Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het jaar 1930 zal er weer een Lambeth-conferentie gehouden worden. Deze conferentie ontleende haar ontstaan aan het paleis van den aartsbisschop van Engeland, die te Londen in het Lambeth-paleis woont. Het initiatief tot deze samenkomsten werd genomen in 1851, en de eerste conferentie vond plaats in 1867. Op deze conferentie waren alle kerken van Anglicaanschen oorsprong in het Britsche wereldrijk vertegenwoordigd en hoewel het resultaat niet altijd volkomen bevredigend is geweest, zijn toch tal van vraagstukken op deze conferenties besproken en geregeld en hebben zij dus veel bijgedragen tot versterking van de eenheid der kerk en tot de uniformiteit van den openbaren eeredienst.
De conferentie van het jaar 1930 belooft zeer belangrijk te worden en van groote beteekenis voor de kerkelijke verhoudingen in de wereld, en het is met het oog daarop, dat ik uit het Handelsblad hier het artikel overneem, dat aan de beteekenis van deze conferentie gewijd is en ons met de vraagstukken op de hoogte brengt, die daarop zullen behandeld worden.
„De conferentie”, lees ik, „omvat alle Anglicaansche bisschoppen van de geheele wereld. Men verwacht in 1930 230—300 bisschoppen als vertegenwoordigers van ongeveer 30 millioen Anglicanen uit Engeland, Ierland, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland, Afrika, China, Japan, Tasmanië, Zuid-Amerika, Indië, Perzië en van 8 eilanden in den Stillen Oceaan. Ongeveer 60 bisschoppen worden verwacht uit de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, inlandsche bisschoppen uit China, Japan, Indië en Afrika. Al deze niet-Engelsche Kerken zijn dochterkerken en missiekerken van de Anglicaansche Kerk in Engeland. De dochterkerken hebben zich zelfstandig gemaakt; de missie-kerken zijn op weg het te worden. Als bewijs harer groeiende zelfstandigheid hebben zij in de laatste jaren inlandsche bisschoppen gekregen.
De band, welke al deze Anglicaansche kerken verbindt, is niet meer de nationaliteit harer leden, zooals het woord „Anglicaansch” vroeger juist weergaf, maar het lidmaatschap van een kerkelijke gemeenschap, welke in uitwendigen vorm, in de leer en in de viering der godsdienstoefeningen met die der Oude Katholieke kerk overeenstemt.
Met één voorbehoud echter. De Anglicaansche kerk is ten tijde der Hervorming geworden, zooals zij nu is, In den loop der eeuwen heeft zij een ontwikkeling doorgemaakt, welke haar in het begin der vorige eeuw meer tot protestantsche kerken van het Europeesche vasteland dan de katholieke kerken deed naderen. In de dertiger jaren zette een katholieke tegenstrooming in, welke tegenwoordig onder den naam van Anglo-katholicisme een gewichtige rol speelt, Deze twee stroomingen — eenerzijds de protestantsche, welke bij de hereenigingspogingen meer tot de protestantsche-gereformeerde kerken overhelt en andererzijds de katholieke, welke meer toenadering zoekt tot de R. K., oud-Kath. en Oostersche kerken — nemen in overeenstemming met haar eigen standpunt een verschillende houding aan ten opzichte van de te behandelen onderwerpen op de Lambethconferentie van 1930.
Deze conferentie zal voor 3 kerkelijke verhoudingen in de wereld van zeer groote beteekenis zijn. Dit geldt ook dan, wanneer de besluiten der conferentie voor de vertegenwoordigde kerken niet bindend, maar wegwijzingen en raadgevingen zijn. De uitnoodiging tot bijwoning der conferentie is zoo juist uitzonden. Zij zal van 5 Juli tot 9 Aug. bijeenkomen en onder den algemeenen titel: „Het geloof en het getuigenis der kerk in den tegenwoordigen tijd” met volgende punten zich bezighouden: 1e, de christelijke leer van God; 2e. verkondiging van het Evangelie; 3e. het levende getuigenis der christelijke gemeenschap; 4e, de eenheid der kerk; 5e. het kerkelijk ambt.
Ten opzichte van de punten 4 en 5 hebben de beide richtingen in de kerk van Engeland reeds hare houding bepaald. Aanleiding daartoe gaven de hereenigingsverhandeling en tusschen de missiekerken in Zuid-Indië, van de Anglicaansche en Zuid-Indische vereenigde kerk, welke de missiegemeenten der Presbyterianen, congregationalisten en methodischen omvat.
Het comité, dat door beide partijen tot voorbereiding der hereeniging was ingesteld, had besluiten genomen, volgens welke het historische episcopaat als instituut der vereenigde kerk van Zuid-Indië gehandhaafd blijft. In een overgangstijd van 30 jaren tot aan het oogenblik, dat alle geestelijken de wijding door bisschoppen ontvangen hebben, zullen de niet-bisschoppelijk gewijde geestelijken der gereformeerde kerken als algeheel-geldige geestelijken erkend worden en hun ambt als bedienaars des Woords en der sacramenten verder uitoefenen.
Ten aanzien van deze voorstellen hebben de beide richtingen in de Anglicaansche kerk eenige resoluties uitgevaardigd, waaruit beider standpunt duidelijk naar voren komt.
De Anglo-katholieke resoluties zijn genomen door een comité, waartoe behalve aanzienlijke personen, ook bisschop Gore behoort, In deze resoluties wordt o.a, verklaard, dat een ieder, geestelijke of leek eener niet-bisschoppelijke gemeenschap, ten slotte erkennen moet, dat het het voortdurende geloof der katholieken is, dat het drievoudige ambt {bisschop, priester, diaken) het eenig werkelijk geldige ambt der kerk is, dat in regelmatige en wettige successie van af de apostelen tot ons is overgekomen en dat zijn herstel daar, waar het verloren gegaan is, de noodzakelijke voorwaarde voor de eenheid is. Daarom kunnen wij ons met de uitdrukking „de volledige wederzijdsche erkenning der verschillende geestelijken als bedienaars des Woords en der sacramenten” niet vereenigen, alsof daardoor werd toegegeven, dat er tusschen de ambten der beide kerken geen onderscheid bestond. Evenmin bevredigt ons de uitdrukking: „het historische episcopaat in een constitutioneel en vorm is die soort van kerkbestuur, welke meer dan elke andere geschikt is, de organische eenheid te bevorderen en te bewaren.” Dit komt ons geheel onjuist voor, daar zij het Episcopaat tot een aangelegenheid van opportuniteit, meer dan tot een van principieele beteekenis maakt.
Daartegenover staat het „program der Protestanten”. Daarin wordt o.a. gezegd: voor een hereeniging moeten de H. Schrift als laatste autoriteit voor geloof en leven, de apostolische en de Niceensche geloofsbelijdenis als uitdrukking der Kath, leer worden aanvaard.
Men is overtuigd, dat pogingen tot vereeniging van gereformeerde en niet-gereformeerde kerken onuitvoerbaar en ongewenscht zijn. De pogingen zullen geconcentreerd moeten worden op de vereeniging van de Anglicaansche gemeenschap en andere gereformeerde kerken. De rechtmatig aangestelde dienaren der niet-bisschoppelijke kerken moeten als geldige bedienaars des Woords en der sacramenten worden erkend. Ofschoon het beginsel van een constitutioneel episcopaat algemeen aangenomen wordt, zoo is het toch van wezenlijke beteekenis, dat geen dogma ten aanzien der apostolische successie met het begrip „episcopaat” verbonden wordt.”
Zooals men uit het bovenstaande duidelijk heeft kunnen zien, zal het episcopale ambt in het centrum van de besprekingen staan. De groote vraag is: of het episcopaat behoort tot het wezen der kerk of is het historisch geworden en gegroeid. Voor ons gereformeerden is dit geen vraag meer, maar de mogelijkheid acht ik niet uitgesloten, dat wij misschien het antwoord er op wel wat gemakkelijk gevonden hebben, 't Is wel opmerkelijk, dat dit zelfde vraagstuk op de conferentie van Lausanne de meeningen uiteen deed gaan. Ook in 1930 zal men dit vraagstuk wel niet tot aller tevredenheid kunnen oplossen. Met spanning wachten wij dan ook D.V. de verhandelingen van deze conferentie af.
Ds. H. Janssen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 augustus 1929

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 augustus 1929

De Wekker | 4 Pagina's