Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onze Kerkregeering

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze Kerkregeering

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Art. 62 D.K.O. Manier van Avondmaalsbediening. III.
Liet de Synode veel vrijheid in het middelmatige, zij was streng in hetgeen Bijbelsch bepaald is. Staan of zitten, lezing of toespraak, korte of lange formule, dit alles werd vrijgelaten, doch overigens zegt Art. 62:
„Wiel verstaande nochtans, dat de uitwendige ceremoniën, in Gods Woord voorgeschreven, niet veranderd en alle bijgeloof vermeden worde.”
Reeds de Synode van Wesel, 1568, bepaalde: „Wij oordeelen, dat geheel noodzakelijk is de onderhouding van de breking des broods, die door Christus zeer duidelijk is ingesteld, en door de oudste Kerken, niet zonder gewichtige redenen, altijd onderhouden is geweest.”
Het brood moet dus gebroken worden, gelijk Christus Zelf gedaan heeft bij de instelling. De ouwel der Roomsche en Luthersche Kerken mag dus niet gebruikt worden. Toen in 1817 in Duitschland de Gereformeerde Kerken met de Luthersche vereenigd werden tot ééne Evangelische Kerk, baarde dit nogal moeilijkheid. De Gereformeerden wilden de breking des broods behouden, de Lutherschen waren gewoon aan den ouwel. Men voerde toen in het gebruik van zeer kleine broodjes, die gemakkelijk in tweeën konden gebroken worden, en gaf ieder Avondmaalganger de helft van zoo'n broodje, welke helft niet veel grooter was dan de ouwel. Doch ook dit is niet naar de oorspronkelijke instelling. Het brood wordt, in reepen gesneden, op den schotel gelegd en daarna bij de bediening gebroken.
Ook sprak de Synode van Wesel uit in Art. 14: „Wij oordeelen ook, dat men in alle kerken zal gebruiken gemeen (gewoon) brood; niet eenig bijzonder of ongezuurd brood, of iets anders 't welk smaakt naar superstitie” (bijgeloof).
De Roomsche Kerk heeft ongezuurd brood, als ouwel gebakken, omdat Christus ook ongezuurd brood voor de Paaschbrooden gebruikt heeft. De Oostersche of Grieksche Kerk gebruikt gezuurd brood, omdat deze Kerk meent, dat Christus het Avondmaal één dag vóór het Joodsche pascha heeft gevierd, waarin zij zich vergist. Hierover is zelfs lang strijd gevoerd tusschen de Oostersche en Westersche of Roomsche Kerk, De Oostersche Kerk zag in het zuurdeeg een beeld van Christus ziel en in het brood zijn lichaam en beschuldigde de Roomsche Kerk daarom van Apollinaristische ketterij, omdat Apollinarius (in de 4de eeuw, veroordeeld in 381 op het concilie van Constantinopel) leerde, dat Christus geen menschelijke ziel had, waf echter de Roomsche Kerk niet bedoelde bij het gebruik van ongezuurd brood. De Gereformeerden zeiden: het moet zijn gewoon, voedzaam brood, afbeeldende de voeding met Christus' lichaam door het geloof, en 't. is onverschillig of het gezuurd of niet gezuurd is. Het brood, dat wij thans gebruiken, is dan ook niet gezuurd, want de bakkers gebruiken geen zuurdeeg meer, maar het is door het gebruik van gist alleen gerezen, maar niet gezuurd. De wijn moet zijn vrucht des wijnstoks. De kleur is onverschillig, maar als het meest aanduidende de kleur des bloeds, is roode of roodachtige het meest aanbevelenswaardig.
Wat den beker betreft, wel is het geoorloofd meerdere bekers te gebruiken, wanneer het getal aanzittende Avondmaalgangers groot is. Meestal worden in kleine gemeenten twee, in grootere vier bekers gebruikt. Dit geeft echter nog geen recht tot invoering van afzonderlijke bekertjes voor iederen Avond maal ganger, daar dit in strijd is met de inzetting des Avondmaals. Christus stelde den gemeenschappelijken beker in, en dit gemeenschappelijke wordt niet weggenomen bij meerdere bekers, waaruit ook verschillende personen drinken, doch wel wanneer slechts ieder persoon een afzonderlijk bekertje gebruikt.
Het woord van Christus: „Drinkt allen daaruit”, wijst op den gemeenschappelijk ken beker.
P.J.M. de Bruin

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 december 1929

De Wekker | 4 Pagina's

Onze Kerkregeering

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 december 1929

De Wekker | 4 Pagina's