Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van Christus 3

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van Christus 3

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Doch gij zijt van Christus, en Christus is Gods.” I Cor. 3 : 23.

Wanneer de Apostel er zoo den nadruk op legt, dat de geloovigen van Christus zijn, dan is dat niet slechts om hen aan de groote weldaad er van te herinneren; het van-Christus-zijn wijst hen ook op de heilige roeping om zich als zoodanig te openbaren.
Daar ontbrak wel wat aan bij de Corinthiërs, en bij welk Christen zal er niets aan ontbreken?
Al zijn we niet alleen Christen, omdat we, uit Christen-ouders geboren, het teeken en zegel van het genadeverbond ontvangen hebben; al zijn wij werkelijk de zalving des Heiligen Geestes, zonder welke geen Christen waarlijk Christen is, deelachtig, hoeveel is er in ons, dat tegen het van-Christus-zijn getuigt!
Zijn wij van Christus, dan zijn wij Zijn eigendom, dan staan wij onder Zijnen wil en hebben wij ons daarnaar ook te voegen. Christus en de Zijnen vormen geen compagnonschap van gelijkberechtigde personen, zoodat onze wil zou staan naast of mogelijk tegenover den Zijne; Christus is het Hoofd der Zijnen en zij zijn Zijn lichaam. En gelijk het hoofd het lichaam bestieren moet en het lichaam het hoofd heeft te gehoorzamen, zoo heeft Christus de zeggenschap over de Zijnen en ligt op de Zijnen de plicht der gehoorzaamheid.
Als de gekochten met den duren prijs van Zijn bloed zijn de geloovigen Zijne . . . . . . . . slaven. Dit woord heeft een harden klank voor ons, menschen van de twintigste eeuw. Wij kunnen over slaven en slavernij niet denken, of ons staan tooneelen voor oogen van ruwheid en wreedheid. Toch spreekt de Heilige Schrift over het koopen van den Heere Jezus Christus als over een koopen op de markt. Door Zijne bloedstorting is de prijs betaald, noodig om hen los te koopen uit de slavernij van satan en zonde; hen te verlossen van het juk des doods en der verdoemenis. Niet echter, opdat zij nu zichzelf zouden zijn. Zou dan mogelijk geen herhaling volgen van hetgeen eens geschiedde met Adam, die toch ook in de vrijheid stond, doch zich vrijwillig en moedwillig overleverde aan de dienstbaarheid des satans? Neen, zij worden in de ure der minne het eigendom, de slaven van Christus. Maar dan zullen wij verstaan, dat elke gedachte aan willekeur, onderdrukking, mishandeling en wreedheid verre moet blijven. Men kende in de eerste tijden niet de bij ons zoo gewone verhouding van werknemers en werkgevers. Als in het Oude Testament gesproken wordt van dienstknechten, dan wordt hetzelfde woord gebruikt als voor slaven. Zoo ook in het Nieuwe Testament; Paulus b.v. noemt zich een dienstknecht, een slaaf, van Jezus Christus. Zie Rom. 1 : 1e. a. pl.
Tegenover den vloek van de slavernij der zonde staat de zegen van de slavernij, waarin zich de geloovige bevindt. Het niet-zichzelf, maar Jezus-Christuseigen-zijn wordt door hem geen knellend juk geacht; hij ervaart, wat Jezus zeide: Mijn juk is zacht en Mijn last is licht.
Maar — een juk en een last is het, om evenwel gedragen te worden in geloof en hope en liefde! Zoo dit geschiedt, dan is de last een lust, dan drukt het juk niet, maar is het een voorrecht en eere het te dragen.
Is het zoo, als we met de Corinthiërs Christus en de koopsom, door Hem betaald, uit het oog verliezen? Is het zoo, als we leven in verdeeldheden en twistingen, van welken aard ook? Is het zoo, als de een den ander niet uitnemender acht dan zichzelf? Is het zoo, als de heiligheid der goddelijke instellingen niet wordt geëerbiedigd? Is het zoo, als de zonde — en wie weet, welke — geduld wordt?
Neen, dan wordt het juk pijnlijk, dan wordt de last zwaar om te dragen; en men verkiest feitelijk de slavernij des doods, buiten Christus, boven die des levens, in Christus. En gelijk Onesimus zijnen meester Filemon ontvluchtte, zoo wenden wij ons af van onzen wettigen Heere en Meester,
„Buiten Jezus is geen leven!”
Niet zonder beteekenis Is ook in dit opzicht de toevoeging: en Christus is Gods.
In het woord der profetie wordt Hij ons geteekend als de Knecht, de Slaaf, des Heeren.
Wanneer Hij in de stilte der eeuwigheid Zich verbindt om Borg en Middelaar te zijn, dan spreekt Hij: Ik kome, o God! om Uw welbehagen te doen. Komende in de wereld, dan heeft Hij Zichzelven vernietigd en neemt de gestaltenis van dienstknecht, van een slaaf, aan (Filip. 2). In die gestalte, niet slechts lichamelijk, doch ook geestelijk, heeft Hij Zich geheel gesteld onder den wil des Vaders, om dien te volbrengen, zoo in het lijden der straf, op de zonde bedreigd, als in het als Mensch volkomen doen, wat Gode welbehagelijk was, aldus alle gerechtigheid vervullende.
Hij heeft dat slaaf-zijn beleefd in Zijne overgave, waarvan de onderwerping aan den wil des Vaders bijzonder uitkomt, als Hij, de waarachtige Mensch, Zijn opzien tegen het lijden verloochent en zegt: Niet Mijn wil, maar de Uwe geschiede!
Hoe heeft Hij zonder tegenspreken den last des toorns Gods tegen de zonde van het gansche menschelijke geslacht ontstoken, gedragen! Geen spot of schimp, geen smaad of smart deden Hem ook maar een schrede links of rechts van Zijns Vaders weg afwijken In alles is Hij verzocht geweest, in geen ding is Hij Zijns Vaders wil ongehoorzaam geweest! Ten bodem toe heeft Hij den lijdenskelk geledigd. Hij is gehoorzaam geworden tot den dood, ja, den dood des kruises!
Welk een vernedering! Wat zelfverloochening! Wat offerande!
Zoo nu, als Christus Godes is, zoo moeten ook de Corinthiërs van Christus zijn!
Zijn Zijne slaven, Hem dienende uit liefde, gelijk ook Christus de Slaaf Gods is geweest en Hem gediend heeft in liefde!
Zoo hebben zij alleen te vragen naar Zijn goeden en welbehagelijken wil; zich te onderwerpen aan Zijne leiding; Hem te volgen door bezaaide en onbezaaide wegen; aan Hem de geesten te beproeven, die zich opdoen, of ze uit God zijn.
Dan vallen de personen weg; dan wordt zonde zonde!
Dan zal de knie in allen ootmoed gebogen worden voor den Heere!
Dan wordt het vleesch gekruisigd met al zijne begeerlijkheden!
Dan wordt het goede erkend, dat de Heere in personen schenkt als middel tot geloof en bekeering en tot opwassing in de kennis en genade, maar het wordt meer en meer . . . . . . . . JEZUS ALLEEN!
Gij zijt van Christus en Christus is Gods!
Hoe is het, mijn lezer, is die weldaad, dat voorrecht uwe?
Vergissen wij ons niet, door het vanChristus-zijn, gelijk te stellen met te behooren tot het volk des verbonds in voorwerpelijken zin! Geboorte uit Christen-ouders noch doop, belijdenis des geloofs noch deelneming aan den disch des verbonds maken ons van Christus, zooals wij het moeten zijn, zal het wel wezen!
Daar is meer toe noodig! Geboorte uit water en Geest moet er wezen!
Is deze er niet, dan moge het voor den vorm alles goed lijken, maar het wezen ontbreekt, gelijk al de ranken van den wijnstok tot den wijnstok gerekend worden, maar de onvruchtbare ranken worden straks weggenomen, terwijl de vruchtdragende worden verzorgd en gereinigd, opdat zij meer vrucht dragen (Joh. 15 : 1, 2).
Het is zeer wel mogelijk een alleszins oppassend en onberispelijk, voorbeeldig Christen te zijn, zonder dat wij nog in waarheid van Christus zijn, zoodat wij Zijn eigendom en Hij het onze is.
Waaraan dit kan worden gekend?
Hieraan, dat wij dan eigenlijk niet anders zoeken dan onszelf met al ons z.g.n. dienen van God en Christus; het gaat ons niet om Zijnen wil maar om den onze. Wij willen dan wel de weldaden van Christus, inzonderheid die van eeuwig behoud, maar een slaaf van Christus te zijn, neen, het lokt ons niet aan, want wij willen onszelf niet verliezen; wij willen eigen meester blijven. Waar is het buigen voor den Heere? Waar is het uit liefde tot Hem vragen naar Zijne geboden, uit liefde, al ware er geen loon, al kostte het vervolging, al moesten wij er voor opgeven, wat ons het naast aan het hart ligt? Waarom wordt, met veroordeeling en verwerping van alle mogelijke zonden, de boezemzonde nog aan de hand gehouden en gekoesterd? Waarom is het hart vol van slaafsche vreeze, als ge denkt aan dood en oordeel, of over hetgeen u in dit leven treffen kan? Waarom? Omdat gij eigenlijk geen slaaf van Christus zijt!
Wie een slaaf van Christus wordt, zal zeker ook wel iets van slaafsche vreeze leeren kennen, maar het blijft daar niet bij. In de plaats van die slaafsche vreeze komt de kinderlijke, voor welke het dienen een voorrecht, een onafwijsbare behoefte is. O, als zoo'n slaaf op zijne plaats mag zijn, hoor hem dan eens roemen over het heil, dat hij zulk een Meester heeft, een Meester, die hem niet door vergankelijke dingen, zilver of goud, verlost heeft uit zijn ijdelen wandel, den wandel in de slavernij der zonde, maar door Zijn eigen dierbaar bloed! Hoor hem getuigenis afleggen van de trouw en liefde, de bewaring en den zegen, dien hij van Hem geniet! Of — als hij anders op zijn plaats mag zijn, want niet alleen in het roemen is hij er op — of bespiedt hem, als hij in het verborgen zijne ziel uitgiet voor den Heere in schuldbelijdenis en gebed en smeeking. Neen, het gaat daar niet, om de straf te ontgaan, om de gevolgen derzonde te ontloopen, neen, hij klaagt zichzelf aan bij den Heere, omdat hij tegen Hem gezondigd heeft, en zijn grootste smart is, dat hij zijnen Heiland smarte heeft aangedaan. En hij worstelt, opdat het weer goed kome tusschen hem en zijn Meester.
Zie, daar ligt verband, zieleverband!
Gij zijt van Christus en Christus is Gods!
Beproef uzelven, of gij Zijn eigendom zijt!
F. Lengkeek

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juli 1929

De Wekker | 4 Pagina's

Van Christus 3

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juli 1929

De Wekker | 4 Pagina's