Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een hoornstoot tegen Kampen?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een hoornstoot tegen Kampen?

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het was in het nummer van voor 14 dagen, dat wij ter sprake brachten den strijd, die thans in de Geref. Kerken gevoerd wordt tusschen Kampen en Amsterdam, omdat, zoo beweert de Hoog- Kamperschool.
Nu heeft Prof. Kuyper in „De Heraut” getracht om duidelijk te maken, dat het niet gaat tusschen Kampen en Amsterdam omdat, zoo beweert de Hoogleeraar, Amsterdam hier geheel buiten staat.
De Kerken als kerken hebben hierin de beslissing te nemen en niet de vereeniging van hooger onderwijs op Geref. grondslag.
Nu is deze opmerking van Prof. Kuyper formeel volkomen juist, maar materieel wordt zij door de feiten geloochenstraft.
Immers, het is toch genoegzaam bekend, dat de Hoogleeraren der Theologische faculteit op de Synode der Geref. Kerken als adviseerende leden aanwezig zijn, en hun invloed op den gang der besprekingen en besluiten zeker niet gering mag geacht worden.
En wat de meening omtrent het promotierecht van de heeren Professoren der Theologische faculteit is, behoeft niemand te raden.
Nu trof mij een stuk in de „Chr. Geref. Kerkbode” van Groningen en omstreken van de hand van Ds. Hilbers onder bovenstaand opschrift.
In aansluiting van wat wij schreven, vinden wij het stuk van Ds. Hilbers van zulk een beteekenis, dat het waard is in breeder kring gelezen te worden.
Wij laten het hier voor het grootste gedeelte volgen.
Na gewezen te hebben op het meerderheidsrapport van Curatoren, gaat Ds. Hilbers aldus voort:

