Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kracht des geloofs

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kracht des geloofs

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

DCLVI.

Zwitserland.

106.

Ongeveer in dienzelfden tijd begon het geschil tusschen Calvijn en zijn vroegeren vriend Amied Perrin. Deze had zich vroeger steeds een vriend van den hervormer getoond, maar nu schaarde hij zich aan de zijde der libertijnen. Feitelijk werd het geschil tusschen bovengenoemde twee personen een strijd tusschen twee beginselen, dat van den hervormer, die de kerkelijke macht wilde gesteund zien door den Staat, en dat van de libertijnen, die van geen kerkelijke inmenging op het dagelijksch leven iets wilden weten.

De vrouw van Perrin was een dochter van François Favre, vroeger een dapper soldaat en een geacht burger, maar in dezen tijd (± 1546), volgens het getuigenis van Bonivard, „oud, rijk, en door de ondeugd verdierlijkt”. Perrins vrouw had een bal gegeven, niettegenstaande de verordeningen dit streng hadden verboden. Daarom werd zij voor den kerkeraad gedaagd en tot eenige dagen gevangenisstraf veroordeeld. Op dat bal was ook tegenwoordig geweest een der syndici, Amblard Corne, die eveneens voor den kerkeraad geroepen werd en daar zijn schuld beleed en verklaarde, dat het nuttig was, dat de aanzienlijken evengoed als de geringen gestraft werden. Mogelijk ware ook Perrins vrouw met een berisping vrij geweest, indien zij haar schuld had erkend, maar in plaats daarvan wilde zij naar geen enkele vermaning luisteren, doch brak uit in scheldwoorden en verwenschingen. Vandaar dat zij tot gevangenisstraf veroordeeld werd.

Omstreeks dienzelfden tijd werd haar vader in de gevangenis geworpen, maar om een geheel andere oorzaak, om echtbreuk en ontucht.

Ook Perrin was op het bal van zijn vrouw tegenwoordig geweest, doch hij had Genève verlaten, om aan de oproep van den kerkeraad te ontkomen. Calvijn schreef hem een brief en smeekte daarin in naam van hun oude vriendschap, zijn hoogmoed ten offer te brengen aan het heil van de republiek en de onderwerping van den syndicus Corne na te volgen. Door dien brief getroffen, kwam Perrin naar Genéve terug, onderging zonder tegenstand te bieden, een korte gevangenisstraf, en scheen geheel met Calvijn en zijn regeeringsstelsel verzoend.

In Februari 1547 werd Favre opnieuw voor den kerkeraad gedaagd wegens verschillende ontuchtige handelingen. Zijn vrienden, ja de geheele partij der libertijnen begon met aandrang aanmerking te maken op den invloed van den kerkeraad. De besluiten van dien raad moesten door den burgerlijken Raad der stad bekrachtigd worden; zonder die bekrachtiging was elk vonnis niet meer dan een doode letter. „Welnu”, zoo vroegen de libertijnen, „waarom is dan eerst een vonnis van den kerkeraad noodig? Is de Raad onzer stad niet bij machte uit zich zelve orde en wet te handhaven ?” Vandaar dat zij voorstelden het gezag van den kerkeraad in te krimpen tot zuiver kerkelijke zaken, en heel de wetgeving in burgerlijke zaken in handen te stellen van den Raad, geheel met uitsluiting van eenige inmenging der kerk.

Wij verstaan het: hiermee stond of viel heel het regeeringsstelsel, dat Calvijn in Genève had ingevoerd en tot nu toe streng gehandhaafd.

De Raad der stad was niet ongenegen die machtsuitbreiding te aanvaarden. Trouwens, welke machthebber is ongenegen, meer invloed te verkrijgen ? Doch aan de andere zijde: Calvijn was volstrekt niet gezind, ook maar een eenig onderdeel van den invloed van den kerkeraad prijs te geven. Hij wendde dan ook al zijn geestkracht aan, om de neiging tot machtsvermeerdering in den Raad tegen te gaan. Toch kon hij in dezen geen formeele beslissing verkrijgen. De Raad bleef indirect het gezag van den kerkeraad erkennen, doch verzocht dit colllege zich in het vervolg minder te haasten met het inroepen van de tusschenkomst van den Raad.

„Men heeft den raad gegeven”, zegt het register, „dat het geschil en de haat, die tusschen de leeraren en den kapitein Perrin en zijn bloedverwanten gerezen is, in der minne worde bijgelegd, met dien verstande dat Favre gehoorzaam zij aan God en aan de gerechtigheid, zooals de overige burgers, en zijn leven zoo veel mogelijk verbetere”.

Calvijn meende dit maal met deze verklaring genoegen te moeten nemen. Het register constateert: dat de verzoening heeft plaats gehad voor den kerkeraad, waar de leeraren tot Perrin en de zijnen geen harde woorden, maar goede en zachte vermaningen hebben gesproken.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 maart 1928

De Wekker | 4 Pagina's

De kracht des geloofs

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 maart 1928

De Wekker | 4 Pagina's