Het Heilig Evangelie naar de beschrijving van Markus

XXllI.

3 : 31—35. De ware gemeenschap aan Christus.

Nog altijd in hetzelfde verband van het voorgaande is, wat ons in deze tekstwoor-den verhaald wordt. Er is een groote schare, die Jezus zoekt en zoo in beslag neemt, dat er zelfs geen gelegen tijd is om te eten. Zijne verwanten maken zich ongerust over Hem; de Schriftgeleerden verwerpen Hem; in den den meest vreeselijken weg. Het is voorzeker eene schare, die in haar oordeel over den Christus zeer verdeeld is. Wat moet het worden met Jezus? Is het niet veel beter, dat Hij onttrokken worde aan dat gezelschap? In aansluiting nu van vers 21, waar wij lezen, dat zij, die Jezus bestonden, zeiden, dat Hij buiten Zijn zinnen was, lezen wij nu: Zoo kwamen dan Zijne broeders en Zijne moeder— Jozef wordt niet meer genoemd; hij was naar alle waarschijnlijkheid reeds overleden — en buiten staande, zonden zij tot Hem en riepen Hem, Zijne broeders. Hieronder v hebben we te verstaan kinderen van Jozef en Maria. Er zijn er, die van geen kinderen van Maria, buiten Jezus, willen weten; Rome b.v. Men neemt dan de toevlucht, dat men onder broeders verstaat familie- H leden, neven. Rome doet dit vooral om de heilighouding van Maria. Ten onrechte! Het huwelijk is eerlijk onder alien en het led onbevlekt, zegt de schrijver van den brief aan de Hebreën. Niet het huwelijk is veroordeeld; God zelf heeft het ingezet. Veroordeeld is het overspel. (Hebr. 13:4). Het evangelie geeft ons geen aanleiding, om te denken, dat Maria zonder meer kinderen zou gebleven zijn; eerder het tegendeel. Dat de broeders van Christus en Zijne moeder buiten staan om Christus te roepen, trekt de aandacht dergenen, die in het huis zijn. En de schare zat rondom Hem; en zij zeiden tot Hem: Zie, Uwe moeder en Uwe broeders daar buiten zoeken U. ZalJezus tot hen gaan en met hen vertrekken? Hoe goed Zijne verwanten het ook mogen bedoelen, de Heiland weet, wat Zijn weg en Zijn werk, wat Zijn plaats is. Hij blijft bij de schare, niettegenstaande velen tegen Hem zijn; niettegenstaande het gemak Hem wenkt. Hij weet, dat Hij is in de dingen Zijns Vaders. Hij heeft de hand aan den ploeg geslagen en ziet niet om! Geen rust, geen gemak voor Hem; alles moet zijn voor het Koninkrijk Gods; voor de redding en zaliging van verlorenen; alles, opdat de verloren schapen van het huis Israëls zouden thuisgebracht worden. En Hij spreekt een woord, dat den schijn geeft van achteruitzetting.

Hij antwoordde hun, zeggende: Wie is Mijne moeder, of Mijne broeders? En rondom overzien hebbende die om Hem zaten zeide Hij: Zie, Mijne moeder en Mijne broeders Want zoo wie den wil van God doet die is Mijn broeder en Mijne zuster en moeder.Het moge zijn, dat het natuurlijke eerst is en daarna het geestelijke, het natuurlijke is niet het hoogste. Bet geestelijke gaat boven het natuurlijke uit. De band des bloeds, hoe dierbaar ook, moet wijken in kracht voor den geestelijken band. Maria wordt door den Engel genoemd de gezegendste onder de vrouwen, omdat zij de moeder zal zijn van het Zaad. Zoo echter Maria Hem niet als haar Zaligmaker hadde gekend, zou zij om dien vleeschelijken band de zaligheid verworven hebben? Geenszins. De band der familie is — hoe vreemd en voor sommigen zelfs hard het klinke — niet blijvend. Hij is slechts tijdelijk middel in de hand des Heeren tot instandhouding van het menschelijk geslacht en daarin tot volmaking van Zijn Koninkrijk. Als die band zijn dienst zal verricht hebben, zal hij vallen.

In den hemel is geene familiebetrekking meer. Het geestelijke boven het natuurlijke, niet opdat dit een reden zou zijn tot minachting van de door God gelegde banden, maar opdat wij zouden verstaan, dat het natuurlijke zijne rechten moet opgeven, als het geestelijke het eischt. In die verloochening — ik bedoel dit woord niet hard — in die verloochening van broeders en zusters en moeder geeft de Heere een voorbeeld voor de opvolging van Zijn woord: Wie vader of moeder lief heeft boven Mij, is Mijns niet waardig.Zelfs spreekt de Heiland ergens van haten van vader en moeder, vrouw en kinderen. Wij verstaan, dat dit geen zondig haten uit vleeschelijke oorzaken is, maar een verlaten, een verloochenen van den band om Christus', om Gods wil.

Zie, Mijne moeder en Mijne broeders.Een andere band dan die des bloeds geldt hier. Het is de geestelijke band des ge-loofs, de vereeniging des Geestes met den Christus, dien Jezus op het oog heeft. Gelijk de bloedsband zich kennen doet door gelijkenis in gelaatstrekken en overeenkomst in gewoonten, stem en gebaren, zoo is er ook bij dezen band overeenkomst Niet uiterlijk, maar innerlijk, en toch naar buiten tredend. Zij, die ware familie van Jezus zijn, zijn zij, die den wil van God doen.

Laat ons letten op dit kenmerk des geestelijken levens!

Aan de vrucht wordt de boom gekend!

Er is verwachting voor degenen, die Jezus Zijne broeders en zusters en moeder noemt. Zij zijn Zijne, en het Zijne komt met Hem binnen.

Is het ook niet — maar dan in eer anderen zin — door den band des bloeds?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen