Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ingezonden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ingezonden

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hooggeachte Redacteur,
Beleefd dank ik U voor Uw belangstelling inzake mijn bijdrage tot de Karl-Barth litteratuur. Van mijn bedoeling met deze bijdrage geeft U echter niet de interpretatie, die mij als de mijne bekend is. Mijn bedoeling is niet, om voor het neo-kantianisme in den geest van Barth een plaats op het Gereformeerde erf te zoeken, maar — juist anders — van het neo-kantianisme zakelijk aan te toonen, dat het onmogelijk het onze kan zijn, doch in de wijze van bestrijding voorts de uiterste vriendelijkheid te betrachten. Ik schreef dan bijv. ook, dat als ik „Gereformeerd” bedoel in dien wijden zin van het woord, waarbij „hervormd” en „ge-re-formeerd” identiek is, gereformeerd in den zin van de Presbyteriaansche alliantie (die bijv, ook Prof, Cramer als lid erkent) dan en in dàt geval het Barthianisme erkennen kan als loot van de Zwitsersche reformatie (p. 15). Dit beduidt echter tevens, dat ik een plaats voor deze strooming op het Gereformeerd kerkelijk erf niet wensch te zoeken, doch deze plaats haar juist wensch te ontzeggen.
Graag, dat U dit ook even meedeelt.
Met beleefde hoogachting en dank,
Uw dw. dr.,
Dr, H.W. VAN DER VAART SMIT.
Zuid-Beijerland, 5 April 1299.

Ik geef deze nadere toelichting van Dr,.v. d. Vaart Smit gaarne door, alleen met deze opmerking, dat ik in „de Wekker” van 5 April niet geschreven heb: Dr. v.d. Vaart wenscht voor het Neo-Kantianisme in den geest van Barth een plaats op het Gereformeerd Kerkelijk erf te zoeken.
En overigens, Zwitsersche reformatie en Gereformeerd, ja, dat hoort samen, maar Zwitsersche reformatie en Presbyteriaansche alliantie? Dr. Cramer ook Gereformeerd? 't Is een rare tijd! Heeft het relativisme reeds zulke vorderingen gemaakt?
Ik verzoek zeer, dat ieder, die in deze materie belang stelt, de Barth-bijdrage van Dr. v. d. Vaart Smit zelf leze.
J.J. van der Schuit


