Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dogmatiek en Ethiek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dogmatiek en Ethiek

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zoo luidde het onderwerp van prof. Honig bij de overdracht van het rectoraat aan de Theologische School te Kampen. Thans ligt deze studie van den afgetreden rector voor ons en heeft hij de theologische wereld een dienst willen bewijzen door in een veel breeder betoog zijn rectorale rede onder aller aandacht te brengen. Is de tijd voor een rectoraatsoverdracht altijd beperkt om naar wensch zijn onderwerp te belichten, hier geeft prof. Honig een breeder overzicht. Het gaat over geloofsleer en geloofsleven. Het zijn vooral de Ethischen, die door prof. Honig onderhanden genomen worden en aan wie duidelijk gemaakt wordt, dat het juist de Geref. dogmatici zijn geweest van de dagen van Calvijn af, die het nauwste verband van dogmatiek en ethiek, van leer en leven, van geloof, gebod en gebed steeds hebben gehandhaafd.
Een zeer breed overzicht geeft prof. Honig, ’hoe na Schleiermacher en Vinet de ethische richting heeft gedacht en geschreven over de verhouding van dogmatiek en ethiek.
In de Duitsche theologie blijkt prof. Honig goed belezen te zijn en wie zich op dit punt zou willen oriënteeren, vindt hier een goede gids. Toch lijkt mij dit een schaduwzijde van deze studie, waarin zooveel aandacht gewijd is aan de Duitsche theologie, dat wat al te zuinig de beleving van het dogma, de zielsbevinding der vromen, ter sprake is gekomen. Ik meen, dat Dr. Kuyper eens zeer juist heeft opgemerkt, dat, wanneer ’het dogma het contact met ’t leven heeft verloren, het ten doode is opgeschreven en zal moeten versteenen. En nu zeg ik niet, dat prof. Honig in deze studie daar niet op heeft gewezen, maar ons Geref. volk wil uit Gods Woord zoo graag wat breeder zien belicht, wat prof. Honig op bladz. 88 ter loops ter sprake brengt. Maar prof. Honig, die de dogmaticus is van de Kamperschool, heeft hier een studie gegeven, die wel duidelijk zijn kracht typeert. De beteekenis van dezen dogmaticus schuilt niet in wat hij zelf geeft, als veel meer in de wijze, waarop hij anderen laat spreken. Juist hierom bevat deze studie niet veel nieuws, hoewel ik daarom allerminst zou willen zeggen, dat ze van geen beteekenis is. Door zijn excerpeerenden inhoud heeft stellig deze pennevrucht vooral voor jonge theologen waarde. Als geref. dogmaticus laat prof. Honig uitkomen, dat de dogmatiek de ethiek en dat de ethiek de dogmatiek niet kan missen. Wie ze uit elkander rukt of wie aan de ethiek prioriteit toekent, behoort op het Geref. erf niet thuis. De credenda en de faciënda, d.i. wat gelooft en wat gedaan moet worden, moeten hand aan Ihand igaan. Duidelijk toont prof. Honig aan, dat hoofdoorzaak van het streven om aan de ethiek de eereplaats in de Theologie te geven, de ongenoegzame waardeering van de Heilige Schrift als kenbron der waarheid en grond des geloofs is. Wie niet van de Heilige Schrift, maar van de gegevens van het zedelijke zelfbewustzijn van den Christen uitgaat, moet ’hiertoe komen.
Deze studie kan ik ter lezing aanbevelen, gedachtig aan ’t woord, dat prof. Honig zelf schrijft op bladz. ”8: „dat het wellicht niet onnut zou zijn ons nog eens te bezinnen over het verband tusschen dogmatiek en ethiek.” Alleen wat de hoogleeraar schrijft op bladz. 36, dat het hem een vergissing schijnt, als Dr. Bavinck zegt: „Eindelijk rust het gezag van een dogma ook niet op de uitspraak en vaststelling der kerk, zooals door Schleiermacher en na hem door vele anderen geleerd wordt” lijkt mij veel eer een vergissing van prof. Honig.
Het lijkt mij toe, dat prof. Honig niet in het oog heeft gehouden, hoe prof. Bavinck onderscheid maakt tusschen het dogma in materieelen en formeelen zin. Wanneer Bavinck zegt, dat het gezag van het dogma niet rust op de uitspraak der kerk, dan heeft hij het oog op bet dogma in materieelen zin en wie dit als Geref. theoloog niet zou onderschrijven, kan beter ingedeeld worden bij de ethische theologie. Letterlijk schrijft Dr. Bavinck: „Het is volstrekt de autoriteit der kerk niet, welke het dogma in materieelen zin tot dogma maakt, boven allen twijfel verheft en met gezag doet optreden. De dogmatica ecclesiastica zijn dit alleen en mogen dit alleen wezen, indien en voor zoover zij dogmata thore Theou zijn. De macht der kerk om dogmata vast te stellen is geen souvereine en declaratorische. Maar deze macht is toch door God aan zijn kerk geschonken en het is de macht, welke haar tot het belijden der waarheid Gods, tot het formuleeren der waarheid in woord en geschrift in staat stelt en het recht schenkt.”
Mij dunkt, dit is zoo duidelijk, dat wij wel kunnen spreken van een vergissing van prof. Honig, maar zeker niet van een vergissing van prof. Bavinck. Maar wij zullen hier het woord van Horatius niet vergeten „quandoque bonus dormitat Homerus”.
Deze korte aanteekening strekke ten bewijze met hoe groote belangstelling ik deze studie van prof. Honig gelezen heb.
Laat ik ten slotte nog opmerken, dat zij uitgegeven is bij J. H. Kok te Kampen en slechts ƒ 1.25 kost.

A. (Apeldoorn) S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 februari 1930

De Wekker | 4 Pagina's

Dogmatiek en Ethiek

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 februari 1930

De Wekker | 4 Pagina's