Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dr. Hermann Friedrich Kohlbrügge 8

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dr. Hermann Friedrich Kohlbrügge 8

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wanneer u zich de uitdrukkingen herinnert, die wij in ons vorig artikel uit K.'s preek over Rom. 7 : 14 citeerden, dan zal het u geene verwondering baren, dat deze preek, met nog twee andere, samen genoemd „Gastpredigiten”, niet met onverdeelde instemming gelezen werden. Wekten die woorden bij u ook niet verschillende gewaarwordingen op? Bij de eerste lezing mijnerzijds, rees steeds als in tegenoverstelling met die woorden een ander vers bij mij op, n.l. „Want ik heb een vermaak in de wet Gods naar den inwendigen mensch.” Sprak K. niet van de wet „als ons een lijk geworden”, en „dat wij met dezelve niets meer uit te staan hebben, nadat wij van Christus geworden zijn”, alsook „dat God en onze naaste liefhebben, tegen wereld en zonde strijden en wat dies meer zij”, op zichzelf werk der wet is?
Doch neen, laat ons nog eigen oordeel een wijle voor ons houden en zien, hoe deze preeken in K.'s naasten kring ontvangen werden. Dr. Van Lonkhuizen helpt ons hierbij in zijn boek weer kostelijk.
Een Ter Borg had de preek gelezen, doch niet geheel kunnen verstaan. Hij hoorde haar later door K. zelf voorlezen en zei toen: „Het is een arm-zondaars-preek, verder wensch ik hem echter eens na te lezen, eer ik er mij nader over uitlaat.”
Ds. Laatsman van Rheede, toentertijd bekend als een man van „de oude waarheid”, zeide: „Ik ben het bijna geheel met hem eens; maar dit moet niet vertaald worden, want het zou veel ergenis geven.”
Van der Kemp schrijft er een vrij scherpen brief over en zegt: „Dit komt er nu van, als men zich niet strikt aan de formulieren houdt.”
W. de Clercq teekent in zijn dagboek aan: „Ik las K.'s preek. Het is eene Evangelische waarheid, maar „auf die Spitze getrieben” (op de spits gedreven) en daardoor andere waarheden uitsluitende.”
Vooral van Da Costa is ons een breedvoerig schrijven hierover bewaard, aan K. zelf geadresseerd. Deze schrijft daarin, dat K.'s beschouwing van het in zich zelve eenig-waarachtige en gezegende leerstuk der gerechtigheid des geloofs zonder de werken der wet, niet vrij is van het zoo gevaarlijke antinomianisme, hetwelk toch bij Luther en Calvijn en alle getrouwe belijders en verkondigers der waarheid tegen alle Roomsch of Protestantsch en menschelijk Farizeïsme, niet minder met een zwarte kool geteekend staat dan de tegenovergestelde leugen, die der eigengerechtigheid.” „Neen! waarde Broeder!” zoo klinkt het, „uwe leer omtrent de heiligmaking van den in Christus gerechtvaardigden zondaar, uwe gevoelens en uitingen omtrent de wet, (van welke gij geheel onschriftuurlijk zegt, dat zij ons een lijk geworden is, hetgeen zich Paulus Rom. 7 : 1-4 niet verstout), ik zegge, deze uwe leer en gevoelens zijn niet gegrond op Gods onfeilbaar Woord.”
Hij acht K.'s leer in strijd met „het drievoudig snoer der grondstukken van onzen Catechismus”, waarvan de beide eersten wel door K. beleden worden maar het derde „zelfs in geen aanmerking schijnt te komen”. De Rechtvaardigmaking geschiedt wel zonder eenig goed werk, vóór, in of na de bekeering, alleen door het geloof in Christus. Ziedaar de Christus voor ons. Maar de Schrift leert „dat met deze rechtvaardigmaking onafscheidelijk verbonden en toch van dezelve wezenlijk onderscheiden (bloed en water, Joh. 19) de heiligmaking is” Door het geloof wordt de mensch zelve een nieuw schepsel. Hij is wedergeboren. De nieuwe mensch, dat nieuwe beginsel, dat is de Christus in ons. Hij werkt in ons het werk der heiligmaking, zonder welke niemand den Heere zien zal. Vandaar de vruchten, der bekeering waardig; de goede werken en al wat verder tot de aanvankelijke, al is het ook nog zoo zwakke, kleine, nauwelijks merkbare, maar toch wezenlijke en waarachtige heiligmaking in ons behoort. Gij blijft staan bij de ellende en verlossing, bij den Christus foor ons, en zoozeer gij eertijds met alle mystieken uitsluitend naar den Christus in ons uitzaagt, zoozeer verwerpt gij nu dit Zijn inwendig werk. Gij spreekt van geene dankbaarheid, godzaligheid, heiligen wandel, den rechtvaardige als zijn lust en leven in Gods Woord voorgesteld. Maar gij brengt telkens den Christen terug tot de verdoeming der wet en vandaar weder tot de vrijspraak in Christus, zonder hem immer zooveel als één voetstap ver te leiden op den weg, dien de Ap. Paulus als tot een slot en kroon van het geheel der zaligheidsleer niet ophoudt aan te dringen, te weten, de heiligmaking.” Da Costa verwijt K. dat hij van 1 Cor. 1 : 30 alleen een borgtochtelijke heiligmaking maakt, wat z.i. onschriftuurlijk is. Hij vindt niets van Christus' drievoudig ambt in de preek. „Het is alsof het bij u niet tot drie (dat heilige Drie!) kan komen in uwe voorstelling of begrip. Wel ellende en verlossing, maar geen dankbaarheid, wel Christus' profetisch en hoogepriesterlijk ambt, maar niet het koninklijke. Van dit koninklijke ambt, waardoor Christus de Zijnen vernieuwt en in de geboden zijner liefdewet doet wandelen.” Ook zegt hij, dat K. wel van het werk des Vaders en des Zoons schrifttuurlijk predikt, maar van het werk en den persoon des Heiligen Geestes weinig gewag maakt.
We zien dus, dat K.'s preek en opvatting hier weinig ingang vond. Ofschoon, ook in Duitschland, in Elberfeld, was reeds de opmerking gemaakt: Der gefeierte Gast habe doch nur eine Saite auf seinem Instrumente (De geëerde gast heeft eigenlijk slechts ééne snaar op zijn instrument).
In een volgend artikel geven we D.V. meer ons eigen oordeel.
Lisse
S. van der Molen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 oktober 1929

De Wekker | 6 Pagina's

Dr. Hermann Friedrich Kohlbrügge 8

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 oktober 1929

De Wekker | 6 Pagina's