo vredelievend is. Beeldt u geen oogenblik in, dat Nippon meer voor de ontwapening voelen zou dan John Bull of Jonathan. Maar Nippon kan niet. Ten eerste vanwege de geweldige aardbeving, die eenige jaren geleden een groot gedeelte van zijn land verwoest heeft en ten tweede uit hoofde van de geweldige finantieele Krach, welke er kort geleden heeft plaats gehad. Dat waren de oorzaken, waarom Japan in Genève zoo schipperde en laveerde en tot op het allerlaatste oogenblik nog een wanhopige poging heeft aangewend, om Sam en Jonathan bijeen te brengen. Want Japan kan niet meedoen in den wedstrijd, welke thans beginnen zal. Het zit zelfs met de handen in 't haar van wege zijn binnenlandschen toestand en dan China niet te vergeten, waarbij Japan erg geïnteresseerd is. Maar indien Japans financiën goed waren geweest, dan zou het zich in Geneve wel anders geroerd hebben. Doch juist daarom is de afloop van deze conferentie zoo ontmoedigend omdat Engeland en Amerika elkander niet wilden vinden. Want dat is, het blijkt uit alles, de bedoeling van Coolidge geweest, en dat hij nu plotseling medegedeeld heeft, dat hij voor geen herkiezing meer in aanmerking wil komen, geeft aan den troosteloozen afloop van deze bespreking nog een veel grooter beteekenis.
Na waren onze verwachtingen van meet af niet hoog gespannen. Ten eerste was deze conferentie onvoldoende voorbereid, zoodat men volslagen in het onzekere verkeerde omtrent elkanders plannen en bedoeling. In zoo verre is dat van achteren gezien een voordeel geweest, want daardoor hebben wij juist een veel dieper inzicht in het vraagstuk zelve gekregen, dan wij anders zouden gehad hebben. Wij hebben er nu zoo diep ingeblikt, dat wij alle illusies inzake ontwapening of beperking der bewapening ter zee voorloopig althans gerust kunnen opgeven. Wij gaan onverbiddellijk den oorlog tegemoet, den oorlog waarvan Loyd George gezegd heeft, dan hij van Europa een puinhoop maken zal. En hoe meer de heeren bij elkander komen om over ontwapening of beperking van bewapening te spreken, hoe korter deze oorlog toeven zal. Laat men de militaire conferentie, die in datzelfde Geneve zal plaats vinden, niet bijeenroepen, want daarvan zal het einde nog noodlottiger zijn, dan van deze conferentie. Want daar komen ook Frankrijk en Italië en Duitschland en do kleine Entente, landen, waar het militairisme hoogtij viert en wier bestaan voor een groot deel rust op de bajonet. Heusch, het ziet er heel somber uit met de toekomst van de wereld en het zou dwaasheid en onwaarachtig zijn het den menschen anders voor te houden.
En dan was er nog een tweede, waarom deze conferentie geen vrucht kon afwerpen: Frankrijk en Italië bleven er buiten. Toen deze weigerden en alleen een waarnemer zonden, had men de conferentie niet moeten bijeenroepen, om de eenvoudige reden, dat een overeenkomst tusschen de deelnemers met vrijlating van Italië en Frankrijk nog een grooter gevaar voor den wereldvrede had opgeleverd. Italië en Frankrijk hebben deze conferentie dusdanig beïnvloed, juist doordat zij er niet aan deelnamen, dat Engeland niet kon inwilligen wat Amerika vroeg. Ter wille van Amerika had men dit vermoedelijk wel gedaan. Maar Amerika is niet Engelands gevaarlijkste vijand. Het kan zijn gevaarlijkste vijand worden en er is in den laatsten tijd in Engeland druk gediscussieerd over de vraag, of een oorlog met Amerika tot de mogelijkheden behoorde. Ik acht deze vraag ongeschikt voor discussie, om de eenvoudige reden, dat nooit eenig mensch kan zeggen: wat kan of niet kan. Maar Engelands grootste gevaar dreigt niet van Amerika, doch van Frankrijk. Men zegt dat niet openlijk in Engeland. Waarom zou men het wantrouwen, dat bij beiden bestaat, nog vermeerderen. Engeland doet poeslief tegen Frankrijk en Frankrijk op zijn beurt weer tegen Engeland. Maar lusten doen zij elkaar in geen enkel opzicht, omdat men weet, wat men aan elkander heeft en van elkander verwachten kan. Wij zouden vermoedelijk hier wel meer van weten, wanneer wij die Engelsche ministerraden hadden kunnen bijwonen, die er tijdens het kort verlof van de Engelsche delegatie in Londen gehouden zijn. De notulen van dergelijke vergaderingen moesten eens aan de wereld kunnen medegedeeld worden, dan wisten wij precies, waar wij aan toe waren. Nu tasten wij als blinden naar den wand, maar in de binnenkamer en der diplomatie worden de groote lijnen voor de toekomst van de wereld vastgesteld. Maar ieder groot land stelt ze vast uit zijn eigen egoïstisch principe en daarom loopt het in de praktijk alles tegen elkander in. Wie aan ontwapening en vrede tusschen de volken gelooft, miskent het beginsel, waaruit er geleefd en gehandeld wordt.
Want er zijn maar twee beginselen waaruit kan geleefd worden: Wij leven uit het vleesch of uit den Geest. En indien wij uit het vleesch leven, zullen wij de werken des vleesches doen. Indien wij naar des Geest leven zullen wij de werken des Geestes volbrengen. Maar indien wij naar het vleesch leven, zullen wij sterven. Dat geldt van het individu en van de gemeenschap, en dat geldt ook van de overheden en de machten en de geweldhebbers dezer wereld. Boven elke vergadering waarin deze machthebbers samenkomen naar het geweldige woord des Heeren: „Zij hebben Mijn woord verworpen wat wijsheid zouden zij hebben.” En elke mislukking van hun besprekingen die het gevolg is van hun egoïsme bevestigt, dat Gods woord de waarheid is.
Tot de Wet en tot de Getuigenis blijft voor het individu als voor de gemeenschap het eenig richtsnoer voor leven en handelen.

d.H. (Den Haag) J.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 augustus 1927

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 augustus 1927

De Wekker | 4 Pagina's