Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Art. 64 D.K.O. Prediktijden (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Art. 64 D.K.O. Prediktijden (I)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gelijk wij reeds de vorige maal opmerkten is het oude Artikel 64 der D.K.O. in 1905 bij de Geref. kerken geheel weggenomen en daarvoor in de plaats gesteld een eenigszins gewijzigde tweede helft van Art. 63 over de plaats der Avondmaalsbediening, n.l. in eene gemeente, waar toezicht is van Ouderlingen. Dit geschiedde, omdat men Art. 64 der D.K.O. verouderd vond, zoodat het geheel werd afgeschaft.
Wij als Christelijke Gereformeerden wilden zoo ver niet gaan en behielden Art. 64, maar dan in gewijzigden vorm.
Art. 64 luidt volgens de redactie van 1619 aldus:
„Daar de Avondgebeden in vele plaatsen vruchtbaar bevonden worden, zal, in ’t gebruik daarvan, elke kerk volgen hetgeen zij acht tot hare meeste stichting te dienen. Doch wanneer men ze begeeren zou weg te nemen, zal dit niet zonder ’t oordeel der classis, mitsgaders der Overheid, der Gereformeerde religie toegedaan, geschieden.”
De Avondgebeden, in dit artikel genoemd, zijn thans niet meer in zwang. Ze zijn echter van ouden datum en waren reeds in de oude christelijke kerk in gebruik. Men moet er onder verstaan het in de oude christelijke kerk. voorgeschreven avondgebed, dat moest plaats hebben bij den aanbrekenden avond ten tijde van zonsondergang. Basilius de Groote en Chrysosthomus kenden ze reeds als uren van stille aandacht, waar bij het scheiden van den dag, de leeraar een gedeelte van Gods Woord voorlas en dank bracht voor den zegen, genoten op den afgeloopen dag. Isidorus van Sevilla zegt in zijn werk „De Officiis”, dat ze in verband moeten gebracht worden met het avondoffer onder het Oude Testament. Even- ,als onder Israël ’s middags te drie uur het avondoffer werd gebracht, zoo moest de gemeente bij het dalen van de -zonneschijf haar dankgebed voor God brengen. Het was dus, zooals zoovele zaken in de oude christelijke kerk eene nabootsing van den Oud Testamentischen dienst. Naarmate nu het verval in de oude kerk toenam, namen ook de ceremoniën toe. Het offer van Christus werd herhaald in de mis, de Hoogepriester herleefde in den paus van Rome en zoo ook het avondoffer in de vesper of avondgebed, welke vesper nog bestaat in de Roomsche kerk. Isidorus bracht het avondgebed in verband met psalm 141 ; 2: „Mijn gebed worde gesteld als reukwerk voor Uw aangezicht, de opheffing mijner handen als het avondoffer.”
Tot aan de reformatie bleef deze vesper in de Roomsche kerk gehandhaafd en wel ’s middags te 3 uur, het uur van Christus’ dood. Met de reformatie bleef het avondgebed bestaan en bestond toen alleen uit schriftlezing en dankzegging in plaats van de voorgeschreven liturgie der Roomsche kerk. Toch lag er een Roomsch beginsel aan ten grondslag. De reformatie verstond het, dat door Christus’ offer alle offers waren vervuld en dus geen avondoffer meer behoefde gebracht te worden. Daarom besloot de Synode van Dordt 1574, ze niet in te voeren, waar ze niet waren en af te schaffen, waar ze wèl waren. Deze Synode welke ook de christelijke feestdagen afschafte om alleen den Zondag te vieren als den Bijbelschen dag des Heeren, wilde ook om den Zondag hoog te houden, die dagelijksche avonduren wegnemen. Het ging echter niet zoo gemakkelijk, velen waren er aan gewoon geraakt en de afschaffing vond verzet en daarom werd sedert 1581 tot op 1618 bepaald, dat men eerst het oordeel der classis zou inroepen en tevens dat van de Gereformeerde Overheid, alvorens men ze afschafte. Dit laatste omtrent de Overheid was eene concessie, die voortvloeide uit de toenmalige nauwe verbinding tusschen kerk en staat, welke in 1795 werd opgeheven. De staat heeft geen recht om zich in de innerlijke gelegenheden der kerk in te laten. In de Zeventiende eeuw raakten de avondgebeden in onbruik, alleen op Zondagavond werd in de groote steden nog het avondgebed gehouden. Zoo heet b.v. in Rotterdam nog de Zondagavond dienst in de Hervormde kerk: het Zondagavondgebed.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 januari 1930

De Wekker | 4 Pagina's

Art. 64 D.K.O. Prediktijden (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 januari 1930

De Wekker | 4 Pagina's