Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zalving

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zalving

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Men hoort nog wel eens gewagen van de noodzakelijkheid van „zalving”, als een element in de ware predikkunde. En dan rijst de vraag meermalen: en wat is dat nu, waarin bestaat zij?
Niet om dit onderwerp hier uit te putten, wil ik er iets van zeggen; maar toch wil ik trachten er eenig licht over te spreiden.
Zeer zéker, zalving is een voorname factor. Een beslist, geestelijk vereischte.
Als de prediker alles heeft gedaan wat kon, naar den eisch en de regelen eener gezonde homiletiek (predikkunde) dan is er tenslotte nog ééne zaak, waarzonder al zijn arbeid, zijn zelfs kostelijke exegese en zeldzame voordracht, een geweldig tekort zal hebben te boeken: de zalving.
En zie, dat is nu iets, hetwelk niet uit een handboek is te leeren; hetwelk ook geen vrucht is van gewone studie.
Zalving is daarbij niet, een soort termende galming, of een gestalte met scheef hoofd, draaiende oogen, enz. Ook niet gemaakt weenen, of vreemdsoortig gewichtig doen.
Niets van dit alles.
Zalving is de bekwaammaking des Heiligen Geestes. Ze is in het bekeerd en geroepen zijn een bijzondere versiering des Heiligen Geestes. En wel speciaal een inwendige versiering. Er is een bekwaammaking en versiering, ook des Heiligen Geestes, maar betreffende studie, inzicht, uiteenzetting, klaarheid, ernst zelfs, en diergelijke; en hetwelk toch nog niet de eigenlijke zalving kan heeten.
Deze bestaat ook niet zonder meer louter in het bekeerd-zijn van den dienaar.
Want och, men kan wel een bekeerd prediker zijn, en soms toch zonder „zalving” gepreekt hebben.
Maar ze is meer, nog wat anders eigenlijk.
Zeker bekeerd-zijn wordt hier voorondersteld. Voorts behoort als inleiding tot zalving ook een ernstige biddende gestalte. Gestalte vóór en onder de prediking.
Er zij gebed óm een tekst.
Biddend, mediteerend. in gemeenschap met den Heere worde de studie over een tekst volbracht- Desgelijks ga men vóór den dienst nog eens (of meermalen) in ’t verborgen op de knieën. De zielsverzuchtingen, och dat zij mogen opstijgen ook onder het .houden van de preek. Maar dit alles is nog niet de zalving zelve. Wel vóór-elementen er van.
De aandrang der liefde ,het vervuld zijn met ernst, gevoelende het groote en gewichtige en verantwoordelijke van dit voorname werk, het behoort er zeker alles toe.
De liefde van Christus dwingt mij, roept Paulus uit.
Dit alles is vrucht van den Heiligen Geest.
De zalving zelve naar haar speciaal karakter is echter, dat daarenboven de Heilige Geest den prediker personeel stelle in een diep doorvoeld contact met zijn Zender, in inwendige zielsgebondenheid aan Hem en aan den lastbrief van Hem.
Waardoor de prediker in zulk een geestelijke gesteldheid moge staan, dat hij welbewust gevoele: niet ik, maar de Heere spreekt door mij. Waardoor hij al die zaken, welke hij voortbrengt (en hoe kostelijk ook op zichzelf) daarenboven nu uitspreekt met een geestelijke intentie en doorvoeling en doorvulling, waardoor de gemeente als het ware gevoelt: hier is God aan het woord, door Zijn knecht. Hij is dan niet slechts in contact met den Drieeenigen God, maar daardoor ook met het volk.
Er vloeit uit voort een bedaarde harmonische en zelfs systematische uitstalling van zaken. Want Gods geest is ook de Geest der schoonheid en der wijsheid Ware wijsheid is schoon in en door zichzelf. Er vloeit uit voort een diepe ernst van overtuiging, een aanbindende liefdedrang. Zelfs zal de woordenkeus, ja ook de voordracht en de klank der stem er den invloed van ervaren.
De geheele uitvoering van dit preekwerk zal er van doorstraald worden; de bedienaar staat dan onder een geopenden hemel in eeuwigheidslicht.
Van zelf is dit een zaak, die niet anders kan deelachtig geworden, dan in den weg van veel verborgen, mystiek leven met den Heere.
Niet slechts dat speciale gebedsleven, hetwelk bij het maken van een preek aanwezig zij Dat óók, maar méér.
Dàt gebedsleven, hetwelk- een dagelijksche, gedurige zielsontmoeting Gods inhoudt.
Zoodat de prediker verkeert in de tent van Gods heiligheid; en als ’t ware de geur dezer hemelsche wierook hem in het „gewaad” zit.
Op den kansel staande, moge de indruk worden gevestigd: deze man komt uit de sfeer des heiligdoms in den hemel.
Och, dat de Heere ons zulke zaken uit genade geve te kennen.
Och, schonkt Gij mij de hulp van Uwen Geest.
Dan zal worden ervaren: als de Heere zijn priesters bekleedt, zullen Zijn Gunstgenooten juichen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 juli 1930

De Wekker | 4 Pagina's

Zalving

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 juli 1930

De Wekker | 4 Pagina's