Amsterdam, 2 April 1929.
Weleerwaarde Zeergel. Heer en Broeder!
Mag ik langs dezen weg mijne blijdschap ar over uitspreken, dat de Christelijke Geref, kerk hare Schriftuurlijke en in onze belijdenis vastgelegde verbondsbeschouwing blijft handhaven en dat, toen zij er naar stond om zich met de Geref, Gemeenten te vereenigen, daarvan niets gekomen is?
Wij kunnen den Heere niet genoeg danken, dat dit niet is doorgegaan. In den laatsten tijd komt het n.l. zoo goed uit, dat wij op deze wijze een ongelukkig huwelijk hadden gesloten.
Wij, Chr. Geref., die zijn blijven staan op de oude beproefde waarheid en de drie formulieren van Eenigheid zouden, door vereeniging met de Geref. Gemeenten, in het sop van de Neo-Gereformeerden zijn terecht gekomen, wat nu wel blijkt uit het besluit op de Noordelijke Particuliere Synode inzake het Genadeverbond genomen. Ik sta hier niet bewonderd van te kijken want onze belijdenisschriften hebben bij de Geref, Gemeenten over het algemeen geen zeggenschap.
Alsof die belijdenisschriften niet gegrond waren op Gods Woord.
Die menschen die, om met Ds. Barth te spreken, de aloude beproefde bevindelijke loopen, de waarheid kwijt te zijn, n l. de gezonde Geref, waarheid, overeenkomstig Gods Woord en onze belijdenisschriften.
In de tweede plaats dank ik Ds. A.M. Berkhoff voor zijn brochure inzake de verbondsbeschouwing, zooals die bij de Chr. Geref. Kerk bestaat en het verschil, zooals deze in de Geref. Kerken moet worden aanvaard.
De Amsterdamsche Kerkbode, die niet mannetje voor mannetje onder schot heeft willen nemen, heeft in lange artikelen week aan week haar bezwaren tegen de brochure van Ds. Berkhoff kenbaar gemaakt, zonder één Schriftuurlijk bewijs te kunnen aanhalen, dat Ds. B. foutief ging.
De schrijver in de Amsterd. Kerkbode, de WelEerw. Heer Ds. Schouten, heeft ons maar willen wijs maken, dat de Synode van 1618—1834 en 1905 één en dezelfde beschouwing was.
Dus de veronderstelde wedergeboorte van af 1618 en 19 in de Geref. Kerken en Chr. Geref. Kerken gehuldigd!
Ziet nu Ds. Schouten ons voor zoo onnoozel aan, dat wij dit zoo maar zouden slikken. Ik heb den Kerkelijken strijd in al zijn omvang medegemaakt in 1905, maar toen is er terdege wat nieuws in de belijdenis ingedragen.
Kent Ds. Schouten het boekje de Vijf stellingen inzake de leergeschillen? Dit boekje is op de Utrechtsche Synode in 1905 ingediend ais bezwaar tegen de leeringen door Dr. Kuyper c.s. de kerken ingedragen.
De onderteekenaars van die vijf stellingen waren:
W. van Asselt, Emeritus predikant te Apeldoorn;
J. Bakker, Bedienaar des woords, te Emmen;
T. Bos, Bedienaar des woords, te Dokkum A.;
W. Bosch, Bedienaar des woords, te Almkerk;
W. Diemer, Emeritus predikant, te Apeldoorn;
W. H. Foeke, Bedienaar des woords te Niezijl;
N. G. Kapteyn, Bedienaar des woords, te Werkendam A.;
J. Kok, Bedienaar des woords, te Bedum A.;
J. W. van der Kouwe, Dienaar des woords, te Ferwerd;
L. Lindeboom, Hoogleeraar a.d. Theol. School der kerken, te Kampen;
M. Noordtzij, Hoogleeraar a. d. Theol. School der kerken, te Kampen;
H. Scholten, Dienaar des woords, te Zuidhorn;
L. A. Smilde, Dienaar des woords, te Ommen;
S. J. Vogelaar, Dienaar des woords, te Apeldoorn;
J. Westerhuis, Dienaar des woords, te Groningen A.
Hierbij kunnen nog gevoegd worden de namen van verscheidene ouderlingen en diakenen. Deze allen hebben het volgende beleden. Volgens de Belijdenisschriften is de H. Doop één met de Besnijdenis. Hij beteekent en verzegelt niet wat in den doopeling aanwezig is of voorondersteld wordt aanwezig te zijn, maar de beloften van het genadeverbond, in het Evangelie geopenbaard. En hij geschiedt niet op grond van vooronderstelde wedergeboorte, maar op grond van 's Heeren bevel, aan hen, die van hun geloof belijdenis doen, èn aan hunne kinderen, omdat ook hun de beloften des Verbonds zijn toegezegd. Naar den aard der Sacramenten dient hij tot versterking van het geloof; welke heilsweldaad niet slechts onder en bij, maar ook vóór en na den Doop ontvangen kan worden.
Als in 1905 niet de kerken werden verontrust, door het invoeren van vreemde leeringen, hadden deze broeders geen bezwaren behoeven in te brengen.
Waarom, Ds. Schouten, heeft Ds. T. Bos zijn Negen dogmatische stellingen geschreven en op de Synode van 1896 in behandeling gebracht?
Waarom schreef Ds. J. Kok van Bedum zijn boekje: „Een misschien van een misschien?” Dit laatste boekje, dat een schoone ontvouwing van ons Doopsformulier geeft, wenschte ik wel in veler handen. Het neemt met de aangenomen leer der Geref. kerken een heilig loopje en komt aan het slot tot deze conclusie:
„Op die wijze krijgt men dan dezelfde toestanden van geestelijke oppervlakkigheid, als die er in de Roomsche en de Luthersche kerk heerschen; wie lid der kerk en gedoopt is, wordt in den regel ook zalig. Want of de Wedergeboorte plaats heeft vóór of in den doop maakt geen verschil. Zelfs is de aanleiding tot een valsche gerustheid op Gereformeerd standpunt in dit geval nog grooter, dan op het Roomsche of het Luthersche, wijl hier de in den doop geschonken genade der wedergeboorte verliesbaar is, maar in de Gereformeerde kerken als onverliesbaar wordt beschouwd.”
Deze dingen, die haast 25 jaar achter ons liggen, roepen ons nog toe: Houdt, wat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme!
Laat ons Chr. Geref. kerk maar geisoleerd staan. Als God met ons is, wie zal dan tegen ons zijn?
Broeders, het een en ander moest mij van het hart.
Zijt Gode bevolen! De Strijdende Kerk wordt eens Triomfeerende Kerk! Halleluja!
Uw Br. in Christus,
P. Buter
Lumeystraat 31 II, Amsterdam.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 april 1929

De Wekker | 6 Pagina's

Ingezonden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 april 1929

De Wekker | 6 Pagina's