Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onze Kerkregeering

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze Kerkregeering

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Art. 53 D.K.O.

Van de Leer.

Boven Art. 53 der D. K. O. staat als opschrift: „Van de Leer”. Hiermede wordt aangeduid, dat een nieuw gedeelte der Kerkorde aanvangt.

De artikelen der Kerkorde toch zijn maar niet los weg naast elkaar geplaatst maar staan in een systhematisch verband. In het eerste gedeelte der Kerkorde is gesproken over „De Diensten” en deze zijn behandeld in Art. 2 tot 28. Daarop volgde een tweede deel, handelend over „De Kerkelijke Samenkomsten” van Art. 29 tot 52. Nu volgt het derde deel der Kerkorde, dat handelt over „de leer, sacramenten en andere ceremoniën” van Art. 53 tot 70.

De artikelen 53 tot 55 spreken over „de Leer”, 56—64 over „de Sacramenten” en 65 tot 70 over „de ceremoniën”. De eerste afdeeling van het derde deel der Kerkorde trekt nu onze aandacht. Het is een gewichtige afdeeling, omdat hier over de leer der kerk, het fundament van Sion gesproken wordt. Al is de Kerkregeering nog zoo goed, maar de leer wijkt af van Gods Woord, dan is er groot gevaar voor de Kerk. Zij moet een pilaar en vastigheid der waarheid zijn. Zij moet waken, dat er geen dwaalleeraars insluipen, die bedektelijk allerlei ketterijen invoeren. Daarom moet de kerk, zooveel in haar vermogen is, waakzaam zijn en de leeraars binden aan de Waarheid door ze te laten betuigen instemming met de leer der kerk.

Reeds in de Apostolische brieven wordt er gewaarschuwd tegen het indringen van wolven in de schaapskooi van Christus. Toen dan ook de reformatie het zuivere licht des Evangelies weer op den kandelaar plaatste, werden in de Gereformeerde Kerken in verschillende landen belijdenis-schriften opgesteld, welke de leeraars moesten onderteekenen. De Geref. Kerken in Frankrijk hielden hun eerste Synode in 1559 te Parijs en aldaar werd door die Kerken een belijdenis aanvaard, die door Calvijn en Ds. Chandieux was opgesteld en den naam verkreeg van Confessio Gallica. Evenzoo deden de Geref. kerken in de Zuidelijke Nederlanden, die de belijdenis aannamen, opgesteld door Guido de Biès, en onder ons bekend als de Ned. Geloofs belijdenis of 37 artikelen. Zelfs bepaalde de Synode van Embden in 1571, dat de Nederlandsche kerken, zoowel de Nederlandsche als de Fransche Geloofsbelijdenis zouden onderteekenen, om daarmede de eenheid in de leer tusschen de Fransche en Nederlandsche kerken uit te spreken. Vanaf de eerste Synoden der Geref. kerken, is dus het onderteekenen van de belijdenis der kerk verplichtend gesteld. Die verplichting gold nu allereerst de leeraren, maar ook de professoren, die de leeraars hadden op te leiden tot den predikdienst. Daarom bepaalde reeds de Synode van Embden in 1571, dat deze de belijdenis zouden onderteekenen, dus schriftelijk hunne instemming zouden betuigen. Te Wesel in 1568 was nog slechts bepaald, dat dit mondeling zou geschieden. Zoo bevatten nu alle kerkorden van 1571 tot 1619 de bepaling, die in Art. 53 der D, K. O. aldus luidt:

Onderteekening der formulieren door Predikanten en Professoren.

„De Dienaren des Woords Gods en evenzoo de Professoren in de Theologie ('t welk ook den anderen Professoren wel betaamt) zullen de Belijdenis des Geloofs der Nederlandsche kerken onderteekenen; en de Dienaren, die zulks weigeren, zullen de facto van hunnen dienst door den Kerkeraad of de Classis opgeschort worden, tot ter tijd toe, dat zij zich daarin geheellijk verklaard zullen hebben; en, indien zij opstinatelijk in weigering blijven, zullen zij van hunnen dienst geheellijk afgezet worden.”

Deze oude editie is in 1926 bij de inzending van de D. K. O. aan onze Regeering als „Reglement op de inrichting en het bestuur der Christ. Geref. Kerk in Nederland” met enkele woorden gewijzigd, welke wijziging eene groote verbetering is; In plaats van het eerste gedeelte: De Dienaren enz. zullen de Belijdenis des geloofs enz. onderteekenen, luidt thans die eerste alinea: „De Dienaren des Woords en evenzoo de Professoren in de Theologie enz. zullen de drie Formulieren van Eenigheid der Nederlandsche kerken onderteekenen.”

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 maart 1928

De Wekker | 4 Pagina's

Onze Kerkregeering

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 maart 1928

De Wekker | 4 Pagina's