Immers, de grondgedachte van hun rapport is, dat de Theologische School niet meer is dan een opleidingsschool voor predikanten, waar de Theologie als wetenschap niet beoefend wordt. Zij schrijven zelf: „De doelstelling voor de Theol. School is en behoort te blijven de opleiding voor den Dienst des Woords”, en „Tot deze opleiding kan niet worden gerekend het verleenen van den doctoralen graad, noch de studiën, op grond waarvan dit pleegt te geschieden.” Om te doctoreeren moet men aan een universiteit zijn, waar de Theologie als wetenschap beoefend wordt.
Zoo wordt dus in dit rapport, gelijk reeds meer dan eens is opgemerkt, het wetenschappelijk karakter der Theologische School geheel geloochend.
Ofschoon het niet met name genoemd wordt, kan men in dit rapport van a tot z proeven de Neo-Gereformeerde beschouwingen van Dr. Kuyper inzake de Theologische wetenschap, voorgesteld, voornml. in zijn werk: Encyclopaedie der Heilige Godgeleerdheid. Hij maakt onderscheid tusschen Theologie als kennis Gods en Theologie als wetenschap, geen onderscheid in graad, maar in soort, dus een wezenlijk onderscheid. Nu ontzegt Dr. Kuyper aan de Kerk als instituut het recht om theologische wetenschap te beoefenen en dus ook het recht om een eigen inrichting te hebben tot wetenschappelijke opleiding van hare leeraren. De wetenschap is naar zijne opvatting een zelfstandig terrein, souverein in eigen kring, met een eigen gezag, eigen rechten, eigen taak en een eigen doel. Niemand, noch de Staat, noch de Kerk bezit bevoegdheid inzake de wetenschap. Nu is de Theologie wetenschap, derhalve behoort de theologische wetenschap niet tot de Kerk als instituut. Alleen uit de Kerk als organisme kan opkomen de stichting van een universiteit, waar naast de andere wetenschappen als letteren, rechten, enz. ook de Theologie beoefend wordt. Zoo beschouwen de curatoren der Kamper School hun School, als inrichting der geïnstitueerde Kerken, niet in staat de Theologische wetenschap te beoefenen om daarin den hoogsten wetenschappelijken graad te verleenen. In de praktijk komt dit dus hier op neer, dat dit recht alleen aan de Vrije Universiteit van Amsterdam toekomt.
Nu heeft de minderheid der curatoren met een deel der hoogleeraren ook een rapport samengesteld, waarin met klem de noodzakelijkheid van het promotierecht verdedigd wordt. Deze heeren willen nog den hoornstoot, tegen hun School gericht door de meerderheid der curatoren, afweren, maar …… of het baten zal? —
Een enkele opmerking uit dit minderheidsrapport laten wij u lezen:
Ten eerste deze: „Nu zegt men wel, dat de Kerk als organisme wel een Hoogeschool mag oprichten, maar dat de Kerk als instituut dit niet mag doen (Zoo leert Dr. A. Kuyper. H).
Maar dan kan daarop geantwoord worden: Waar vindt gij de Kerk als organisme? Waar is haar adres? In elk geval niet bij een vereeniging. In een vereeniging van christenen moge iets van de organische werking der Kerk gezien worden, maar zij is zelve niet de Kerk als organisme. Het adres van de Kerk als organisme moet eerder gezocht worden bij de Kerk als instituut dan bij een vereeniging van personen. En bovendien — de geïnstitueerde Kerk heeft voor haar welzijn, voor haar opbouw een krachtige openbaring en voor de opleiding harer dienaren noodig wetenschappelijk gevormde mannen.”
Bewijzen deze woorden niet, dat de Vrije Universiteit principieel tegen de Theol. School staat en omgekeerd? Ten opzichte van de opleiding van dienaren des Woords heerschen in de Geref. Kerken twee beginselen, die lijnrecht tegenover elkander staan.
Ten tweede de volgende: „Van belang is voor de Kerken ook, dat zij met het promo tier echt aan de School keuze krijgt bij het benoemen van Hoogleeraren. Een niet gering te schatten zaak. Hangt er voor het welzijn der Kerken veel van af, wie tot candidaten voor het predikambt worden bevorderd, en hoe ze daartoe zijn voorbereid — het is ook van gewicht, wie als Hoogleeraren worden aangesteld en hoe deze zijn voorbereid. Niet om de keuze bij een eventueele benoeming te binden aan hen, die aan de School zelve gestudeerd hebben, maar toch is het af te keuren, eigen opleiding voor den toegang tot hare katheders uit te sluiten. Bovendien zal het behalen van den titel van doctor theologiae een prikkel zijn voor den gegadigde tot ernstige studie, om mede te werken aan de wetenschappelijke ontwikkeling en verdediging der waarheid, en dat zal ook de Kerken ten goede komen.”
Dit wil dus zeggen, dat de Kamper School, zoo zij het promotierecht niet krijgt, altijd hoogleeraren ontvangt, die aan de Vrije Universiteit gestudeerd hebben en haar eigen leerlingen daar nooit als professor kunnen optreden. Daarmede is dan voor immer de Vrije Universiteit boven de Theol. School gesteld en is de laatste van de eerste afhankelijk. Wat voor gevolgen dit voor haar zelf heeft, zullen we thans maar niet aantoonen, alleen is het sprekend, dat Prof. Honig en Prof. Ridderbos, leerlingen van de „Vrije”, hun afkomst niet verloochend hebben, zoo min als Prof. Bouwman en Prof. Hoekstra.
Ten derde nog deze: „Het karakter van wetenschappelijke school hangt niet af van den naam van de wetenschappelijke inrichting, maar van het wetenschappelijk karakter, de inrichting en de methode van het onderwijs. Wanneer dit wordt ontkend met betrekking tot de Theologische School, dan wordt feitelijk het bestaansrecht der Theologische School aangetast. Dan dient zij slechts als noodhulp, die in bepaalde gevallen kan worden getolereerd, maar die zoo spoedig mogelijk moet worden opgeheven en moet plaats maken voor een Universiteit van den staat of van een vereeniging of een stichting, die bulten het zeggenschap va de Kerken staat”
Deze laatste woorden hebben we onderstreept.
Als het meerderheidsrapport door de Synode aanvaard wordt, dan wordt dit metterdaad door de Geref. Kerken uitgesproken .En Dr. Kuyper heeft immers de Theol. School ook beschouwd als „een noodhulp”. Trok hij geen vergelijking met een brandspuit? — Ja, op het standpunt der Vrije Universiteit is ook de Theol. School overbodig en dient opgeheven te worden.
Terecht wordt dit door de minderheid opgemerkt. Daarom vragen wij: Is het Meerderheidsrapport een hoornstoot tegen Kampen?

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 februari 1930

De Wekker | 4 Pagina's

Een hoornstoot tegen Kampen?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 februari 1930

De Wekker | 4 Pagina's