Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onze Kerkregeering

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze Kerkregeering

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Art. 62 D.K.O. Manier van Avondmaals-bediening. II.
Tot de middelmatige dingen, door de Synode van Wesel genoemd, behoort ook het lezen of zingen aan de Tafel des Heeren. Ook ons Avondmaalsformulier zegt: „Terwijl men Communiceert, zal men stichtelijk zingen of sommige capittelen lezen ter gedachtenis des lijdens van Christus dienende, als Jes. 53, het lijdensevangelie of dergelijke.” Thans zingt men niet. terwijl gecommuniceerd wordt, maar bij aan- en afgaan der tafel. Het lezen is vervangen door toespraken aan de tafel. Zoo verandert ook in de Kerk alles, wat niet tot het wezen behoort. In onze gemeenten zou men vreemd opzien als de Leeraar een gedeelte des Bijbels las, in plaats van een toespraak. Onze Vaderen waren ruim en wogen de middelmatige dingen niet in een goudschaaltje.
Dit blijkt ook hierin, dat de D.K.O. niet eens bepaalt, welke formule moet gebruikt worden bij de Avondmaalsbediening. Vraagt ge waarom zij dit niet deden? Omdat de H. Schrift het ook niet doet. Daar is wel de doopsformule aangegeven in Matth. 28 : 19, maar bij de Evangelisten wordt onder verschillende bewoordingen gesproken bij de instelling des Avondmaals, en ook weer onderscheiden van de woorden van Paulus in I Cor. 11 : 23-25. Daardoor werden in de oude Geref. Kerken, kort na de reformatie, tweeërlei formules gebruikt, n.l. die van à Lasco en van Datheen.
Volgens à Lasco luidt de formule: „Het brood, dat wij breken, is de gemeenschap des lichaams van Christus. Neemt, eet, gedenkt en gelooft, dat het lichaam van onzen Heere Jezus gebroken is tot verzoening van al onze zonden.”
Bij het uitreiken van den drinkbeker luidde de formule:
„De drinkbeker der dankzegging, dien wij, dankzeggende, zegenen, is de gemeenschap des bloeds van Christus. Neemt, drinkt allen daaruit, gedenkt en gelooft, dat het dierbaar bloed onzes Heeren Jezus Christus vergoten is tot een volkomen verzoening van al onze zonden.”
Datheen echter gebruikte eene kortere formule in zijne liturgie. Alleen nam hij de woorden uit I Cor. 10 : 16, luidende:
„Het brood, dat wij breken, is de gemeenschap des lichaams van Christus.”
Bij den beker: „De drinkbeker der dankzegging, dien wij dankzeggende zegenen, is de gemeenschap des bloeds van Christus.”
In de „Gereformeerde Kerken” van onze dagen wordt de formule van à Lasco gebruikt, gelijk de Synode van Arnhem in 1902 heeft aanbevolen en welke opgenomen is in de uitgave der liturgie van Prof. Rutgers. Wel is dit niet bepaald verplichtend gesteld, maar de aanbeveling heeft toch de uitwerking gehad, dat men daar de uitgave van Prof. Rurgers volgt. De Christ. Geref. Kerk heeft over de formule geen uitspraak gedaan, wat zeer wijs is, daar de formule van Datheen, als de kortste en als de letterlijk Bijbelsche, het meest aanbevelenswaardig is, maar die van à Lasco de oudste in gebruik is. In dit opzicht staan wij op den grondslag van de Synode van Embden in 1571, welke in Art. 21 uitsprak: „Insgelijks ook staat in de vrijheid der kerken de woorden van Christus of van Paulus te gebruiken, in 't uitreiken des broods en des wijns, waarbij men toezien zal, dat het uitspreken der woorden, mettertijd niet tot een schijn of waan van Consecratie (wijding) getrokken worde.”
Hierbij komt, dat uit liturgisch oogpunt de kortste formule de beste is, zoodat bij ons meest de korte formule gebruikt wordt. Ten slotte zij ook nog opgemerkt, dat de woorden van à Lasco: Neemt, eet, gedenkt en gelooft, enz., niet letterlijk in den Bijbel staan, en dus eene aanvulling zijn van de woorden van Paulus in 1 Cor. 10 : 16.
Kerkrechtelijk kan men niet zeggen, welke formule verplicht is. Art. 62 D.K.O. zegt alleen, dat het formulier des Avondmaals gelezen zal worden, maar naar welke uitgave dit zal zijn, 't zij met de lange of korte formule, wordt niet gezegd. Ook de geleerden zijn het er niet over eens. Een strijd tusschen Ds. H.H. Kuyper (Gereformeerd) en Ds. Van Langraad (Hervormd) is hierover gestreden, zonder dat voldoende bewezen is. dat de uitgave Schilders van 1611, of eene vroegere, de authentieke uitgave is.
Doch over het gebruik der langere of korte formule behoeven wij elkaar niet te verketteren.
P.J.M. de Bruin

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 november 1929

De Wekker | 4 Pagina's

Onze Kerkregeering

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 november 1929

De Wekker | 4 Pagina's