Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nominatie en verkiezing

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nominatie en verkiezing

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over bovenstaande onderwerpen werden ons weder eenige vragen gedaan. Allereerst over de nominatie. In een gemeente, waar de aftredende leden des Kerkeraads weer herkiesbaar zijn, kwam in den Kerkeraad de vraag op of broeders, die zich herkiesbaar stellen, eerst op de groslijst moeten gesteld om door stemming uit te maken of zij candidaat gesteld zullen worden, of dat zij, wegens het zich herkiesbaar stellen, daardoor reeds candidaat zijn.
Vrager meent het laatste. Tot onzen spijt kunnen wij hem geen gelijk geven. Zij, die aftredend zijn, voleindigen daarmee hun diensttijd. Naar Art. 37 D. K. O. zijn ze niet herkiesbaar, maar zullen door anderen vervangen worden. In vele gemeenten echter, wijkt men af van de Kerkorde en Iaat men de broeders herkozen worden, Dit neemt echter niet weg, dat zij feitelijk buiten het ambt komen, als de tijd van aftreding daar is, zoodat zij om opnieuw gekozen te worden weer candidaat gesteld moeten worden door den Kerkeraad. Was de meening van den vrager juist, dan werden de aftredenden niet ge-candideerd door den Kerkeraad, maar dan stelden zij zich zelf candidaat door de enkele verklaring, dat zij zich herkiesbaar stellen. Daarbij, al stellen zij zich herkiesbaar, de Kerkeraad is niet verplicht hen op de nominatie te plaatsen, en heeft zelfs volgens art. 27 D. K. O. het recht een ander er voor in de plaats te stellen.
Een tweede vraag luidt:
Bij eerste stemming werd A gekozen. B, C en D kregen zooveel stemmen, dat zij alle drie in herstemming kwamen. Daarna werden uit die drie er nog twee gekozen. Zij verwierven allebei de meerderheid. Uit die laatste twee werd bij stemming aangewezen, wie gekozen zou zijn.
Deze vraag is zeer moeilijk te beantwoorden, omdat, vrager geen getallen noemt. Dat zou ons het antwoord makkelijker gemaakt hebben. Wij moeten er nu maar naar raden of een vraagteeken plaatsen. Dat B, C en D in herstemming kwamen is mogelijk, maar alleen als B, C en D precies evenveel stemmen hadden of B iets meer en C en D evenveel, in elk geval als twee der drie evenveel stemmen hadden en de derde iets meer, want had de derde iets minder, dan zou er slechts herstemming mogen zijn tusschen de twee, die de meeste stemmen hadden. Nu werd tusschen B, C en D gestemd en hadden B en C de meerderheid. Natuurlijk niet de volstrekte meerderheid, de helft plus één, want dat kan niet bij stemming tusschen drie personen. Stel B en C hadden ieder 20 en D 10 stemmen. Alzoo moest er nu tusschen B en C herstemd worden. Dit verloop der stemming is dus juist en hierop valt niets aan te merken.
Nu echter komt de vraag: Was het niet beter de stembriefjes zoo te scheiden, dat tegenover één aftredende, één tegencandidaat werd gesteld, en niet een lijst met vier personen, waaruit er twee moeten gekozen worden. Dan kon eerst tusschen A en B en dan tusschen C en D gekozen worden, b.v. aldus:


Ouderling A aftredend
Candidaat B nieuw candidaat.
Ouderling C aftredend
Candidaat D nieuw candidaat.
Zoo iets is volgens Art. 22 D.K.O. beslist verboden. Dat artikel zegt niet dat er dubbeltallen zullen worden gemaakt, dus A tegenover B en C tegenover D, maar een dubbel getal, waaruit de gemeente de helft moet kiezen. De gemeente heeft dus het recht de helft te kiezen uit een lijst, waarop twee maal zoovele namen voorkomen als er gekozen moeten worden. Zijn er dus b.v. vier aftredenden, dan kiest de gemeente uit acht candidaten, onverschillig of zij aftredend zijn of nieuw gecandidateerd. De gewoonte om tegenover een aftredende een nieuwen candidaat te stellen, is niet naar Kerkorde, art. 22. Voortaan moet dus een alphabetische lijst aan de gemeente worden aangeboden, waaruit de gemeente naar vrije keus de helft kiest. Dit zelfde geldt ook voor de verkiezing van diakenen.
P.J.M. de Bruin

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 maart 1929

De Wekker | 4 Pagina's

Nominatie en verkiezing

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 maart 1929

De Wekker | 4 Pagina's