Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In „De Waarheidsvriend” Orgaan van den Gereformeerden Bond van 14 Sept. lezen we:

De Synode van 1905 en de veronderstelde wedergeboorte.

In het stuk van prof. Bouwman in „De Bazuin” van 24 Augustus 1928 wordt ons tegelijk een vraag gesteld. En wel, of wij ons niet kunnen vereenigen met de uitspraak van de Synode der Gereformeerde Kerken, gehouden in 't jaar 1905 te Utrecht, waar de Synode inzake „de veronderstelde wedergeboorte” het volgende gezegd heeft:

„Wat de veronderstelde wedergeboorte aangaat, verklare Uwe Synode, dat, volgens de Belijdenis onzer Kerken het zaad des verbonds krachtens de belofte Gods te houden is voor wedergeboren en in Christus geheiligd, totdat bij het opwassen blijkt, enz.”

Dat wij hier afbreken, willen wij als bewijs geven, dat we nu genoeg van deze Synodale verklaring van de veronderstelde wedergeboorte weten en dat wij 't er absoluut niet mee eens zijn.

Men wil de zaak veroordeelen en tegelijk handhaven

Want in het vervolg van de verklaring wil men het doopen op de veronderstelde wedergeboorte veroordeelen, maar de veronderstelde wedergeboorte zelve wil en blijft men handhaven.

En die halfslachtigheid, geenszins grond vindend in de Schrift, noch in onze belijdenis, veroordeelen wij.

Die halfslachtigheid is dan ook de oorzaak, dat ten spijt van de verklaring van prof. Bouwman, de leer van de veronderstelde wedergeboorte, het doopen op grond van veronderstelde wedergeboorte en de fatale verandering ten opzichte van de orde des heils (eerst wedergeboorte en dàn roeping) in het midden van de Gereformeerde Kerken schering en inslag is.

Juist om de wille van de leer, van de belijdenis, van de prediking en de Sacramentspractijken is er dan ook niet zelden een sterk gevoel van afkeerigheid bij de Gerelormeerd- Hervormden tegen de Gereformeerde Kerken.

Dat moet men niet vergeten en ook trachten te verstaan.

In hetzelfde nummer volgt nog:


Dr. Kuyper en deze richting.

In het stuk van prof. Bouwman staan deze merkwaardige woorden:

„Er zijn nog altoos predikanten en leden der gemeente, die van de z.g.n. leer der veronderstelde wedergeboorte in hun Doopsbeschouwing en bij de opvoeding der jeugd uitgaan, maar er zijn niet velen, die dit leeren. Zij, die zich gaarne houden aan de wijze, waarop de H. Schrift spreekt, en die het groote mysterie in het verband tusschen Woord en Geest niet willen wegwerken, kunnen zich volstrekt niet vinden in de rationaliseerende wijze van spreken.”

Dat zijn nog al woorden van beteekenis van den Kamper hoogleeraar, die dominé's, onderwijzers, opvoeders uit het midden van de Gereformeerde Kerken wel ernstig ter harte mogen nemen.

Rationalistisch .… Niet Schriftuurlijk.… En dat in „de Gereformeerde Kerken”.

Maar dan volgt ook dit nog:

„Wel kunnen wij in het kort constateeren, dat na het vertrek van dr. A. Kuyper van de Vrije Universiteit deze leering daar niet meer werd geleerd. En voorts kunnen wij verklaren, dat de dogmaticus aan de Theologische School, dr. Honig, deze leer nimmer heeft voorgestaan, terwijl de gemeenten over het algemeen niet ingenomen zijn met deze leer.”

Ook deze uitspraak, van prof. Bouwman is van beteekenis.

De Vrije Universiteit en de Kamper Hoogeschool min of meer tegenover elkaar. De Doleantie van 1886 en de Afscheiding van 1834. Maar dan dr. A. Kuyper hier met name positief aangewezen als de man van de leer van de vei onderstelde wedergeboorte, die aan de Vrije Universiteit die leer heeft voorgedragen tot het einde toe.

Of ná, dr. Kuyper aan de Vrije Universiteit die leer niet meer geleerd is, — in tegenstelling met en met afwijking van dr. Kuyper — kunnen wij niet beoordeelen.

Wij betwijfelen het, of prof. Bouwman gelijk heeft.

Maar, zooals we zeiden, wij kunnen het overigens niet genoegzaam heoordeelen.

Maar dat de invloed van dr. Kuyper in deze op zijne leerlingen zóó gering is geweest, dat die leer der veronderstelde wedergeboorte nu zoo sporadisch voorkomt in het midden van de Gereformeerde Kerken, ontkennen we.

Hier vergist prof. Bouwman zich beslist.

En ook het scharrelen van de Synode van 1905 — anders kunnen wij het in waarheid niet noemen — met de leer van de veronderstelde wedergeboorte, ook zelfs bij de heidehen, is voor ons een bewijs dat de invloed van dr. Kuyper in deze waarlijk niet gering is geweest tot op heden. Want bij die Synodale verklaring van 1905 schijnt men nog al te zweren als het nee plus ultra in deze, en 't is voor ons een zwakke stee.

In elk geval wordt hier door prof. Bouwman erkend dat er een Kuyperiaansche richting is bij het stuk der wedergeboorte in 't midden van de Gereformeerde Kerken.

En die richting wordt mee door prof. Bouwman als on-Schriftuurlijk veroordeeld.

Dat verblijdt ons ten zeerste, hoewel wij er geen oogenblik aan getwijfeld hebben.

Over den omvang, den invloed van die richting onder dominé's, onderwijzers, paedagogen, enz., verschillen we alleen blijkbaar.

Prof. Bouwman zegt: het is zoo erg niet.

Wij zeggen: het is héél erg.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 september 1928

De Wekker | 4 Pagina's

Uit de Pers

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 september 1928

De Wekker | 4 Pagina's